Daarbij blijft het niet: van de 20.000 ontbrekende kamers staan er 4.000 op de tekentafel. 7.000 worden er nu gebouwd. Maar dan nog ontbreken er in 2016 10.000 kamers als er niet snel plannen worden gemaakt.
Dat blijkt uit de kamernoodinventarisatie van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). In 2011 maakten woningorganisaties in het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting (LAS) afspraken om het kamertekort vóór 2016 aan te pakken. Halverwege de termijn maakt de LSVb de balans op en kijkt welke plannen zijn gerealiseerd.
Jorien Janssen, voorzitter van de LSVb is maakt zich zorgen over de achterstand: ‘De positieve houding van minister Blok (VVD) over het LAS is onterecht. Veel bouwprojecten lopen vertraging op, het is de hoogste tijd voor Blok om de bouw van studentenkamers aan te moedigen.’
Om de kamernood echt op te lossen zijn er nog 10.000 kamers extra nodig. Jorien Janssen: ‘Dit betekent dat we tot 2016 binnen dezelfde tijd twee keer zoveel kamers moeten bouwen om de woningnood onder studenten terug te dringen, dan er tot nog tot zijn gebouwd.’ Overigens hebben niet alle steden woningnood. Den Bosch bijvoorbeeld en Eindhoven ook niet. In steden als Zwolle en Groningen is vooral behoefte aan woningen die beter zijn: dichter bij het centrum en minder medebewoners.
Opvallend is dat de sociale sector het grootste aandeel heeft in de bouw. Vooral in Utrecht blijven initiatieven vanuit de particuliere sector uit. In het LAS spraken sociale huisvesters af 16.000 kamers voor hun rekening te nemen. Hiervan zijn er nu 7.000 gebouwd. Volgens de LSVb ligt een grote oorzaak van de achterstand bij de onzekerheid over de huurprijs van studentenkamers. Hierdoor lagen veel projecten stil en bleven nieuwe plannen uit. De LSVb roept minister Blok op om met Prinsjesdag duidelijkheid te geven, ‘zodat papieren plannen kunnen worden omgezet in huizen van steen’, zegt de bond.