We zijn in Nederland kampioen efficiënt produceren. Nergens op de wereld is de doorontwikkeling van dierenrassen en gewassen zo ver als hier. Na de Verenigde Staten staan we op de tweede plaats op het gebied van export van agrofood. We hebben de beste universiteit op dit domein. Belangrijkste trekker is de Wageningen UR. Samen met bedrijven en overheden zorgt de universiteit langs verschillende innovatielijnen voor echte vernieuwingen waar de sector en de samenleving om vragen. De gemeenten rondom de universiteit profiteren van die uitstraling en hebben zich verenigd in de Food Valley regio*. Tot zo ver het goede nieuws. Over het slechte kunnen we kort zijn: een schreeuwend tekort aan technische mensen.
Hoe zit dat?
Ik vraag het aan Arnoud Leerling, verantwoordelijk voor communicatie over Regio Food Valley. We treffen elkaar bij Interface in Scherpenzeel. Leerling komt er vaker en wijst op het prikbord. “Kijk deze vacature hangt er al een jaar. Kunnen ze niemand voor vinden.”
'Dat idyllische beeld over volledig biologisch produceren met alleen maar dieren in de wei moeten we loslaten'
Even wat kerncijfers. De regio omvat 8 gemeenten, ligt tussen Arnhem, Utrecht en Amersfoort, telt 330.000 inwoners, 1 universiteit, meer dan 10 researchinstellingen, 3 Hbo-opleidingen en 3 ROC ’s. Wat is het probleem? Leerling: “Studenten laten de technische vakken links liggen en kiezen vooral voor de zachte kant, zoals communicatie en marketing.”
Waarom doen ze dat?
“De technische sector kampt met een imagoprobleem. Het is werk waar je vieze handen van krijgt, maar dat idee is allang achterhaald.” Het beeld ombuigen is monnikenwerk, beseft Leerling. Toch doen de bedrijven enorm hun best.
“Onder druk van de maatschappij worden ze steeds transparanter. Mensen willen weten wat er gebeurt met hun eten. In Barneveld zit een kippenfarm met een skybox, zodat iedereen kan zien hoe die dieren daar leven.”
Het is ook de reden dat hij wilde afspreken bij Interface, een mondiale speler op het gebied van vloertegels. Niet direct voedsel. “Vergis je niet”, zegt Leerling. “Visnetten uit de Filipijnen en bonen uit Indonesië worden hier verwerkt in garens.”
De hoofdreden is echter het nieuwe Awarehouse van het bedrijf. Een oude fabriekshal is omgeturnd tot een multifunctioneel gebouw, dat dienst doet als showroom, conferentieruimte, theater en galerie voor kunstenaars. “Volkomen doorzichtig. Het is de trend die je hier ziet. Ze gooien de zaak open en zijn niet bang voor pottenkijkers.”
Duurzame regio
Die transparantie en duurzaamheid moet de regio verder helpen. “We moeten laten zien hoe geavanceerd de agrarische sector is en wat het maatschappelijk belang is in het licht van de wereldvoedselvoorziening. Het is gewoon ontzettend belangrijk werk. Als je eens wist waar je rijst allemaal mee kunt verrijken of wat hoogwaardige broedmachines kunnen doen voor de productie van pluimvee. Daar kun je miljarden mensen mee voeden.”
Weerstanden spelen de sector parten. “Als Nederland exporteren we bijvoorbeeld enorm veel kalfsvlees. Hier is het vlees niet zo populair en dat werkt door bij de keuze om in die industrie te gaan werken. Maar waarom? Er is die sector technisch hoogwaardig werk voor werktuigbouwers en ICT-ers.”
Ook bij Interface is duurzaamheid het sleutelwoord. Onder de vloertegels zit nu nog een bitumenlaag van aardolie. Samen met de Wageningen UR wordt gewerkt aan een plantaardige variant. Binnen het bedrijf wordt gewerkt met gas uit Spakenburg. Dat is duurder, maar wel bio.
License to produce
Leerling is verre van somber. Het wereldwijde belang voor voedsel voor iedereen wint almaar aan belang. “We hebben in deze regio een ‘license to produce’. Dat gaat met machines. Echt dat idyllische beeld over volledig biologisch produceren met alleen maar dieren in de wei moeten we loslaten.”
De samenwerking met de onderwijsinstellingen in de regio wordt verder geïntensiveerd. Nu al staan er soms medewerkers van bedrijven voor de klas, maar regels werken niet altijd mee. “Het sluit niet altijd goed aan, maar de bedrijven hebben de kennis van de studenten ook nodig.”
Enigszins jaloers kijkt hij naar de regio Eindhoven, waar het onderwijs al wel ‘Brainport-proof’ blijkt. “Die kant moeten we in de Food Valley regio ook op.”
*De Food Valley regio bestaat uit: Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen.