1977. (26 december) Het is waterkoud, deze tweede kerstdag. Het kwik wijst maar een paar graden boven nul aan, en het heeft die dag lang geregend. De wegen zijn glad. Stratenmaker Willem Dost (26) en zijn vrouw Truus Dost-Wopken (28) zijn even wat eten wezen halen. Maar op de weg terug naar hun huis in Odoorn, raken ze in een flauwe bocht van de Drentse Mondenweg in Eerste Exloërmond in een slip. Een eerste tegemoet komende auto wordt nog geschampt, maar vervolgens knallen ze frontaal op een tweede tegenligger. De drie inzittenden van die tegenligger raken zwaargewond, maar Willem en Truus Dost zijn op slag dood.
Het dochtertje van het echtpaar, Willeke, is dan op de dag af dertien maanden oud. Het kersverse weesje komt eerst terecht bij opa en oma Dost, de ouders van Willem. Die zijn dol op hun kleinkind, en willen maar wat graag voor haar zorgen. Maar de kinderbescherming laat dat niet toe. De Dosten leven namelijk van een uitkering, en ‘dus’ wordt er geoordeeld dat er van een optimale opvoeding geen sprake kan zijn. De grootouders vechten tot aan de rechter voor de voogdij, maar krijgen ook daar nul op rekest.
Willeke woont ook nog een tijdje bij haar tante Klaasje Wopken, de familie van haar moeders kant. Ook de Wopkens willen haar met alle liefde adopteren, maar ook hier steekt de kinderbescherming een stokje voor. Hulpverleners oordelen dat alleen een ‘therapeutisch gezin’ – wat zoveel wil zeggen als een gezin zonder andere kinderen – goed genoeg is voor Willeke. Vanaf dat moment begint de rondgang langs tehuizen en pleeggezinnen.
Mishandeld
1986. Rond haar tiende komt Willeke Dost terecht bij de familie Mulders. Die wonen in een boerderij aan de Dwarsdijk, in het Drentse Koekange (staat al ’n half jaartje te koop trouwens, voor € 369.000 is het van u). Het gezin bestaat uit vader Piet, een leraar, moeder Herna, de zonen Wout (1969) en Bart (1971), en dochter Mieke (1967).
Van de buitenkant lijkt er niet zo heel veel aan de hand. Willeke Dost houdt van dieren. Ze heeft een cavia en ze rijdt paard. Maar volgens verschillende getuigen die in 2009 in De Telegraaf aan het woord komen, is het de schijn die bedriegt. Misdaadjournaliste Jolande van der Graaf zegt dat ze wel vijftien getuigen heeft gesproken die beweren dat Willeke het bij de Mulders niet naar haar zin had, dat ze werd mishandeld, verwaarloosd, en wellicht ook misbruikt. Ze voert er uiteindelijk een handjevol op.
Tante Lammie Dost, bijvoorbeeld: “Mijn moeder was er welgeteld één keer welkom. Ik weet nog precies wat ze daarna zei: ‘Het gaat daar helemaal fout’.”
Achternichtje Mandy: “De zeldzame momenten dat ik er ben geweest, vond ik het daar verschrikkelijk. Pas later realiseerde ik me dat Willeke misschien van alles heeft meegemaakt. Toen ze eens bij ons logeerde zaten het matras, beddengoed en haar ondergoed onder het bloed. Zó veel bloed, dat dit onmogelijk van menstruatie kon zijn.”
Lammie Dost: “Willeke noemde haar vader en pleegbroer Wout seksmaniakken. Ik heb een dagbloekje van haar gelezen, waarin Willeke heeft geschreven dat zij vaak naar haar stonden te loeren als ze onder de douche stonden.”
Anneke Mioch, moeder van Willeke’s hartsvriendinnetje Geke: “Een week voor haar verdwijning wilde Willeke me dringend spreken, omdat ze zwanger zei te zijn en niet wist wat ze moest doen. Ik kon op dat moment niet en sprak af om een week later in alle rust met haar te praten. Zover kwam het nooit.”
Achternichtje Mandy weet zeker dat Willeke wegwilde uit Koekange: “Ze wilde zo graag bij haar tante wonen en was intens verdrietig. We hebben samen hard gehuild. Ik heb haar daarna nooit meer gezien.”
Roddel? Achterklap? Feiten? Wie zal het zeggen. Ook pleegmoeder Herna doet op haar beurt een duit in het zakje. Zij beweert dat Willeke met Geke eigenlijk maar één écht vriendinnetje had, en dat ook die vriendschap vóór de verdwijning al weer was verbroken. “Vriendinnen kon Willeke nooit houden, ze wilde altijd de baas spelen. Tja, ze was een weeskind en dat buitte ze leuk uit.”
Batavus-fiets
1992. (15 januari) Pleegvader Piet Mulders wil Willeke die ochtend om half zeven/zeven uur wekken om naar school te gaan. Haar bed blijkt echter leeg. Als hij in de schuur kijkt, ziet hij dat haar bruine Batavus-fiets er niet meer staat. Hij zegt er daarom maar vanuit te zijn gegaan dat het meisje al naar school in Meppel vertrokken is.
Dat blijkt niet het geval. Willeke is die woensdag nooit op school geweest. Achteraf blijkt ook dat ze nooit zo vroeg had hoeven opstaan. Omdat ze de eerste twee uur vrij had, en pas om kwart over tien op school had hoeven zijn, zou haar wekker pas om acht uur af zijn gegaan.
De Mulders ondernemen geen actie als Willeke rond etenstijd nog steeds niet thuis is. Wel bellen ze wat rond bij vrienden en bekenden of die haar misschien hebben gezien. Om acht uur ’s avonds stellen ze Jeugdzorg in kennis, maar pas om tien uur ’s avonds wordt door de Mulders bij de politie aangifte gedaan van vermissing.
Die politie gaat er meteen vanuit met een ‘weglopertje’ van doen te hebben. Er zijn namelijk geen braaksporen gevonden. Er zijn geen tekenen van een worsteling. De hond is ’s nachts niet aangeslagen. Wel blijken er een paar spullen te zijn verdwenen. Behalve haar fiets mist er een foto van haar ouders, een spijkerbroek, een zwarte minirok, één onderbroek, één bh, en de donkerblauwe winterjas van haar pleegbroer Bart.
Pleegmoeder Herna: “Ze had geen geld, paspoort of treinabonnement bij zich, maar haar rugzak was wel weg.” Zelf heeft Herna die nacht ook niks gehoord. Ze voelt zich niet lekker, heeft aspirines genomen, en is als gevolg daarvan wat versuft geraakt. “Ik ben nooit ziek, maar toen was ik ziek.”
Uitvoerig onderzoek wordt er niet verricht door de politie. Er wordt zelfs geen rechercheteam geformeerd. Als gezegd: de politie gaat uit van een gevalletje weglopen. Dat lijkt vreemd, omdat er ondanks het winterse weer dus nauwelijks spullen ontbreken. En een wegloper neemt toch op z’n minst wel zijn of haar pinpas en treinkaart mee? Aan de andere kant: als het om een misdrijf gaat, waar een bekende van Willeke de hand in heeft gehad, en je wilt het op een ‘gevalletje weglopen’ laten lijken, dan laat je toch óók op z’n minst haar paspoort en/of treinabonnement verdwijnen?
Zwangerschap
Overigens gaat niet alleen de politie er aanvankelijk vanuit dat Willeke Dost ‘gewoon’ is weggelopen. Oók bekenden en nabestaanden doen dat. Anneke Mioch uit Staphorst, de moeder van Willeke’s hartsvriendin Geke, mag dan de laatste twintig jaar overtuigd zijn geraakt van een misdrijf en betrokkenheid van pleeggezin Mulders – een jaar na de verdwijning blijkt daar nog hoegenaamd niets van. In een interview met Marjolein Schipper van De Telegraaf, op 6 februari 1993, dus dik een jaar na de verdwijning, wordt er door Anneke Mioch, toen nog Krediet geheten, bijvoorbeeld nog met geen woord gerept over een eventuele zwangerschap van Willeke. Misbruik en mishandeling komen evenmin ter sprake. Mioch doet in het verhaal zelfs een emotionele oproep aan Willeke: “Als je ergens zit, laat wat van je horen!”
In de loop der jaren raakt men echter meer en meer overtuigd van een misdrijf. En steeds vaker priemen beschuldigende vingers richting de familie Mulders. Die verdenking komt (nog steeds) niet van de politie, maar van een drietal vrouwen. Van Anneke Mioch dus vooral. Van Willeke’s tante Lammie (Frijlink-)Dost. En van tante Klaasje Wopken. In de media laten zij, al dan niet gezamenlijk, keer op keer weten dat ze pleegvader Piet en pleegbroer Wout als belangrijkste verdachten beschouwen.
Reden: de voornoemde dagboekpassage over het gluren tijdens het douchen, bijvoorbeeld. En door de bewering van Anneke Mioch, dat haar dochter Geke door Willeke’s pleegmoeder zou zijn bedreigd. “Dat was niet lang na de verdwijning”, aldus Mioch. “Als je bij de politie je mond opendoet over Willeke, dan weten we je te vinden, kreeg mijn dochter te horen. Zegt dat niet genoeg? Ik heb het allemaal aan de politie verteld, maar die deden er niets aan.”
Volgens Lammie Dost zouden de Mulders de kamer van Willeke al drie weken na haar verdwijning hebben uitgeruimd. “Volgens haar pleegmoeder zou Willeke nooit meer terugkeren. Hoe kon zij dat toen al weten?”
Lammie Dost zegt dat ze in 1998 nog een keer contact had gezocht met Willeke’s pleegouders. “Die pleegvader schreeuwde dat ik hen met rust moest laten, anders zou mij hetzelfde gebeuren wat Willeke is overkomen. Toen ik vroeg wat dat dan was, kreeg ik te horen dat ik dat wel zou merken en werd de verbinding gebroken. Ik werd er koud van. Ik ben ermee naar de politie gestapt, maar die deed niets.”
Loverboy
Pleegmoeder Herna Mulders zelf houdt het er op dat Willeke ‘gewoon’ is weggelopen. “Ze had waarschijnlijk al lang een plan om weg te lopen”, zo ontvouwt ze haar theorie op RTV Drenthe. Willeke was de avond voor de verdwijning namelijk nogal opgewonden geweest, alsof ze iets van plan was. “Misschien dat ze in handen is gekomen van een gewelddadige loverboy. Ze zal wel in die flat in de Amsterdamse Bijlmer zijn beland, waar later dat jaar dat vliegtuig op is gestort…”
Wrang maar waar, want hoe gaan die dingen? Op 11 mei 1993 wordt de eveneens vijftienjarige Andrea Luten uit het naburige Ruinen verkracht en vermoord gevonden in de bossen bij Gijsselte. Mocht er op dat moment nog onderzoek worden gedaan door de politie naar de verdwijning van Willeke Dost, dan komt die na vandaag helemaal op een laag pitje te staan.
Opsporing Verzocht
2004. (mei) Na jaren van stilte komt de verdwijning van Willeke Dost ineens weer in de aandacht. Het Landelijk Team Kindermoord bekijkt de zaak. Bovendien komt de verdwijning van Willeke uitgebreid op televisie: zowel TROS Vermist als Opsporing Verzocht besteden aandacht aan de zaak. Het publiek krijgt daarbij een verouderingsfoto van Willeke te zien. Daarnaast wordt er een beloning uitgeloofd van 30.000 euro. Het gevolg is enkele honderden tips, maar tot een doorbraak komt het niet.
Oud-rechercheur en cold case-expert Dick Gosewehr bestudeert samen met voormalig politiepsycholoog Harrie Timmerman het dossier van de zaak. “Of dossier…”, nuanceert Timmerman, “dat is wel een groot woord. Processen-verbaal zijn er niet, want de recherche heeft de verdwijning nooit onderzocht. Er bestaan slechts wat mutaties.”
Het duo onderzoekt bovendien alle mogelijke theorieën. Ze komen uiteindelijk tot de conclusie dat er maar één reëel scenario te bedenken valt. Er moet sprake zijn geweest van een misdrijf – ook al is er dan geen lijk. En de dader? Onbekend. Maar ze noemen het gedrag van de pleegouders ‘op z’n zachtst gezegd opmerkelijk’.
Overigens geschiedt de arbeid van Gosewehr en Timmerman kennelijk voor de kat z’n staart: de bevindingen van de twee zijn voor de politie geen reden voor heropening (lees: start) van een écht politieonderzoek.
2007. Privé-detective Robert van Hoove uit Haren doet al jaren onderzoek naar de zaak, heeft op vrijwillige basis mensen gehoord, en bestudeerde interviews met de pleegouders van Willeke Dost. Ook hij levert zijn bevindingen (er is naar alle waarschijnlijkheid sprake van een misdrijf) in bij de politie, maar van die bevindingen wordt nooit meer iets vernomen.
2009. (19 mei) Omdat ze door de politie niet serieus genomen worden, hebben Dick Gosewehr en Harrie Timmerman hun analyse van de zaak Willeke Dost neergelegd bij het hoofd van de procureurs-generaal. Via hem komt het terecht bij VVD-kamerlid Fred Teeven. Die leest het rapport met rode koontjes en met stijgende verbazing.
Teeven besluit onmiddellijk tot actie. Hij is tot de conclusie gekomen dat de vermissingszaak door de politie nooit goed is opgepakt, en eist via kamervragen aan minister van justitie Ernst Hirsch Ballin dat er zo snel mogelijk een coldcase-onderzoek moet worden gestart. “Het is onaanvaardbaar dat de zaak als een vermissing wordt gezien”, foetert Teeven, “terwijl er vermoedens zijn van een ernstig misdrijf.” Volgens Teeven is er nieuw bewijs, en gaan sporen en bewijsmiddelen verloren als er niet snel wordt gehandeld.
Ook De Telegraaf komt met een uitgebreide reportage, waarin voornamelijk de tantes Lammie Dost en Klaasje Wopken, en Anneke Mioch aan het woord komen. De conclusie van het verhaal: Willeke Dost moet om het leven zijn gebracht.
Piskijkers
2009. (22 oktober) En wie zien we daar ineens door de bossen bij Koekange struinen? Als dat Robert ten Brink niet is. De presentator is er namens het tv-porgramma Het Zesde Zintuig, waarin helderzienden, paragnosten en andersoortige piskijkers een poging doen om muurvastzittende politiedossiers weer vlot te trekken.
Ten Brink is niet alleen gekomen. Behalve een cameraploeg wordt hij vergezeld door de paragnosten Petra, Tessa en Ingomar. Ook Harry Jongen, alias De Neus, een specialist in het bergen van stoffelijke resten, is van de partij.
De drie paragnosten zijn het erover eens dat ‘het niet goed voelt’. Tessa en Ingomar zeggen dat Willeke op gewelddadige wijze om het leven is gebracht, en is begraven op zo’n zeshonderd meter van de boerderij. Ingomar weet zelfs te melden dat dit door ‘een oudere en een jongere man’ is gebeurd. Óf hij is uitermate goed in zijn vak, óf hij heeft zich goed ingelezen in de reeds bekende complottheorieën.
Er wordt vervolgens gezocht naar sporen met behulp van honden, die leiden naar een stapel hout, maar gevonden wordt er niets.
‘Gerechtigheid!’
2010. (7 juni) “Gerechtigheid!”, klinkt het uit vele kelen, als op die ochtend pleegmoeder Herna en pleegbroer Bart worden gearresteerd. Kennelijk heeft de politie ineens voldoende aanwijzingen om de twee (vader Piet is in 2006 overleden) als verdachten te horen. Wellicht heeft de politie dezelfde bronnen als De Telegraaf eerder die maand. Die komt namelijk op de proppen – achttien jaar na dato! – met anonieme bronnen die beweren dat het stoffelijk overschot van Willeke wel eens op het terrein rondom de boerderij begraven zou kunnen zijn. In hetzelfde stuk wordt ineens gerept over getuigen die zouden hebben gezien dat men de persoonlijke spullen van Willeke een dag na de verdwijning (!) op het land zou hebben verbrand.
Anneke Mioch kijkt op van de arrestatie, zegt ze tegen RTV Drenthe. Dat de politie Herna als verdachte beschouwt snapt ze wel, maar Bart? “Daar snap ik helemaal niks van. Die was hartstikke gek met Willeke, en andersom. Aan de andere kant: die vader Piet was wél heel dwingend. Als hij zei: Je gaat mee, dan had je dat maar te doen.”
De politie laat in de dagen die volgen niets aan het toeval over. Met behulp van een graafmachine wordt het weiland achter de boerderij afgegraven. Zonder resultaat. Ook de boerderij wordt overhoop gehaald. De betonnen vloer in de werkschuur wordt gesloopt, net als de tegelvloer in de garage. Ook hier wordt niets gevonden.
Na tien dagen worden moeder en zoon weer vrijgelaten. “De cel was heel saai”, blikt Herna Mulders terug op RTV Drenthe. “Ik heb gevraagd of ze een boek hadden voor me. Dat hadden ze. Over Mexico.” Ze is overtuigd van haar onschuld, maar kent af en toe tóch momenten van twijfel. “Want potverdorie, ze zullen al die sprookjes die er verteld worden toch maar gaan geloven? Ik hoopte maar dat het recht inderdaad zou rechtspreken.”
Eenmaal vrij, durft ze eigenlijk niet naar huis. “Omdat ik wist wat ik daar aan zou treffen. De politie had namelijk van alles kapot gemaakt en overhoop gehaald.” Of ze justitie iets verwijt? “Nee, ze hebben volgens de voorschriften gehandeld, denk ik.”
Over de dames Lammie Dost, Anneke Mioch en Klaasje Wopken heeft ze ook nog wel wat te zeggen. “Die hebben zich verenigd, en zetten allerlei vervelende berichtjes op internet. Smerig.”
Dochter Mieke neemt het in De Stentor voor haar moeder op. “Mijn ouders hebben vanaf het begin juist heel veel media-aandacht proberen te genereren”, zegt ze. Ook laat ze weten met de gedachte te spelen om een aanklacht tegen politie en justitie in te dienen, en om smartengeld te eisen. Zo ver komt het niet.
2010. (20 september) Tante Lammie Dost eiste via haar advocaat in augustus dat het afvalterrein achter de boerderij wordt afgegraven. Vandaag is het zover, maar er wordt niets aangetroffen.
2010. (23 oktober) Anneke Mioch zegt weer een anonieme tip te hebben binnengekregen, dat er in een vennetje langs het spoor op het Koekangerveld wel eens iets te vinden zou kunnen zijn. Ze trommelt zo’n 25 vrijwilligers op die met z’n allen komen dreggen, maar gevonden wordt er niets.
2017. (25 september) SBS6-programma Team Vermissingen, gespresenteerd door Rik van de Westelaken, komt ook even buurten. Er werd een melkkarretje (…) gevonden, en dat zou wel eens een aanwijzing kunnen zijn, denkt men. Ook zou er sprake zijn van een rol tapijt, waarin een lichaam zou zitten. Duikers zoeken dat het een lieve lust is, maar er wordt niets aangetroffen.
2018. (8 januari) De zaak Willeke Dost prijkt op de tweede week van januari in de nieuwste Coldcase-kalender. Mensen wordt opgeroepen tips over de zaak door te bellen naar 0800-6070, of te mailen naar coldcase@politie.nl. “Nabestaanden en bekenden van Willeke Dost willen graag dat er een einde komt aan de onzekerheid over het lot van het meisje. Uw tips kunnen hen de rust bieden waar ze al die jaren naar op zoek zijn”, laat de kalender lezen.
Rauwdouwers
2018. (2 november) Het is de twee Drentse rauwdouwers Ab Bruintjes en Jan Huzen ter ore gekomen dat drie speurhonden van de stichting Signi afgelopen najaar op zo’n honderdvijftig meter achter de boerderij van de Mulders in Koekange zijn aangeslagen bij een ‘verdachte plek’. Een grondradar had vervolgens gewezen op ‘verstoring van de grond’. Er ligt daar dus iets begraven. Maar wie of wat? Is het Willeke?
Bij het Cold caseteam Noord-Nederland halen ze hun neus op voor deze nieuwe feiten. Niet interessant genoeg voor nieuw onderzoek, vinden zij. Maar daar nemen Bruintjes en Huzen geen genoegen mee. Want: “Het is toch te gek dat er niet nader gezocht is? Het is daar verdacht. Die honden slaan niet voor niks aan!”
2018. (4 november) De politie geeft nog altijd geen sjoege. En dat gaat de heren Bruintjes en Huzen allemaal nét iets te langzaam. Want: “Je moet toch elke gelegenheid aangrijpen om te kijken wie of wat daar in de grond ligt?!” Het duo geeft de politie tot aanstaande vrijdag de tijd. “Anders gaan we zelf graven”, dreigen ze.
Wordt vast en zeker vervolgd.
Steun Geert Jan Darwinkel!
Natuurlijk kun je gratis je ‘verhalen’ of ‘columns’ scoren via Twitter of Facebook. Maar kwalitatief goede verhalen zijn niet gratis. Degelijk journalistiek handwerk kost niet alleen bloed, zweet en soms zelfs tranen, maar ook (een beetje) geld. Voor sommige verhalen vraag ik een vast bedragje. Andere stukken bied ik wél voor niks aan. Maar omdat mijn schoorsteen ook moet roken, en omdat ik graag goede verhalen en columns wil blijven maken, zou een (al dan niet eenmalige) donatie fijn zijn, en bijzonder gewaardeerd. Dank alvast.