Seniorencomplex: zegen of vloek?

De cijfers van het CBS liegen er niet om. Inmiddels zijn er 3.5 miljoen Nederlanders boven de 65. Dat is een schrikbarend aantal en die grijze golf wordt alleen maar hoger en hoger. Het woonbeleid voor deze alsmaar groter en ouder wordende groep moge bekend zijn maar is ondertussen ook in tweeën gebroken. Zelfredzaamheid aan de ene kant, moven om plaats te maken voor de jongere generatie aan de andere kant.

We kennen dus al jaren de adviezen van de overheid. Oproep 1: Blijft u vooral zo lang mogelijk thuis wonen. Blijf weg uit verzorgingshuizen. Zelfredzaamheid tot het bittere einde, dat prediken we, hoort u het goed! En mocht u om wat voor reden toch enige vorm van hulp nodig hebben: geen nood: we staan binnen 5 minuten op de stoep met 3 helpenden en in no time maken we uw fijne huis seniorenproof, gratis en voor niets. Ja, was het maar zo. Wishful thinking vooralsnog. Oproep 2: Zou u a.u.b. niet eens kleiner kunnen gaan wonen, komt uw ruime bemeten eengezinswoning weer op de markt voor gezinnen met kinderen die nu nog krapper dan krap weggestopt zijn in een een kabouter flatje, waar dan vervolgens weer een alleenstaande studente met bijbaantje of een stelletje dat wil gaan samenwonen kan intrekken. Mooie plannen toch? Hebben we dat even goed bedacht. Dat verdient toch een schouderklopje. Inmiddels weten we beter. Het tweede gebod werkt vooralsnog niet zolang er niets gebouwd wordt voor ouderen. Velen van ons blijven zitten waar ze zitten en verroeren zich niet. De woningmarkt, ook die voor ouderen, stagneert al jaren er lijkt geen beweging in te zitten. Maar…halleluja, onlangs is het Kabinet dan toch met serieuze plannen gekomen. Tot 2030 moeten er voor deze doelgroep maar liefst 290.000 worden gebouwd. Den Haag heeft dus eindelijk het licht gezien. Leeftijdsbestendig wonen wordt immers steeds urgenter, nu de verwachting is dat er in 2040 4.8 miljoen 65-plussers zullen zijn.

Maar willen ouderen eigenlijk wel verkassen? Uit het rapport ‘Belevingen‘ van het CBS bleek echter ook dat meer dan de helft van de 55-plussers niet (meer) wil verhuizen, tenzij het niet anders kan, daarbij denkend aan gezondheids- en ouderdomsklachten. Van de 75-plussers is dat zelfs driekwart. Ook als de woning ongeschikt wordt, dan kiest het merendeel van de ouderen voor aanpassingen en is verhuizen nog steeds geen gewilde optie. Begrijp me goed, dit verhaal waarbij cynisme, ironie en realiteit hand in hand gaan, staat niet op zich. Zelf ken ik, op een enkeling na, nauwelijks vijftigers, zestigers en zelfs geen zeventigers met verhuiswensen laat staan plannen. “De verhuisbereidheid van ouderen is inderdaad aan de lage kant”, zegt ook Frederique Westenberg, beleidsadviseur van De Woonbond, de stem van hurend Nederland. “Als mensen prettig wonen en geworteld zijn in hun buurt zullen ze dat ook niet snel doen. Weinig ouderen, zeker als ze nog in goede gezondheid zijn, houden zich bezig met nadenken en voorsorteren op de toekomst, terwijl dat wel belangrijk is want op het moment dat het nodig is, dan is het fijn als het makkelijk gaat. Dus tijdig inschrijven voor eventuele woonruimte later is hoe dan ook aan te bevelen”.

Die menig is ook Renate Evers, woordvoerder van de ANBO (Algemene Nederlandse Bond van Ouderen) toegedaan: “Niemand hoeft wat mij betreft op z’n 55ste al naar een seniorencomplex maar wij pleiten er wel voor dat mensen op tijd gaan nadenken over toekomstig wonen want als het opeens thuis niet meer gaat dan heb je nauwelijks iets te kiezen, dan is er geen geschikt of betaalbaar alternatief”. Dat er nu, eindelijk, ook concrete bouwplannen voor senioren op tafel liggen, dat klinkt Evers uiteraard ook als muziek in de oren. “Ja, mooie ideeën en er zijn ook genoeg partijen die daarvoor initiatief ontwikkelen, denk aan burgers, provincies, corporaties en projectontwikkelaars maar die komen in een enorme bureaucratische vergunningen strijd terecht en haken dus af. Het is aan de gemeenten om dat te faciliteren anders komen we geen stap verder. Wij roepen de overheid al jaren op om een goede visie te ontwikkelen op de veranderende samenleving. Het woonbeleid voor ouderen moet op de schop. De huidige woningmarkt is niet toegerust op de toenemende vergrijzing. Er is nu een veel te grote kloof tussen zelfstandig wonen en verzorgings- en verpleeghuizen. Wij pleiten voor tussenvormen zoals bijvoorbeeld hofjes en moderne levensloopbestendige appartementen met, als dat gewenst is, hulp om de hoek”. Samengevat: meer, meer, meer betaalbare sociale huurwoningen voor senioren en niet alleen op papier..

Downsizen

Foto door Pressfoto op Freepik

Blijft staan dat er ook ouderen zijn, die wel genegen zijn om te downsizen en meters in te leveren maar die kunnen voorlopig nergens naar toe en dus stokt de doorstroming al jaren, niks nieuws onder de zon maar het blijft een verontrustende constatering. “Er Is inderdaad veel te weinig gebouwd voor senioren”, beaamt Frederique Westenberg van de Woonbond. “En het aanbod is voor veel ouderen ook niet aantrekkelijk. De ene oudere is nu eenmaal de andere niet, diversiteit is belangrijk. Wat ook meespeelt is dat huurders op leeftijd al heel lang in dezelfde woning zitten en een relatief lage huur betalen. Als die al willen verhuizen worden ze geconfronteerd met veel hogere woonlasten en dat is zeker een drempel”. We hebben het hier dus over vastgeroeste oudere huurders die in een tijd dat velen toch al de broekriem moeten aantrekken, wel wat anders aan hun hoofd hebben. Niet over vermogende ‘Zwitserleven’ senioren die geen boodschap hebben aan inflatie en torenhoge energieprijzen. Die luxe koop- en vrije sector huurappartementen voor het uitkiezen hebben als ze in de herfst van hun leven zijn aanbeland. Zie de ‘Op zoek naar een riante zorgvilla in een bruisende woonomgeving?’ lokroep in de bladen. Ook voor mij geldt dat ik niet zomaar kan verkassen maar – er is een maar – ik wil ook niet verkassen, dus ja oke, beschimp me, veroordeel me, plak op mij ook maar het etiket ‘weer zo’n oud mens zonder woonschaamte’.

Het was een week of twee geleden dat ik een familielid out of the blue hoorde zeggen: “Zou je niet willen verhuizen, dit huis wordt toch veel te groot voor je”? Toegegeven, hij had een punt. Mijn oude vertrouwde stek met McCartney poster aan de muur, is inderdaad aan de royale kant voor een single. Ik was het gesprek na 5 minuten al beu en wilde er op z’n Derksens meteen mee kappen toen het bezoek ook nog de zin: “Zo’n leuk appartementje in een seniorencomplex is dat niks, heb je ook wat gezelligheid om je heen?”, er uit gooide. Ik verslikte me bijna in m’n koffie. Hoe konden ze dat nou zeggen, alsof ze niet wisten dat ik daar absoluut geen type voor ben. Dat je eerst 8 jaar of langer op een wachtlijst komt. Dat er weinig tot niets gebouwd is en wordt voor senioren die slechts kunnen huren. Dat dat ooit in het leven geroepen idiote beleid om als huurder vanaf je 55ste in aanmerking te komen voor een seniorenwoning ertoe heeft geleid dat de echte oudjes van nu het nakijken hebben, want die toen nog fris en fruitige vijftigers met hun ‘lot uit de loterij’ huisje, blijven misschien wel 25 jaar of langer hangen in hun keurige ‘knarrenhofjes’ met te behappen tuintje. Die gaan never nooit meer weg tenzij omstandigheden hen ertoe dwingen. Gelukkig stokte de conversatie toen de tandartspraktijk belde om een afspraak te verzetten, over leuke onderwerpen gesproken.

Dwazen van dagen

Toch liet het me niet meer los die dag. ‘s Nachts in bed, woelend, bedacht ik hoe het zou zijn; wonen in zo’n seniorencomplex tezamen met honderd andere, nog redelijk kwieke oudjes. De benauwende gedachte daaraan had ik wel vaker de laatste tijd maar nu drong het zich wel heel erg op omdat de kinderen zo nodig het onderwerp zo moesten aansnijden. Hoe vaak heb ik niet hoofdschuddend TV-rechters zien worstelen met de zoveelste problemen tussen elkaar in de haren vliegende ouderen in zo’n woongemeenschap. Kijvende wijven en hun al even doorgedraaide ega’s met bloempotten zien smijten, appels naar ‘het monster beneden’ zien gooien, met wandelstokken op ramen zien slaan en elkaar met verfspuitbussen te lijf zien te gaan. Een kleurrijk en kolderiek schouwspel ware het een komisch theaterstuk geweest, maar dit was real life en dus shocking. Er zijn raddraaiers die voor minder een taakstrafje hebben gekregen. Je moet er toch niet aan denken om een paar van die horror buren op je etage te hebben. Om nog maar te zwijgen over roddeltantes op leeftijd’. Juice channels op de gang? Reken maar van yes. Zo hoorde ik ooit een rap van de tong gesneden volkstype zeggen: “Dat rot kreng zit de ganse dag naar binnen te gluren en weet je met wie ze aanpapt? Met die kerel van Thea van nr. 38, een vuile gluiperd is het. Jaloezie, vage vermoedens van overspel, het bestaat, ook op de oude dag. Geheid dat je over de tong gaat als je als alleenstaande mevrouw een gezellig gesprekje aanknoopt met de bezette buurman van 2 deuren verder. Want oh wee, blijf van m’n kerel af. Ik voorzie al een nieuwe soap: ‘Pesterij op de galerij’. Zij van Froger lijkt me reuze geschikt om het te presenteren. Het zijn absoluut incidenten en het merendeel gedraagt zich voorbeeldig maar toch, je zal maar een paar van deze ‘dwazen van dagen’ naast je te hebben. Verschil in leeftijd, sociaal milieu en lifestyle liggen vaak ten grondslag aan dit soort gepest en getreiter. Ouderen vormen zeker geen homogene groep. Natuurlijk, je hoort ook andere verhalen; over verdreven eenzaamheid, over hulpvaardigheid, goed nabuurschap en samen leuke dingen ondernemen. Velen hebben het er best wel naar de zin. En toch, toch is zo’n community niks voor mij. Is het echt zo dat journalisten vaak een beetje anders zijn? Solitair? Gezelligheid: prima. Feestje: graag. Maar mijn gemeenschapszin heeft grenzen. Gezamenlijkheid, het inleveren van een flinke portie privacy, de gedachte alleen al. Een groepsmens zou ik mezelf zeker niet willen noemen. Maar ik zal toch niet de enige zijn die koude rillingen krijgt bij de gedachte aan ‘Happy together, how is the weather’ koffieleut ochtenden met medebewoners in de centrale ruimte ook wel woonkamer genoemd.

Verlegenheid is een woord dat niet in mijn vocabulaire voorkomt. Zou ook een slechte eigenschap zijn voor iemand in dit vak. Ik maak snel een praatje met Jan en alleman, noem me gerust outgoing maar ik houd nu eenmaal niet van vriendelijke, doch dringend aangeboden ‘old school’ activiteiten in zo’n complex. Daar komt bij dat ik van ‘Late at night’ ben en zeker niet van ‘Early in the morning light’, dus mocht ik me ooit geroepen voelen zo’n ochtendritueel bij te wonen, geheid dat ik de laatste ben die aan zou schuiven. Ze zouden raar opkijken naar dit vintage vrouwtje met haar nog half dichtgeplakte ogen. En zou ik daar dan nooit meer kunnen tokkelen op mijn gitaar? Aan niemand kunnen vertellen dat ik Multicolor van Sons Mieux zo’n lekker nummer vindt. Nooit meer spontaan kunnen meegalmen met Snollebollekes? Ik zie ze daar in de recreatieruimte nog niet schouder aan schouder van ‘links naar rechts’ gaan. “Om tien uur ‘s avonds is het zo goed als stil”, vertelde een kennis me laatst. Laat zij nou helemaal heppie-de peppie zijn in haar appartementje. Tien uur..? Hallo, dan ga ik nog netflixen en misschien wel een ‘stukkie tikken’ tot ver na middernacht. Wat zou de goegemeente daar wel niet van denken? Gekonkel gegarandeerd. Ik hoorde het ze al zeggen: “M’n man zag toevallig dat er bij die van nummer 66, je weet wel, die met die groene teddy jas, om een uur ’s nachts nog licht brandde. Zou ze een vriend hebben?”.

Vaak staan er in dit soort complexen ook gezellige muziekmiddagen op het programma zo begreep ik van die kennis. Vast en zeker verzorgd door smartlappenkoren met vrolijk stemmend namen als ‘Vergeet je verdriet’ en ‘Bittere Tranen’. Ik zie mezelf daar niet zen van worden. Laat mij maar lekker de heupen losmaken op Springsteens “Dancing in the dark”, uiteraard rekening houdend met de buurman, want ja gehorig he. Pas op voor teveel decibels. Voor je het weet gaat ook mijn ruit aan diggelen door zo’n wandelstok of ontwaar ik een zakje hondendrollen in mijn brievenbus. Moet ik soms een oude hockeystick mee nemen? Mijn appartementje hufterproof maken of Rico Verhoeven inhuren?

Andere tijden

Foto door Freepik

Ook van vertier in de vorm van sjoelbak competities, bingo sessies en ochtend vermaak als: ‘Warming up’ vanuit je stoel’ werd die kennis helemaal blij. Mij zou het bij voorbaat de bibbers bezorgen. Meer dan eens ontwaar ik her en der uitnodigingen van naburige zorgcentra om ‘gezellig mee te komen doen met onze leuke activiteiten voor ouderen’. Lief gebaar, zeker, zo’n invitatie voor – ja u leest het goed – de 50-plussers uit de buurt. Niet dat ik nu nog een rock-’n-roll leven leidt maar ik voel me – net als vele anderen – nog niet geroepen om in de herfst een tocht met paard en wagen of een ritje in een oude stoomtram te maken, vervolgens paddestoelen te zoeken om daarna (met fleecedeken om, ja het stond er echt) van chocolademelk op een terras te genieten. Vanuit al mijn goedheid wens ik het hen, die vanwege een broze of zelfs slechte gezondheid echt achter de geraniums moeten zitten en verlangend uitkijken naar zo’n uitje, van harte toe. Maar is 55 anno 2022 niet het nieuwe 45? Dus waarom presenteert de 50PlusBeurs zich als ‘Het Silver Event’, een term afgeleid van het Engelse ‘Silver Generation’, hippe, moderne, leuk bedachte benaming zeker maar waarom leg ik dan toch de link met wit/grijze haren, terwijl heel wat dames daar met een fraai gekleurde coupe rondlopen? Nooit gehoord van sprankelende happy 50+vrouwen zonder granny look en modebewuste kerels met kekke witte sneakers en een toefje gel in het haar? Zeker ook nooit gehoord van Granfluencers op insta en TikTokkende golden oldies? Cool toch. Dus, slaan we niet een beetje door? En wat dan als je de pensioenleeftijd bereikt. Ben je dan al half afgeleefd en voor driekwart uitgeleefd? Wil je dan ‘Telkens weer’ naar Willeke Alberti luisteren en uren naar Rieu kijken? Vroeger, ja vroeger, stond je al bijna aan de hemelpoort als je die leeftijd al haalde. Maar dat waren andere tijden en ‘The times they are a changin’.

Tegenwoordig zie je senioren nog headbangen bij Metallica of uit hun dak gaan bij The Stones. Zestigers op Pinkpop, daar kijkt toch niemand meer van op. Kunnen we niet eens ophouden om iedereen die de ‘respectabele’ leeftijd van 55 bereikt per direct overjarig te noemen. Gefeliciteerd: u treedt vanaf nu toe tot het grote leger senioren, keuring niet vereist. U krijgt van ons het stempel ‘oud’. Uw hoogtijdagen zijn geteld. Ja rouw maar om verloren gegane jeugdigheid. Uw woest kolkende leven wordt vanaf heden een voortkabbelend bestaan. U staat ook niet meer midden in de samenleving. U wordt geacht een stapje opzij te doen, ook letterlijk, want u bent nu vast ook zo’n empty nester in een veel te grote woning dus: maak plaats maak plaats maak plaats. Een enigszins achterhaald idee. Heeft dan niemand door dat de meeste moeders hun 1e kind op steeds latere leeftijd krijgen; begin 30 is volstrekt normaal en op je 37ste en soms nog later de 2e of 3e op de wereld zetten, daar kijkt niemand meer van op. Dat papa worden tussen je 40ste en 50ste inmiddels ook ingeburgerd is want, tweede leg, nieuw jong gezin begrijpt u. Reken maar uit, deze ouders zitten op hun 55ste gewoon nog met hun kroost op de bank, in die ruime gezinswoning dus. Kans dat die kids voor hun 21ste uitvliegen zoals eens doodnormaal was: nihil. Het moge toch bekend zijn dat jongeren steeds later op zichzelf gaan wonen. Volgens Eurostat, het Europees bureau voor de statistiek, is de gemiddelde leeftijd waarop ze uit huis gaan inmiddels 24 jaar. De reden: ook voor die steeds groter wordende groep, waaronder ook studenten, is eigen woonruimte, hoe benepen ook, een illusie.

En ik? Ook ik blijf hier voorlopig wel hangen. Honkvast. Net als al die andere buurt boomers. Jammer Generatie Next. Helaas stellen met kinderwens en vooruit, een bescheiden mea culpa voor ouders met minimensjes in die veel te krappe flat…

Mijn gekozen waardering € -

Freelancer journaliste. Schrijft over de plussen en minnen van het senioren bestaan..