Tel Aviv aan de Spree

Duizenden jonge Israëli’s streken de afgelopen jaren neer in Berlijn. ‘Tel Aviv aan de Spree’, wordt de Duitse hoofdstad in Israël genoemd. Het verleden ligt in Berlijn overal op de loer. ‘Hier voelde ik voor het eerst wat het betekent om Joods te zijn.’

De symboliek is onontkoombaar. Berlijn, de stad die voor Joden lang synoniem stond voor verschrikking en vernietiging, geldt nu onder Israëlische jongeren als een ‘coole’ plek, de meest geliefde stad om naar uit te wijken. Weg van de stress en de spanning in eigen land, weg van de religieuze druk en weg, ook, van de angst. ‘In Berlijn,’ zegt auteur en journalist Ilan Goren (39), ‘kan ik vrij ademen.’

Taalcursussen

Zo’n drieduizend Israëli’s met Duitse wortels vragen jaarlijks een Duits paspoort aan. De Duitse taalcursussen in Tel Aviv en Jeruzalem zitten propvol. Dagelijks zijn er meerdere vluchten van Tel Aviv naar Berlijn, waar Meshugge-feesten worden gehouden met deejay’s in I love Israël t-shirts onder een Israëlische vlag. Een Berlijns radiostation zendt tegenwoordig programma’s uit in het Hebreeuws.

De komst van zoveel Israëli’s naar Berlijn heeft iets triomfantelijks, erkent Ilan Goren, in een cafe in de wijk Kreuzberg. ‘Het is alsof we willen zeggen: ‘Kijk, we zijn er nog’. Er kleeft een soort van pervers plezier aan.’

Mottek

Onlangs verscheen Gorens debuutroman Wo bist du, Mottek? Ein Israeli in Berlin. Daarin speelt de geschiedenis van zijn familie een rol: van zijn overgrootvader Juda Hellwinkel, die uit een Poolse sjtetl in de jaren ‘20 naar Berlijn kwam. En van zijn moeder, die Ilan als kind Ritter-chocolade liet eten, als tastbare herinnering aan Duitsland, het land waarover ze zoveel vertelde.

Ook al had hij die Duitse wortels niet, dan nog was Berlijn voor hem in veel opzichten vertrouwd terrein geweest, denkt Goren. ‘Iedere Jood is verbonden met Berlijn. Wij kunnen de stad missen, zonder er geweest te zijn.’

Iedere Jood is verbonden met Berlijn. Wij kunnen de stad missen, zonder er geweest te zijn

Wie Berlijn kent, met de vele monumenten voor de vermoorde Joden, de goudkleurige Stolpersteine – die de plekken aangeven waar joden woonden – het Holocaustmonument, het Jüdisches Museum en de zwaar bewaakte joodse instellingen, begrijpt waar Ilan Goren het over heeft. Het joodse verleden is overal. Goren: ‘Sla een willekeurige hoek om en je loopt er tegenaan.’

Stolpersteine

Ook Nirit Bialer (35), zelfverklaard Germanofiel, afkomstig uit Israël en sinds acht jaar inwoner van Berlijn, wordt dagelijks geconfronteerd met de joodse geschiedenis: ‘Als ik die Stolpersteine zie, denk ik: ‘Stel dat ik hier 70 jaar geleden had gewoond, dan droeg die steen mogelijk mijn naam’.’

Bialer leerde al op haar 14e Duits. Destijds werd argwanend gereageerd op haar belangstelling voor de ‘taal van de nazi’s’. Dat wantrouwen is grotendeels weg, maar nog altijd rust er in bepaalde joodse kringen een taboe op emigratie naar Duitsland. Kort geleden hekelde de minister van Financiën, Yair Lapid, de exodus naar Berlijn van ‘Joden, die het enige land dat zij hebben, weggooien’.

Kritiek

Die opmerking kwam Lapid te staan op een storm van kritiek. De teneur daarvan was nogal prozaïsch: Berlijn is stukken goedkoper dan Tel Aviv of Jeruzalem, dus is het logisch dat jonge Israëli’s er hun geluk zoeken. Net als tienduizenden jonge Zuid-Europeanen dit doen. Maar het specifieke ongemak dat Lapid aansprak – jonge Israëli’s die uitgerekend Berlijn verkiezen boven Israël – is veelzeggend.

Om de onderlinge stereotypen en de eeuwige gesprekken over het verleden te overstijgen, brengt Nirit Bialer Duitsers en Israëli’s samen via culturele bijeenkomsten. ‘Duitsers hebben vaak geen idee van de Israëlische cultuur. Hun kennis rijkt niet verder dan de oorlog, klezmer muziek en humus.’

Amsterdam

Nirit wekt samen met danser en choreograaf Nir de Volff (39). De Volff kwam naar Berlijn met het vaste voornemen om te integreren. ‘Ik wilde geen Israëli’s meer in mijn leven. Dus toen Nirit mij aansprak op straat reageerde ik met ‘Laat me met rust’.’ Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. De Volff: ‘Ook in Berlijn eindig ik weer onder Israëli’s. Omdat de humor anders is, omdat we spontaner zijn en warmer in het persoonlijke contact.’  

Ooit zei m’n opa tegen me: ‘Maak zoveel mogelijk gebruik van de Duitsers’. In zekere zin doe ik dat

De Volff, die opgroeide in Tel Aviv, woonde en werkte eerder in Amsterdam. Oorspronkelijk komt zijn familie uit Utrecht. Als hij een cadeautje meeneemt voor zijn opa, is het altijd iets uit Nederland. ‘Hij wil niets uit Duitsland hebben. Ooit zei m’n opa tegen me: "Maak zoveel mogelijk gebruik van de Duitsers."’ Lachend: ‘In zekere zin doe ik dat: mijn projecten worden door de Berlijnse Senaat flink gesubsidieerd. Dat zouden ze ongetwijfeld ook doen als ik geen Jood was. Maar ze vinden het ook wel mooi als ik in Tel Aviv optreedt en daar wordt aangekondigd als een Israëli uit Berlijn.’

Amish

Leven in Berlijn scherpt je joodse identiteit, merkt Nirit Bialer: ‘Hier voelde ik voor het eerst wat het betekent om joods te zijn.’ Ze merkt het als ze, bijvoorbeeld, met Jom Kippoer naar de liberale synagoge gaat in Prenzlauer Berg. ‘Dat is een emotioneel moment: die volle synagoge, zeventig jaar na de oorlog, zo vlakbij mijn huis in Berlijn. En met zoveel jonge mensen.’

De – vaak seculiere – Israëli’s zijn een ‘aparte soort’ in Berlijn, zegt Nir de Volff. Met de groep strict religieuze joden in de Duitse hoofdstad hebben ze nauwelijks contact. Van hen zijn velen afkomstig uit de voormalige Sovjet-Unie. ‘En zeg nou zelf: wat heeft een jongere uit Tel Aviv gemeenschappelijk met een Russisch-orthodoxe jood uit Krasnodar?’ vraagt De Volff retorisch. ‘Zij zijn toch een beetje onze Amish.’

Bewapend

Voor de synagoge in de Oranienburgerstrasse, in voormalig Oost-Berlijn, staan zwaar bewapende beveiligers. Binnen luistert een klein gezelschap naar een spreker uit Israël. Het is de eerste maandagavond van de maand: Stammtisch. Er is koffie en frisdrank en warm eten op plastic bordjes.

Nitza Medina (63) is een regelmatige bezoeker. De donkere jodin woont al veertig jaar in Duitsland. In West-Berlijn werd ze ooit verliefd op een Amerikaanse soldaat, met wie ze een dochter kreeg. De soldaat vertrok, maar Nitza bleef.

Met lichte verbazing kijkt Medina, de ervaringsdeskundige, naar al die jongeren uit Israël, die tegenwoordig de Duitse hoofdstad overspoelen en steevast beweren dat ze Berlijn zo geweldig vinden. Zij waarschuwt: ‘Als ze hier langer blijven merken ze vanzelf: veel Duitsers hebben een probleem met Joden. Ik heb allang een Duits paspoort, maar mij wordt altijd weer duidelijk gemaakt dat ik er niet bijhoor. En hoe vaak krijg ik wel niet te horen dat de Joden de nazi’s van tegenwoordig zijn om wat zij de Palestijnen aandoen?’

Antisemitisme

Ironisch: terwijl zoveel jonge Israëli’s naar Berlijn komen, denkt Medina er juist over om naar Israël terug te keren. Omdat ze bang is voor het ‘toenemende antisemitisme‘ in Europa, zegt ze. ‘En let op mijn woorden. Ook die Israëlische jongeren gaan weer terug.’

Dat laatste is best mogelijk, erkent Nirit Bialer nuchter. Want hoe goed ze het ook heeft in Berlijn ‘uiteindelijk is Israël mijn thuis.’ Nir de Volff, die meer Israëli bleek dan hij vermoedde, weet ook dat hij niet een leven lang in Berlijn zal blijven. Allen al omdat persoonlijk contact met Duitsers zo ingewikkeld is. ‘Een relatie bijvoorbeeld, dat is echt niet te doen.’ Maar tot het moment van terugkeer haalt hij het beste uit twee werelden, zegt De Volff. ‘De droom om naar huis te gaan, houdt mij hier in leven.’

Wie zijn?

Nirit Bialer (35), oprichtster cultureel project Habait (Huis):

‘Ooit hoorde ik hoe Duitse mannen in een Berlijnse bar antisemitische opmerkingen maakten. Daar heb ik ze toen op aangesproken. Toen ik weer buiten was, moest ik huilen. Maar dat was de enige keer. Het leven in Israël kan erg gestressed zijn, duur en hectisch. Er zijn Israëli’s die vinden dat wij het ons makkelijk hebben gemaakt. Als jij uit Israël weggaat, ben je in hun ogen geen goede Israëli.’

Nir de Volff  (39), choreograaf en danser:

‘Hoogopgeleide Israëlische jongeren‚ met een IT-achtergrond bijvoorbeeld, kunnen in Berlijn, waar het leven erg goedkoop is, een normaal bestaan leiden. Wie wil dat nou niet? Berlijn is wat Londen in de 70'er jaren was en Amsterdam in de jaren ’80.’

Ilan Goren (39), auteur en journalist:

‘Een probleem in het contact met Duitsers is dat zij joden snel tot ‘de ander’ maken. Zij zijn gewend aan de ‘professionele joden’ die gebruik maken van de ‘schuld-industrie’, waar veel geld in omgaat. Duitsers moeten nog wennen aan al die Israëli’s die naar Berlijn komen en geen slachtoffers blijken te zijn, maar heel gewone mensen.’

Mijn gekozen waardering € -

Wierd Duk schrijft over Berlijn, de hipste stad van Europa, en bericht over Duitsland, het machtigste land in de Europese Unie, en over Rusland, het ingewikkeldste land tussen Europa en Azië. Hij was correspondent in Rusland en verslaggever voor de GPD en Elsevier. Laat op radio en tv regelmatig zijn licht schijnen over actuele internationale ontwikkelingen. Schreef de boeken ‘Poetin: straatvechter bedreigt wereldorde’ (Prometheus/Bert Bakker) en 'Merkel: koningin van Europa' (Prometheus/Bert Bakker). In 2016 verschijnt 'De Beul en de Heilige: een geschiedenis uit Auschwitz' (Prometheus/Bert Bakker).

Geef een reactie