Tien jaar na ISIS voelen yezidi’s zich tweederangsburgers

Tien jaar nadat ISIS begon met haar operatie tegen de yezidi-minderheid in Irak, is hun situatie zo slecht dat al de helft het voor gezien heeft gehouden. Want het ontbreekt aan gerechtigheid, inspraak en overheidssteun om de schade van ISIS te herstellen.

Het is tien jaar geleden dat de terreurgroep ISIS begon met haar genocide tegen de yezidi’s in Irak. Wat de groep begon toen ze op 3 augustus 2014 de yezidi-provincie Sinjar binnenviel, duizenden vermoordde en zo’n zevenduizend vrouwen en kinderen ontvoerde, is nog immer niet afgerond.

Nog steeds worden 2700 yezidi’s vermist, van wie er zich vrijwel zeker honderden bevinden onder de ISIS-aanhangers die al sinds de val van ISIS in Syrië vastzitten in (gesloten) kampen en gevangenissen.

Amnesty International is een van de weinige internationale organisaties die aandacht besteedt aan dit probleem.  ISIS is voorbij, denkt de wereld, en daarmee is er ook geen aandacht meer voor haar erfenis.

Angst

Amnesty sprak met yezidi-vrouwen die vastzaten in Syrische Al-Holkamp, een gesloten kamp dat gerund wordt door radicale ISIS-vrouwen. Veel yezidi-vrouwen durven niet uit te komen voor hun achtergrond, uit angst voor repercussies. Van de zijde van die radicale vrouwen die er een kalifaatje runnen, maar ook van hun eigen gemeenschap.

ISIS heeft hen wijsgemaakt dat de gemeenschap hen heeft verstoten. Sommige jonge vrouwen weten na jarenlange hersenspoeling nauwelijks nog dat ze yezidi zijn.

De enige manier voor yezidi’s om uit het kamp te komen is om bevrijd te worden; dat zijn meestal nachtelijke militaire operaties waarbij voorkomen wordt dat de radicale vrouwen de betrokken vrouw of haar kinderen iets kunnen aandoen. Meestal is dat mogelijk omdat de vrouwen door de bewakers zijn herkend van foto’s die hun wanhopig zoekende familieleden naar Syrië stuurden. Maar tien jaar is een lange tijd en vrouwen in het kamp lijken soms nauwelijks meer op de meisjes die ISIS ontvoerde.

Ook in de mannenkampen moeten tientallen (en wellicht meer) yezidi’s vastzitten. Jongens die ISIS inlijfde voor haar militaire operaties, die geïndoctrineerd zijn en militair getraind. Die durven al helemaal niet uit te komen voor hun yezidi-achtergrond; bang als ze zijn voor de ISIS-mannen met wie ze zijn opgesloten. Maar ze vrezen natuurlijk ook vervolging voor hetgeen ISIS waartoe hen gedwongen heeft.

Vragen

Eén van hen, Bassim, die nu achttien is en terug in Irak, klaagde tegenover Amnesty dat niemand hem vroeg of hij wellicht yezidi was. ‘Als iemand dat gevraagd had, was ik meteen weggeweest. Nu is het tijd om te checken of er yezidi’s zijn, nu er nog een kans is om ze te vinden.’

Amnesty nam die oproep over en dringt erop aan ook in het Iraakse Jeddah-kamp te zoeken, waar Iraakse ISIS-families die uit het kamp in Syrië komen worden opgevangen en zoveel mogelijk gerehabiliteerd.

Groef

Het klinkt een beetje als een grammofoonplaat die vastzit in een groef, maar dit is waar yezidi’s al jaren op aandringen. Het moet geen privéaangelegenheid zijn om hun vermisten te zoeken. In plaats van dat zij (soms onbetrouwbare) onderzoekers betalen om hun geliefden terug te vinden, moet er een georganiseerde operatie op touw worden gezet.

Het probleem is dat er van de betrokken overheden weinig hulp komt. Met uitzondering van de Koerdische autoriteit in Syrië, die opgezadeld is met de zorg voor de vele tienduizenden ISIS-aanhangers in familiekampen en gevangenissen. Die zorgt voor de bevrijding van de yezidi-vrouwen uit Al-Hol, en daarna de eerste opvang.

De Koerdische overheid in Irak biedt nog aan zo’n 200.000 ontheemde yezidi’s opvang in kampen. Er is een speciaal Koerdisch departement dat zich bezighoudt met hun problemen en dat geholpen heeft met de afkoopsommen die ISIS jarenlang eiste voor de vrijlating van yezidi’s.

Maar Bagdad wilde die yezidi-kampen juist sluiten – terwijl de situatie bepaald nog niet veilig is in Sinjar. Al heeft ze dat ter elfder ure uitgesteld tot eind van het jaar. Maar niet voordat ze eerst geprobeerd heeft yezidi’s te dwingen tot terugkeer door te dreigen de vergoeding van 2600 dollar terug te brengen naar 1000.

Achterstelling

Probleem is vooral ook dat de achterstelling van yezidi’s die al bestond voordat ISIS de groep tot kop van jut maakte bepaald niet is opgelost. De Iraakse regering heeft een schadevergoeding voor slachtoffers van de terreurgroep ingesteld. Van de yezidi’s die een claim indienden, kreeg echter hooguit twee procent een positieve beslissing. Veel aanvragen liggen nog op een grote stapel.

Daarentegen zien yezidi’s hoe soenitische moslims in Mosul en Anbar genoeg geld van de overheid krijgen om hun steden weer op te bouwen. Dat heeft veel kwaad bloed gezet. Sinjar ligt nog in puin en yezidi’s die zich aanmelden voor terugkeer krijgen 2600 dollar mee om te helpen zich weer te vestigen. Dat is een veel te klein bedrag als je huis in een ruïne is veranderd, en als er geen banen zijn en geen inkomen te verwerven is.

Bovendien heeft Bagdad besloten om in september de opdracht in te trekken die ze verleende aan de VN-organisatie UNITAD om zoveel mogelijk bewijzen van de ISIS-misdaden tegen de yezidi’s te verzamelen. Niet omdat de organisatie niet hard heeft gewerkt sinds 2017.

Zo’n achttien miljoen pagina’s met bewijs zijn gedigitaliseerd. Bijna zeventig massagraven onderzocht (maar nog lang niet allemaal). Informatie van UNITAD leidt in het buitenland tot veroordelingen van ISIS-leden wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Bijna 250 buitenlandse aanklagers hebben zich al bij de organisatie gemeld met een verzoek om hulp.

Vertrouwen

Irak zou het proces zelf moeten overnemen, maar yezidi’s hebben daar geen enkel vertrouwen in. Ondanks aandringen van UNITAD en de VN is er nog steeds geen mogelijkheid om mensen in Irak te vervolgen voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Alle ISIS-leden die zijn veroordeeld, zitten vast op basis van de terrorisme-wetten die geen oog hebben voor de slachtoffers.

Ze luisteren niet naar ons, klagen de yezidi’s over Iraakse politici en de overheid. Door hun gebrek aan vertrouwen is een proces versneld dat voor de komst van ISIS al begon. Yezidi’s zijn het zat om tweederangsburgers te zijn en zoeken manieren om naar het buitenland te gaan.

‘Hoe kunnen we leven in een samenleving waar de helft jouw voedsel niet wil eten omdat ze je vies vinden,’ verwoordde Natia Navrouzov, de directeur van de yezidi-organisatie Yazda, het onlangs. Waar de keten van geweld niet wordt gebroken en yezidi’s de dreiging van een nieuwe genocide voelen.

Inmiddels hebben meer dan 100.000 yezidi’s Irak al verlaten. In Syrië zijn van de 80.000 yezidi’s er nog maar zo’n vierduizend over. Over niet al te lange tijd zal hetgeen waar ISIS tien jaar geleden op inzette, alsnog werkelijkheid worden. Dan zullen er in de regio geen leden meer wonen van een van de volkeren waarmee het eeuwen geleden allemaal begon.

Mijn gekozen waardering € -

Judit Neurink is schrijver en journalist die vooral schrijft over Irak en het Midden-Oosten