Rikko Voorberg groeide op als gereformeerde domineeszoon, maar kon niet uit de voeten met het gedachtegoed dat hem werd aangereikt. Woede mocht er in de gereformeerde omgeving van zijn jeugd niet zijn. En vloeken was – en is – al helemaal not done. Maar wat moest je dan beginnen met bijvoorbeeld woede over onrecht, verdriet of gevoelens van onmacht? Hij worstelde, ging toch theologie studeren, en koos er bewust voor zich niet als dominee aan een kerk te verbinden, maar zelfstandig denker te blijven. Voorberg is jong, intelligent en goed van de tongriem gesneden. En hij is een man met een boodschap, die zich ontwikkelde tot een originele maatschappelijke stem. Toen er ophef ontstond in Leiden omdat pedofiel Benno L. daar een huis toegewezen kreeg, opende Voorberg – zelf vader van een peuter – de Facebookpagina ‘Benno L. welkom in onze straat’. Zijn actie haalde alle media en bracht een nieuw geluid in de maatschappelijke discussie over dit onderwerp. Rikko Voorberg is, kortom, iemand die niet bang is een afwijkend mening te verkondigen en denkbeelden of conventies ter discussie te stellen. Precies dat doet hij ook in zijn boek De dominee leert vloeken. Over woede, onmacht en daadkracht.
Je houdt een pleidooi voor woede, vloeken en agressie. Hebben we daar niet al genoeg van in onze samenleving?
‘Natuurlijk, ik zie ook veel woede om me heen. Maar ik denk dat we niet per se mínder woede moeten willen, maar bétere woede. Want woede is een heel energieke emotie, die mensen in beweging zet. De politiek heeft het vaak over de “participatiemaatschappij”, een lelijk woord en een eufemisme voor bezuiniging. Maar er zit wat in. De mens moet zelf weer een schepper worden, we moeten ons beseffen dat niet anderen – de politiek, de grote bedrijven – de wereld gaan vormen tot hoe we die graag zouden willen zien. Het gaat mij om de overtuiging dat als er naar jouw idee iets ontbreekt of mankeert aan deze wereld, je daar zelf iets aan kunt veranderen. Er ligt veel meer in onze macht dan we denken, als we maar in beweging komen.’
Kunnen we nog wel op een goede manier boos worden?
‘Vaak kroppen we onze boosheid op en stoppen we die weg, omdat kwaad zijn als onfatsoenlijk wordt beschouwd. De mens moet redelijk zijn, en woede is een ongenode gast die we onder controle moeten houden. Als dat niet meer lukt, of als mensen hun woede de vrije loop laten, dan zijn ze vaak erg destructief in hun uitingen. Dat vormt vervolgens dan weer een bevestiging van de gedachte dat woede onder de duim moet worden gehouden. Ik denk dat we moeten leren zien dat woede heel verschillende uitingsvormen kan hebben. We moeten de rationele kant van woede oefenen, zodat we die gericht kunnen inzetten. Anders verdwijnt ook de energie van die emotie, het feit dat je een situatie beoordeelt als niet oké en vindt dat daar iets aan moet gebeuren.’
Bij vluchtelingen richt de woede zich bijvoorbeeld op de vluchtelingen zelf, terwijl mensen eigenlijk ergens anders kwaad over zijn – bijvoorbeeld over het feit dat de politici niet hebben gepolst hoe de bevolking denkt over de komst van een asielzoekerscentrum.
‘Het voorbeeld van Benno L. vond ik ook opvallend. Mensen stonden daar te protesteren bij Benno zijn flat – “Onze kinderen lopen gevaar! Wij moeten ze beschermen tegen deze gevaarlijke man!” Terwijl de kans op recidive vooral heel groot wordt als iemand sociaal wordt uitgesloten. Dus als ik mijn kinderen wil beschermen en deze man om die reden uitsluit, maak ik de kans groter dat hij opnieuw iemand misbruikt. Als ik écht kwaad ben over wat hij heeft gedaan en wil dat het anders wordt, moet ik hem, hoe tegenstrijdig dat ook voelt, de hand schudden. Wanneer de waarheid zo verdomd ongemakkelijk is, willen we die vaak niet weten. We lijken weel meer op Benno L. dan we denken. Door dit eruit te lichten en hem te haten, kunnen we doen alsof we dit kwaad uit de samenleving hebben gebannen. Maar het meeste misbruik vindt plaats in familieverband, heel dicht bij huis. Het is arrogant te denken dat als je dezelfde opvoeding had gehad, dezelfde situatie meegemaakt, hetzelfde karakter had gehad, je niet hetzelfde zou doen.’
Interessant is dat je pleit voor zondebesef, het realiseren dat we allemaal fouten en verkeerde keuzes maken. Waarin verschilt dat van het schuld- en boeteconcept dat de Kerk altijd over de mens uitstortte?
‘Voor mij ligt het verschil in het feit dat ik het niet meer goed wil doen om uiteindelijk een goed mens gevonden te worden – ik voel me verlost van het streven er een te worden, en dan wordt alles wat we goed doen alleen maar extra tof. Voor mij begint het christelijke verhaal op het moment dat Benno L. wordt aangehouden en weet dat zijn dubbelleven ophoudt, en daarbij een soort van opluchting voelt. Hij onderkent het slechte in hemzelf. Wij zijn allemáál verbonden met het kwaad. Neem de klimaatverandering – daar leveren we allemaal een bijdrage aan. Als je krampachtig probeert je geliefde van je te laten houden, heb je het zwaar. Maar als iemand van je houdt met alles wat daarbij hoort, ook je slechtere eigenschappen, voel je je pas écht geliefd. Tim Keller zei het prachtig: “We zijn grotere klootzakken dan we durven erkennen en meer geliefd dan we durven hopen.” Voor mij is dat een ultieme samenvatting van het evangelie.’
Hoe kunnen we leren beter boos te zijn?
‘Stap één is onderzoeken waarom je precies kwaad bent. Zodat je kunt vermijden wat vaak gebeurt, namelijk dat je precies dat gaat doen waar je zo kwaad over was en daardoor nieuwe slachtoffers maakt. Bijvoorbeeld door mensen uit te sluiten, hun het leven niet te gunnen, omdat ze “dat verdiend hebben”. Een groots voorbeeld van op een goede manier boos zijn, is het verhaal van de Indiase Dashrath Manjhi, die bij een berg woont. Aan de andere kant ligt een stadje met voorzieningen. Om medicijnen te krijgen, moeten de dorpelingen om de berg heen lopen of eroverheen, met gevaar voor eigen leven. Wanneer zijn vrouw haar heup breekt en uiteindelijk overlijdt door gebrek aan medische middelen, verkoopt hij zijn geiten en begint met een hamer en een beitel in de rotsen te beitelen, dag in dag uit, twintig jaar lang, totdat hij een weg heeft uitgehakt. Dat vind ik een ongelooflijk beeld, dat iemand dat twintig jaar volhoudt en daaruit een pad is ontstaan van tien meter diep en drie meter breed. In hebt begin werd hij uitgelachen, maar toen er eenmaal een gat ontstond, kwam er hulp. Al riepen de meeste mensen dat ze moesten werken en geen tijd hadden.’
Is dat een excuus?
‘Nee, het is een keuze. Deze man had ook een baan. Alleen was hij gefrustreerd genoeg om te zeggen: nu is het klaar, nu ga ik er zelf iets aan doen, al weet ik niet eens of het kan. Frustratie is een heel goede drijfveer. Voor mij is de belangrijkste sleutel dat je gaat brengen wat je zelf mist, en dat je eigen overtuiging vlees en bloed wordt, en niet alleen maar protest. Je moet je ergens mee verbinden.’
Eigenlijk roep je mensen op meer het heft in eigen handen te nemen. Terwijl veel mensen misschien het gevoel hebben dat ze niet bij machte zijn een bepaalde situatie te veranderen.
‘Ja, absoluut. Daarom ook dit boek. Het is een serie van ervaringen, momenten van ‘laten we dit eens proberen’, en dan merken dat er van alles gaat bewegen. Het is een poging om vertrouwen te geven dat elk individu iets kan betekenen.’
Jij bent jong en mediageniek en hebt daardoor misschien meer mogelijkheden dan anderen.
‘Misschien. Maar daar staat tegenover dat ik minder wijs ben en door mijn leeftijd minder in de melk te brokkelen heb. Waar het om gaat is: besluit je deel te willen uitmaken van een beweging? Neem zo’n Boyan Slat. Hij krijgt het voor elkaar om die plastic soep uit de oceaan te gaan vissen! Dat had toch niemand zich kunnen voorstellen? Het begon ermee dat hij al heel lang gefrustreerd was over de plastic troep, en na verloop van tijd kon hij een miljoen bij elkaar sprokkelen.’
Waarom hebben we daar ‘godverdomme’ voor nodig?
‘De MH17 was neergestort en ik schreef voor nrc.next essays met als uitgangspunt het geloof. Bij een onderwerp dat met zoveel pijn, verdriet, angst en frustratie gepaard ging, mocht de toon beslist niet zalvend, oplossend of aai-over-de-bol-achtig zijn. Dat wilde ik ook niet; ik zocht een woord dat mij zou passen om die gevoelens tot uitdrukking te brengen. “Godverdomme” is een rauw woord, een heel onfatsoenlijk woord, en een woord dat uitdrukt dat het gaat om iets wat naar mijn mening niet bij onze wereld zou moeten horen. Het is voor velen een godslasterlijk woord, en voor hen is het pijnlijk dat ik het gebruik. Dat begrijp ik, maar het wordt gebruikt in een context waarin een enorme hoeveelheid pijn benoemd moet worden. Dat je het niet langer wenst te accepteren, betekent dat je gaat nadenken over wat je eraan kunt doen om de situatie te veranderen. Elk individu kan iets betekenen.’
De dominee leert vloeken is verschenen bij De Arbeiderspers
Samen werken aan een betere wereld
Theoloog Rikko Voorberg (1980) is oprichter van de PopUpKerk, organiseert kunst-installaties en is publicist; hij is gastcorrespondent Woede bij De Correspondent en heeft een vaste column in het Nederlands Dagblad. De PopUpKerk is hij begonnen op uitnodiging van de Gereformeerd Kerken (vrijg.), een initiatief om het concept ‘kerk’ opnieuw uit te vinden. Wekelijks komen mensen in een niet-kerkelijke omgeving samen die willen nadenken over zingeving: gelovigen die geen band voelen met de reguliere kerk en mensen die niet in God geloven, maar wel in de mogelijkheid een betere wereld te creëren. ‘Er zijn veel dingen aan onze wereld die niet kloppen, en die gaan politici of anderen niet voor ons oplossen, dat is aan onszelf,’ aldus Rikko Voorberg. ‘Dus je kunt één keer per jaar op Nieuwjaarsochtend goede voornemens maken, of je kunt besluiten daar wekelijks mee bezig te zijn.’
Zo ging hij met een paar andere deelnemers van de PopUpKerk naar Griekenland, om met eigen ogen de bootvluchtelingenproblematiek op te nemen, en er uiteindelijk veel meer mensen afreisden om ter plaatse hulp te bieden. In de Kunstnacht Nuit Blanche bouwden ze sekstheater Casa Rosso om tot een modern biechthok.