‘Toen ik al die observaties over mezelf las, was ik in shock.’ Ariëlla Kornmehl over haar nieuwe roman ‘De fiscalist’

Voor haar nieuwe roman De fiscalist hoefde Ariëlla Kornmehl haar inspiratie niet ver te zoeken. Van de ene op de andere dag werd ze zelf als het ware een hoofdpersoon in een verhaal, omdat bleek dat haar belastingadviseur een stille obsessie voor haar koesterde. "Toen ik al die observaties over mezelf las, was ik in shock."

Na het het verschijnen van haar vorige roman, Wat ik moest verzwijgen, was het een tijdje stil rondom schrijfster Ariëlla Kornmehl (46). De afgelopen jaren werkte ze aan een volgend boek, toen zich ineens een ander verhaal opdrong en dringend geschreven moest worden: dat werd haar nieuwe roman De fiscalist. Het gaat over belastingadviseur Anton, die steeds meer geobsedeerd raakt door Mila, een cliënte van hem, zo erg dat hij haar op sommige momenten zelfs volgt of op de uitkijk staat bij haar huis. Het verhaal bestaat uit twee lijnen: het verhaal van de fiscalist, verteld door een alwetende verteller, en de persoonlijke voicememo’s die Anton inspreekt om zijn gemoed tot bedaren te brengen.

De roman is geïnspireerd op Kornmehls eigen leven: toen haar belastingadviseur plotseling overleed, bleek zij in zijn dossiers een nogal onverwachte en prominente rol te spelen. De twijfelachtige eer het object van iemands obsessie te zijn – ineens leek Kornmehl zelf een personage in het verhaal van een ander. Het boek waar ze aan werkte, moest maar even wijken, besloot ze. ‘Ik kon het natuurlijk niet laten hier een roman over te schrijven.’

Wat was er gebeurd?

‘Mijn fiscalist kwam onverwacht te overlijden, hij was pas 61. Hij was als een vertrouwenspersoon voor mijn familie. Omdat hij allerlei lopende zaken voor me behandelde – ik werk ook voor ons familiebedrijf, dat vastgoed beheert –, moesten zijn dossiers zo snel mogelijk worden overgedragen aan een ander. Toen ik ze kreeg opgestuurd, bleken daar ook allerlei persoonlijke aantekeningen in te staan over mij. Een bizarre verrassing, maar voor een schrijver van psychologische romans natuurlijk ook een cadeau.’

 

Wat trof je aan?

‘Delen van de voicememo’s zoals die in mijn boek staan, zijn authentiek. Als hij op de terugweg was van een bezoek aan klanten, sprak hij op zijn iPhone in hoe de bijeenkomst was verlopen, en voorzag dat verslag van allerlei persoonlijk commentaar. Alsof je het dossier van een psychiater leest waarin staat hoe hij over je denkt. Hij bleek erg gefocust op mij en had me extreem goed geobserveerd. Dus hij beschreef allerlei persoonlijke zaken over mij en mijn familieverhoudingen, en gaf commentaar op hoe ik me gedroeg. Hij vond bijvoorbeeld dat ik erg stil en onderdanig was. Daar heb ik nachten van wakker gelegen. Ik had hem altijd een prettige man gevonden, het contact voelde heel veilig. Maar toen ik al die observaties over mezelf las, was ik in shock.’

Best eng dat iemand die je vertrouwde zo geobsedeerd bleek te zijn.

‘Inderdaad. Ik vond het fascinerend om door middel van die aantekeningen zo in zijn psyche te kunnen kijken. Het deed me realiseren dat iemand met wie je regelmatig te maken hebt of met wie je samenwerkt, dus zonder dat je het merkt zo’n geheime obsessie kan hebben. Door #MeToo hebben we het vaak over dickpics en aanranding, maar dit speelde zich af op een ander niveau: in het brein van iemand met wie ik een vertrouwensband had. Zo kan iedereen ook een collega hebben met verkeerde ideeën. Dat vind ik misschien nog wel beangstigender dan het ontvangen van een foto, want dat wéét je tenminste waar iemand mee bezig is.’

Inkijkje in de psyche

Waarom wilde je er een boek over schrijven?

‘Omdat ik zo’n verrassend inkijkje kreeg in zijn psyche, wilde ik als vrouw proberen door te dringen tot zijn gedachtewereld en proberen hem te begrijpen. Ik ontdekte wat het gebrek aan echte verbinding en intimiteit met iemand kan doen. Het maakt eenzaam en kan eventueel zelfs gevaarlijke gevolgen hebben. Me daarin verdiepen was spannend, en daaraan werken werd op zichzelf bijna obsessief. Ik schreef een groot deel van het boek tijdens de Covid-pandemie, dus ik zat alleen in mijn werkkamer en was de hele tijd bezig met hem, zoals hij ook bezig was geweest met mij. Ik raakte dus als het ware geobsedeerd door de hoofdpersoon in mijn roman die geobsedeerd was door mij. Dit alles heeft me wel aan het denken gezet. Bij seksueel misbruik wordt het grootste deel van de misdrijven gepleegd door iemand uit de directe omgeving. Dat begon ik beter te begrijpen, omdat ik zelf dus al die jaren ook niet doorhad dat mijn fiscalist zo over mij dacht. Het was interessant om te ontdekken, en ook bedreigend.’

In de roman hangt dat gevoel van dreiging samen met de joodse familieachtergrond van Mila. Herken je dat?

‘Ja, het gevoel altijd alert te moeten zijn om te kunnen vluchten, zit in mijn genen. Mijn grootouders hebben me opgevoed met het idee dat ik altijd moet opletten, niet naïef moet zijn, dat ik de signalen uit de samenleving moet kunnen oppikken. Ik heb drie jaar in Duitsland gewerkt met een educatief programma, en dat was in de buurt van concentratiekamp Bergen-Belsen. Dat voelde heel heftig, zo in mijn eentje in Duitsland. Soms zaten er oud-SS’ers in de zaal en kwamen ze na mijn lezing op me af met vragen – dat vond ik het meest beangstigend.’

Was het confronterend dat je misschien wel signalen hebt gemist?

‘Als een vreemdeling me aanspreekt op straat, ben ik meteen op mijn hoede. Maar zeker als vrouw kun je dus makkelijk in de valkuil lopen dat je iemand in je inner circle als veilig beschouwt die dat misschien niet is. Dus ja, ik ben altijd op mijn hoede, maar blijkbaar toch niet genoeg. Tegelijk is er niet écht iets grensoverschrijdends gebeurd, en dat is misschien juist wel weer te danken aan mijn voelsprieten. Hoe dan ook, op het onzichtbare – wat zich aan gedachten en gevoelens in iemands brein afspeelt – heb je weinig vat. Juist daarom was het voor mij als schrijver zo’n geschenk. Ik probeer altijd zo goed mogelijk in de huid te kruipen van mijn personages, maar nu kwam ik wel heel dichtbij.’

Je hebt niet gekozen voor het perspectief van de vrouw. Waarom niet?

‘Ik wilde graag laten zien hoe hij háár ziet. Want door zijn aantekeningen ontdekte ik dat mijn fiscalist mij heel anders zag dan ik mezelf. Dat perspectief vond ik interessanter en spannender, want geldt dat niet voor ons allemaal? Een ander ziet je waarschijnlijk altijd anders dan je jezelf ziet. Betekent dit dat ik een verkeerd zelfbeeld heb? Wat is de waarheid? Wie ben ik? Door romans te schrijven kom ik steeds een stukje verder in die zoektocht.’

En is er inmiddels een nieuwe fiscalist? Niet bang voor herhaling?

Kornmehl lacht. ‘Nou… het is een dame geworden. Dus dát probleem lijkt in elk geval opgelost.’

Ariëlla Kornmehl, De fiscalist, 208 p., € 22,99

 

Wie is Ariëlla Kornmehl?

Ariëlla Kornmehl (1975) debuteerde in 2001 met de roman Huize Goldwasser, dat later werd bewerkt en opnieuw verscheen onder de titel De familie Goldwasser (2013). Haar tweede boek, De vlindermaand (2005), werd vertaald in zes talen en genomineerd voor de IMPAC Dublin Literary Award. Een stille moeder (2009) werd bekroond met de Boekdelenprijs 2011 voor het beste leesclubboek. Wat ik moest verzwijgen (2013) werd in Duitsland bewerkt tot een theaterstuk. De fiscalist is haar vijfde roman.

Mijn gekozen waardering € -