Syrische vluchtelingen die aangevallen worden in Turkije, hun winkels in brand gestoken, auto’s beschadigd. Die ook al geruime tijd Turkije uitgezet worden, deels naar gebied dat Turkije in Syrië bezet houdt.
En tegelijkertijd Syrische vluchtelingen die in Irak worden opgepakt en uitgezet. Zelfs als ze geldige verblijfspapieren hebben, of erkend zijn als vluchteling door de VN, zoals Human Rights Watch in een recent rapport aan de kaak stelt.
In Irak verblijven zeker 280.000 Syriërs, van wie de overgrote meerderheid (240.000) in de Koerdistan Regio wonen. In Turkije zijn dat er zeker 3,6 miljoen, onder meer als gevolg van de omstreden Europese deal met Ankara om vluchtelingen buiten de EU te houden. Dat is een voorbeeld van opvang in de regio, waarmee politici in Europa die pleiten voor minder vluchtelingen voortdurend schermen.
Opvang die echter bepaald niet gegarandeerd is. HRW maakt melding van Syriërs met een Iraakse verblijfsgunning die recent op straat of op werk zijn opgepakt. Die op het vliegveld van Bagdad of Erbil zijn gedropt en dan zelf moesten zorgen dat ze op een vlucht naar Damascus kwamen. Want ze mochten Irak niet meer in.
Arbeidsmarkt
Hebben ze iets misdaan? Ze vormen concurrentie op de arbeidsmarkt. Werken harder, zijn vaak beter opgeleid en hebben minder eisen dan lokale krachten. In Iraaks Koerdistan leidt het Iraakse afschrikkingsbeleid ertoe dat Syriërs hun verblijfsvergunning niet meer kunnen verlengen. Tenzij de werkgever er een fors bedrag voor neertelt omdat hij zijn krachten niet kan missen. Veel werkgevers zijn daartoe bereid omdat lokale krachten geen vervanging vormen voor hun Syrische werknemers.
Zowel in Irak als Turkije zijn de anti-Syrische gevoelens de afgelopen maanden toegenomen. De vluchtelingen vormen in beide landen een bruikbare zwarte piet voor overheden die geen ander antwoord hebben op toenemende armoede en werkloosheid.
Er zijn allerlei redenen waarom Syrische vluchtelingen niet terug kunnen of durven naar huis. Het repressieve bewind van president Assad met zijn beruchte gevangenissen. Angst voor de militie die de macht heeft in hun woongebied – of het nou radicale moslimgroepen zijn of de Koerden. Geen uitzicht op werk, dus geen kans op overleven.
Wie gedeporteerd wordt en ontkomt aan arrestatie door Assads mensen, duikt onder of vlucht naar Libanon. Maar ook dat land kan het aantal Syrische vluchtelingen allang niet meer aan.
Deportatie
Toch heeft Turkije vorig jaar zo’n 57.000 Syriërs gedeporteerd. De gedwongen deportatie is in strijd met mensenrechten en internationale verdragen, komt in een tijd van groeiend nationalisme in Turkije. De overheid doet ook niets om aanvallers zoals deze week in Kayseri te straffen of tegen te houden. In Kayseri moesten winkels en eigendommen van Syriërs het ontgelden. De aanleiding daar zou een aanranding van een kind zijn door een Syrische man.
Dat leidde in Turkije tot oproepen van burgers om Syrische migranten uit te zetten, waarop de Turkse overheid in delen van Zuid-Turkije internet en sociale media aan banden legde. Dat gebeurde echter pas toen de onrust al was overgeslagen naar gebieden in Syrië die Turkije (indirect) bezet houdt, zoals Idlib en Aleppo.
Daar gingen honderden mensen de straat op, bestormden Turkse instituties, vielen auto’s en vrachtwagens met Turkse nummerplaten aan. Turkse vlaggen werden van gebouwen gehaald. Er zijn zeker vier doden gevallen en twintig gewonden.
Met name in Afrin was het onrustig, een van origine Koerdische plaats in noordoost Syrië waar Turkije de demografie probeert te veranderen door er gedeporteerde Arabische Syriërs te hervestigen. Hier kwam het tot gevechten tussen Syrische oppositiegroepen en Turkse militairen. Turkije heeft inmiddels alle grensposten met Syrië gesloten.
Detente
Wat een grote rol speelt bij de uitbarsting van Syrische burgers tegen de Turkse bezetters die ze jarenlang hebben gedoogd of zelfs omarmd, zijn de aanwijzingen voor een detente tussen de presidenten Erdogan en Assad. Beiden hebben te kennen gegeven open te staan de relaties tussen hun landen te normaliseren. De Russen proberen de twee aan tafel te krijgen, de Iraakse premier Sudani organiseert in Bagdad overleg op ministersniveau tussen de twee landen.
Toen de Syrische burgeroorlog in 2011 uitbrak, was Erdogan een van de grote criticasters van Assad. Dat niet alleen; hij steunde de oppositie. Vooral radicaal islamitische oppositiegroepen en -milities kregen steun, tot aan de terreurgroep ISIS toe. Tegelijkertijd voerde hij zijn strijd op tegen de Koerden, waarbij hij de Turks-Koerdische PKK over een kam schoor met alle Syrische Koerden, wat leidde tot de bezetting van een deel van de grensregio in noordoost Syrië.
Illustratief van de huidige afkeer van Syriërs is de man die in Afrin tegen Turkse soldaten fulmineerde: ‘Jullie willen ons aan Assad verkopen? Dan verkopen wij jullie aan de PKK!’ De publieke retoriek jegens Turkije is totaal omgedraaid; nu is dat een ‘bezetter’, een ‘racistische staat’ en een ‘dreiging’. Dat komt uit de monden van dezelfde Syriërs die de Turken jarenlang prezen vanwege hun hulp in de strijd tegen Assad. En nu dus dreigen de PKK te zullen steunen in hun verzet tegen de Turkse staat.
Wie de regio kent, weet dat ‘de vijand van mijn vijand is mijn vriend’ een gangbaar adagium is. En dat het in Syrië tot de zoveelste ronde van geweld kan leiden.
Boost
Analisten wijzen erop dat het voorspelde moeizame proces van een normalisering van de Turks-Syrische verhoudingen daardoor wel eens een ongekende boost zou kunnen krijgen. Dat Erdogan en Assad door het nieuwe geweld in elkaars armen worden gedreven. En dat de omgeslagen stemming de Koerdische oppositie en SDF-administratie in noordoost-Syrië wellicht tot samenwerking zal dwingen.
Syriërs voelen zich voor de zoveelste keer in de steek gelaten en opnieuw overgeleverd aan een dictator die ze probeerden te verjagen. Vergeefs, omdat Iraniërs en Russen hem te hulp schoten. Nu dreigen Ankara en Bagdad dat werk af te maken, omdat ze van de vluchtelingen afwillen.
Maar Assad steviger in het zadel helpen zal alleen de onrust in Syrië vergroten. En als direct gevolg ook het aantal vluchtelingen dat veiligheid zal gaan zoeken. Nu zijn er al twaalf miljoen Syriërs ontheemd (de helft van de bevolking van voor de burgeroorlog), van wie zes miljoen het land is ontvlucht. Voor achterblijvers wordt in eigen land blijven steeds gevaarlijker. Maar waar kunnen zij nog terecht?