‘A very happy day’, zo begroet oud-premier Jigme Thinley van Bhutan zijn gehoor. Het is ook meteen de laatste vrolijke noot uit de mond van de man die de staat van zijn land afmeet aan het bruto nationaal geluk. Hij is op expeditie happiness en dat is een reis met een bestemming.
Hij nodigt ons uit om in zijn gedachtengoed te stappen. ‘Wij zijn mogelijk de laatste generatie die daadwerkelijk nog wat kan veranderen op onze planeet. Als wij niks doen, dan dreigen er enorme crises en tekorten aan voedsel en water. Stop met leven als een economisch beest en wordt weer menselijk.’
Hoog in de bergen is het goed beschouwen
Het zijn harde woorden van de vriendelijke man, die sinds hij geen premier meer is, als een moderne missionaris de wereld over reist met zijn verhaal. Hij houdt ons een spiegel voor en blijkt onze maatschappij beter te kennen, dan dat wij een beeld hebben bij Bhutan. Het is een droombestemming voor reizigers, maar slechts weinig mensen zijn er echt geweest. Het merendeel van de 740.000 inwoners leeft boven de boomgrens. Sinds de jaren ’90 hebben ze televisie en ongeveer 10 procent van de bevolking zit op Facebook. Plastic tassen zijn er verboden.
‘Wat we nu aan het doen zijn in de wereld, noem ik stelen van toekomstige generaties’
Hoog in het Himalaya-gebergte is het echter goed beschouwen. De bergstaat ligt ingeklemd tussen reuzen als China en India, waar de economische groei nog lang niet is gedoofd. Thinley voorziet enorme problemen als die twee landen nog meer gaan consumeren. ‘Bhutan is het waterreservoir van Zuidoost Azië en we zien nu al problemen ontstaan.’ Hij houdt zijn hart vast voor de toekomst. Misschien zijn wij wel echt de laatste generatie die nog vis uit de oceaan kan vangen.’
Door de focus te verleggen naar het bruto nationaal geluk (BNG), hoopt hij dat de wereld kantelt. Eenvoudig is dat niet. De BNG-index wordt lang niet door iedereen geaccepteerd als een volwaardig meetinstrument naast het bruto nationaal inkomen of het bruto nationaal product. Bhutan komt wel de eer toe deze index te hebben ontworpen. Pijlers onder het systeem zijn de bevordering van billijke en duurzame sociaal-economische ontwikkelingen, het behoud van culturele waarden en het natuurlijke milieu en goed bestuur van ondernemingen. Critici van het systeem zeggen dat deze waarden door een overheid gemakkelijk te manipuleren zijn.
Thinley deert het niet. ‘Wat we nu aan het doen zijn in de wereld, noem ik stelen van toekomstige generaties.’ En waarom doen we dat? ‘Omdat we denken dat de markt dat van ons verwacht.’
Hart- en vaatziekten, depressies en obesitas
‘Maar worden we er gelukkig van?’. Van de stilte die valt, maakt hij als politicus dankbaar gebruik. ‘Waarom is het oorlog in Afrika, Oekraïne en het Midden-Oosten? Mensen voelen zich benadeeld. Pikken de verdeling van rijk en arm niet meer en de internationale wetten schieten tekort. Wat doet rijkdom met de mensen die het kennen? Ze krijgen hart- en vaatziekten, obesitas, ze voelen zich eenzaam, omdat ze te weinig contact hebben met familie en vrienden. Het aantal zelfmoorden stijgt schrikbarend.’
De suggestie dat het BNG niet voldoet als maatstaf, wuift hij weg. ‘Het is de bedoeling van het leven om geluk te ervaren. Het is voor iedereen bereikbaar. Niet alleen voor ons boeddhisten in Bhutan.’
Happiness is niet soft
Een panklaar recept heeft hij niet. Maar expeditie happiness – met geluk als leidraad – heeft wel een paar belangrijke kernwaarden. Zo gaat het om de menselijke maat. Wat klopt er voor jou. We hoeven niet allemaal bergen te beklimmen. Het gaat om je thuis voelen bij je familie en voor ze zorgen. Veel landen kennen al een participatiemaatschappij. Individualisering is goed, maar het moet niet doorslaan. Als je je niet kunt bedenken wat je voor iemand betekent, dan ben je te ver doorgeschoten met ik-denken. Thinley: ‘Happiness is niet soft.’