Er zijn maar weinig Nederlanders die niet kunnen lezen en schrijven. Er zijn alleen wel veel mensen die weliswaar geen analfabeet zijn, maar hebben moeite met taal. In totaal gaat het om 1,5 miljoen mensen tussen de 16 en de 75 jaar die onvoldoende 'talig' zijn om mee te komen in onze informatiesamenleving. Daarmee scoort Nederland internationaal gezien goed. In België is bijvoorbeeld een op de zeven volwassenen laaggeletterd. Driekwart van de laaggeletterden is autochtoon en zat in Nederland op school. Ongeveer de helft van hen is werkloos, of niet actief op de arbeidsmarkt.
kan ik dat formulier meenemen en thuis invullen?
Vaak ontkennen laaggeletterden hun eigen problemen. Ze schamen ze zich omdat ze zoveel kennis missen. 'Ik ben mijn bril vergeten', of 'kan ik dat formulier meenemen en thuis invullen?' zijn bekende excuses. Daarom zoeken ze hulp in hun sociale netwerk voor bijvoorbeeld formulieren. Aan de andere kant komt er ook veel onverschilligheid voor. Laaggeletterden vertrouwen op de kennis die ze wel bezitten, ook als dit onvoldoende is.
Taalniveau
Arjan Beune, adjunct directeur van de Stichting Lezen en Schrijven, die zich bezig houdt met het bestrijden van laaggeletterdheid: “laaggeletterden moeten zich staande te houden in een informatiesamenleving. Het openbaar vervoer is best ingewikkeld, dus gebruiken ze de fiets of de auto. Voor het plannen van je route, het gebruiken van je chipkaart en het lezen van een vertrekstaat moet je allemaal kunnen lezen.”
Veel laaggeletterden zijn creatief in het oplossen van hun problemen, legt Beune uit. “Als ze informatie willen hebben Googelen ze net zo lang totdat ze iets vinden dat wel begrijpelijk is. Voor reisinformatie kun je bellen naar 9292. Dat is voor hen makkelijker dan de website.”
Grote letters
Hoe een druk station als Utrecht Centraal er door de ogen van een laaggeletterde uitziet, kan het beste door een laaggeletterde verteld worden. Anneke Kragte is taalambassadeur voor de Stichting Lezen en Schrijven. Ze leerde lezen en schrijven toen ze 44 was. Rien Brakele gaat mee, hij is bezig om te leren lezen en schrijven.
Voor mij is dit station een grote brij van informatie
Al bij binnenkomst merkt Anneke op dat de letters op de informatieborden vaak zo klein zijn. “Wij trekken woorden uit elkaar om ze te lezen. Dat is eenvoudiger bij grote letters. Meer werken met verschillende kleuren zou makkelijker zijn, net als werken met korte zinnen. Als je je lang moet concentreren op een woord kost dat heel veel energie.” Rien: “Voor mij is dit station een grote brij van informatie. Vroeger was het een lange gang met trappen opzij, nu raak ik het overzicht kwijt.”
Het kaartautomaat is een volgende hindernis. Anneke: “op het oplaadscherm staan veel te lange zinnen. Daar kom je sowieso niet uit.” We proberen een papieren kaartje naar Naarden-Bussum te kopen. Rien tuurt naar het scherm, maar kan de juiste letters niet vinden. “Ik wil naar Naarden, hoe kan ik dat invoeren? Vroeger met de loketten was het veel makkelijker. Ik zou nu iemand van het NS-personeel vragen om me te helpen.”
Arjan Beune, van de Stichting Lezen en Schrijven: “Juist op de grote, chaotische stations redden ze zich wel omdat er NS-personeel rondloopt aan wie ze vragen kunnen stellen. Op kleine stations loopt geen personeel. Daar komen ze dus liever niet."
Chaos
Als ik de bovenste regel heb gelezen, dan verspringt de tekst al
Als Anneke en Rien op zoek naar reisinformatie door het station lopen, valt het op dat ze alle informatie bekijken. Het onderscheid tussen reclame en reisinformatie is moeilijk, voor wie moeite heeft met lezen en de huisstijl van de NS niet kent. De verbouwing maakt de chaos compleet. Het bord met reisinformatie levert problemen op. “Het gaat te snel”, zegt Rien. “Als ik de bovenste regel heb gelezen, dan verspringt de tekst al."
Door de verbouwing lijkt Utrecht Centraal extra chaotisch, ondanks alle pogingen om informatie te structureren. Rien ontdekt uiteindelijk de gele informatieborden om de trein op te zoeken. Helaas zijn de letters te klein, al begrijpt hij wel dat het hier eigenlijk nodig is om met kleine letters te werken. Vervoerders maken veel gebruik van pictogrammen op stations, in treinen en in bussen. Arjan Beune: “door de pictogrammen wordt het wel makkelijker, maar het is niet de oplossing. Vergeet niet dat mensen last krijgen van reisstress. Daardoor registreren ze minder en valt het effect van de pictogrammen deels weg.
Online
Hoe kunnen vervoerders en vervoersautoriteiten hun informatie toegankelijk maken voor laaggeletterden? Arjan Beune pakt de website van de NS er bij. “Ik snap dat websites als deze erg veel taal bevatten. Het ziet er allemaal heel trendy uit en er staat veel informatie op. Maar eigenlijk zou ik graag een knop zien met 'klik hier voor een eenvoudige versie van deze site', met daarachter een site met alleen de basic reisinformatie. Een gesproken versie van de site is een leuke aanvulling, maar geen oplossing.” Over de inzet van filmpjes om handelingen als het opladen van een ov-chipkaart uit te leggen, is Beune wat positiever. “Maar dan moet het niet te belerend of juist te flitsend worden. Filmpjes moeten zakelijk en praktisch in elkaar zitten.”
“De NS heeft geen specifiek beleid voor laaggeletterden, maar probeert wel zo eenvoudig mogelijk te communiceren, vertelt Martijn Kamans, woordvoerder van de NS. “We zijn actief bezig om het openbaar vervoer voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk te maken. Op onze website staan veel demonstratiefilmpjes over bijvoorbeeld het reizen met de ov-chipkaart. Ook is het mogelijk de website voor te laten lezen. Ik geef wel toe dat de homepage lastig kan zijn, want daar staat heel veel informatie op, voor alle doelgroepen. We hebben die informatie via de tabbladen zo overzichtelijk mogelijk ingedeeld. Als je na de eerste keer inzoomen bij de juiste informatie bent, is het een stuk helderder.”
Dat hartje in het logo van de ijsverkoper, dat onthouden ze
Anneke Kragte van de Stichting Lezen en Schrijven: “Laaggeletterden zijn niet dom. Ze kunnen heel goed onthouden, juist omdat ze geen aantekeningen kunnen maken. Dat hartje in het logo van de ijsverkoper, dat onthouden ze”, terwijl ze op de winkel in het nieuwe gedeelte van Utrecht Centraal wijst. “Zo kunnen we onze weg ook vinden.” Hoe goed vervoerders ook hun best doen op de communicatie, Anneke zou toch het liefst zien dat iedereen leert lezen en schrijven. “Het is niet alleen lezen en schrijven, het is zoveel meer; een vergroting van je woordenschat, voor jezelf op durven komen. Het heeft me zoveel opgeleverd.”