Museum Arnhem: “Centraal staat de rol van beeldende kunst in deze periode; hoe deze door het regime tot een politiek instrument werd gemaakt. Het is voor het eerst sinds de bezetting dat een kunstmuseum in Nederland op deze schaal aandacht geeft aan deze beladen periode in de Duitse kunstgeschiedenis.
Haus der Deutschen Kunst
Het was een belangrijk moment voor de kunst in nazi-Duitsland: de ingebruikname van het Haus der Deutschen Kunst in München (nu Haus der Kunst) met de eerste Große Deutsche Kunstausstellung en de beruchte lastertentoonstelling Entartete Kunst in 1937. De eerste werd vanaf dat moment jaarlijks georganiseerd en maakte deel uit van de propaganda waarmee het regime de Duitse samenleving verleidde tot de ideologie van het nationaalsocialisme. Eén van de manieren waarop de nazi’s dat deden was door het polariseren van kunststromingen.
Alleen klassieke kunststijlen en realisme waren toegestaan. Moderne kunststromingen zoals expressionisme, kubisme en abstractie werden door het regime afgewezen, belachelijk gemaakt en entartet (‘ontaard’) verklaard. Ook thematisch moest de kunst dienstbaar zijn aan de nazi-ideologie, of deze in ieder geval niet ondermijnen. Door deze vergaande polarisatie drukte het naziregime een stempel op de kunstgeschiedenis zelfs lang nadat de Tweede Wereldoorlog voorbij was. Na de oorlog keerden de rollen om en werd het realisme ‘gecanceld’ vanwege de associatie met nationaalsocialistische cultuurpolitiek.
Beeldmanipulatie
Kunst werd ingezet als een effectief middel om het volk te verleiden tot de nazi-ideologie en vormde tegelijk een afleiding van de misdadige praktijken van het regime. Beeldmanipulatie ten top, met grote maatschappelijke impact. Drukwerk zoals tentoonstellingscatalogi, kunsttijdschriften en ansichtkaarten zorgden voor een constante popularisering van de tentoongestelde werken en schreven ze in het visuele geheugen van een hele generatie. De Große Deutsche Kunstausstellungen werden massaal bezocht: in 1942, tijdens het hoogtepunt van de oorlog, wisten 850.000 bezoekers de weg naar het Haus der Deutschen Kunst te vinden om de eigentijdse kunstwerken op de tentoonstelling te bewonderen.
Zowel verkapte als openlijke propaganda
Hoewel de Große Deutsche Kunstausstellungen in München slechts in beperkte mate openlijke propaganda lieten zien, vertoonden ze op 6.000 vierkante meter een begaanbaar wereldbeeld van het nationaalsocialistische regime: het begrip van Heimat (Vaderland), de rol van het gezin, arbeiders, landschappen, boeren en soldaten. Ze propageerden een model dat zich richtte op een geromantiseerde voorstelling van het alledaagse leven van werk en gezin en op de heroïsering van een weerbaar atletisch ideaal-lichaam. Een ogenschijnlijk perfecte wereld die alle ‘volksgenoten’ visueel moest boeien en tegelijkertijd moest zweren bij de nazistaat en zijn idealen van kracht, schoonheid en zuiverheid van de ‘Arische’ mens.
Naast deze subtiele vormen van beïnvloeding waren er ook kunstwerken onmiskenbaar gericht op het tonen van macht, oorlog en nazipropaganda. In de tentoonstelling ‘Kunst in het derde rijk’ worden hier voorbeelden van getoond zoals enkele monumentale werken die de industriële vooruitgang illustreerden, een stadsgezicht met straten vol hakenkruis-banieren en taferelen met soldaten op het slagveld en optrekkend door veroverd gebied. Zo is er Das größere Opfer, een groot schilderij van Adolf Reich waarop een oorlogsinvalide staat afgebeeld; bedoeld ter verheerlijking van het offer dat hij heeft gebracht voor de Duitse natie.
Kunstenaars
Kunst in het derde rijk presenteert schilder- en beeldhouwwerken van kunstenaars als Claus Bergen, Paul Mathias Padua, Ria Picco-Rückert, Adolf Reich, Ivo Saliger, Josef Thorak, Else Wex-Cleemann, Adolf Wissel en Adolf Ziegler. Eén van de vragen die deze tentoonstelling stelt is: steunden de kunstenaars het regime, of steunde het regime de kunstenaars?
Joden, politieke tegenstanders en andere gediscrimineerde groepen in de maatschappij waren, zoals overal in het publieke leven, uitgesloten. De duizenden Duitse (en vanaf 1938 ook Oostenrijkse) kunstenaars die voldeden aan nationaalsocialistische criteria, profiteerden van de doeltreffende wijze waarop het regime beeldende kunst inzette als propagandamiddel. Hun werk werd op grote schaal getoond, en aangekocht door particulieren, de staat en haar leiders onder wie Adolf Hitler.
Sommigen waren overtuigde nationaalsocialisten, maar het grootste deel betrof ‘meelopers’: kunstenaars die sowieso al werkten in een traditionele stijl maar nu opeens konden profiteren van de grote aandacht van de staat voor hedendaagse kunst. Zij bereikten in de naziperiode de toppen van hun roem, maar zijn sindsdien grotendeels door de kunstmusea genegeerd. Ze komen slechts marginaal of helemaal niet voor in de algemene geschiedenisboeken van de moderne kunst.”
Wel volop in de handel
Wat opvalt is dat er nog volop handel is in, en dus vraag naar, werken van deze kunstenaars. Bij tal van kunsthandelaren en veilinghuizen worden ze aangeboden – zo blijkt uit gegoogle op hun namen.
Bruiklenen
Museum Arnhem: “De aankopen die de Duitse staat destijds deed zijn nu in beheer van het Deutsches Historisches Museum, dat de meeste werken in bruikleen geeft voor de tentoonstelling Kunst in het derde rijk. Andere bruikleengevers zijn de Pinakothek der Moderne in München en enkele particulieren.
Conservatoren
De conservatoren van deze tentoonstelling zijn Jelle Bouwhuis, conservator moderne kunst bij Museum Arnhem, en gastconservator Almar Seinen. Seinen was eerder gastconservator van de tentoonstelling ‘Design in het Derde Rijk‘ in het Design Museum te Den Bosch, 2019-2020.
Realisme in Museum Arnhem
Museum Arnhem is onder andere gespecialiseerd in de verschillende vormen van het realisme in de eerste helft van de 20e eeuw. ‘Kunst in het derde rijk’ is een verdere verkenning van realistische kunst in politieke context, dit keer gericht op Duitsland en de Tweede Wereldoorlog. In 2015 maakte Museum Arnhem al de tentoonstelling ‘Geaarde Kunst’, met werk van Nederlandse kunstenaars dat aangekocht werd door de Nederlandse staat tijdens de Duitse bezetting. Een van de openingstentoonstellingen, na een grootschalige verbouwing, was vorig jaar ‘Van Links Naar Rechts‘. Deze bood een nieuwe kijk op het realisme in de kunst door de lens van de politieke polarisatie in de jaren 1930.”
Museum Arnhem
Utrechtseweg 87
6812 AA Arnhem
Geopend van dinsdag t/m zondag van 11.00 – 17.00 uur.
Tentoonstelling ‘Kunst in het derde rijk’, 11 november 2023 – 24 maart 2024
Foto: Albert Janesch, Wassersport / Watersport / Water sports, 1936, 153 x 208cm Collection Deutsches Historisches Museum, Berlin. Photo: A. Psille GM 98/254 – 98005245