Toeval bestaat niet — of toch wel? Interview met filosoof Jeroen Hopster

Maarten en Ab maken een stedentrip naar New York. Tijdens hun wandeling door Manhattan komt het gesprek op of ze hier iemand persoonlijk kennen. "Alleen Inge, een vroegere collega van me is een paar jaar geleden naar New York verhuisd", vertelt Ab. Bij een café houden ze halt om iets te drinken. Niet veel later komt er een vrouw het café binnen. Niet te geloven, het is Inge — de vroegere collega. Ze was met haar zoontje naar de speeltuin hier in de buurt gegaan. Een dringend wc-bezoek bracht haar naar dit café. Wat een toeval — en waargebeurd. Het móest zo zijn, toeval bestaat niet, of toch wel? Wat is het? Welke soorten zijn er, en welke rol heeft toeval in ons leven? Filosoof Jeroen Hopster (37) schreef er het boek Toeval, een onvoorziene filosofie over.

Er zijn vast veel mensen die hun ervaringen met toeval aan u kwijt willen.

Ja, vaak zijn het persoonlijke ideeën of toeval wel, of niet bestaat. Tijdens je skivakantie in Oostenrijk een oud-studiegenoot tegenkomen. Dat kan geen toeval zijn, toch? De uitleg kan ook zijn: zo toevallig is dat niet, je komt uit dezelfde kringen, jullie zijn beiden fervente skiërs, zo’n ontmoeting is statistisch te verklaren.

Het zijn interessante discussies, maar die gaan nog niet over de meerwaarde van toeval in ons leven. In welke omstandigheden zijn we toeval liever kwijt dan rijk, en waar en wanneer willen we toeval juist aanroepen en gebruiken? Daar gaat mijn boek over.

Wat is toeval?

Toeval is het onvoorziene in allerlei situaties in ons bestaan. De wereld om ons heen kan niet helemaal in wetmatigheden worden gevangen. Er blijven onvoorspelbare zaken waar we geen greep op hebben, zaken die ons als het ware toevallen, of juist overvallen. We moeten ermee omgaan zonder dat we ze tevoren hebben uitgedacht.

In dit interview gaan we ook met toeval om. Ik zeg iets, dan komt er associatief iets bij u op dat u niet op voorhand hebt uitgedacht. Ik speel vervolgens weer in op wat u mij aanreikt. Dat is hoe een dialoog of interview werkt, daarbij heeft toeval een grote rol. We gebruiken beiden wat de situatie ons aanreikt.

Ik interview ook wel mensen die stellig vasthouden aan hun voorgekookte verhaal. Los van vragen die ik stel.

Dat laat goed zien hoe verschillend mensen met toeval omgaan. Sommigen willen toeval in een bepaalde context uitsluiten, en zich niet door associaties laten leiden. Wie een politieke of ideologische boodschap wil overbrengen, houdt waarschijnlijk een vastomlijnd verhaal. In mediatrainingen leren politici bij hun kernboodschap te blijven en in interviews toeval geen rol te laten spelen.

U beschrijft twee hoofdstromingen in de geschiedenis: enerzijds dat God bepaalt wat er gebeurt, anderzijds uitgaan van Fortuna, het rad van fortuin.

In monotheïstische godsdiensten heeft God een plan, een bedoeling. Dingen gebeuren om een bepaalde reden in ons leven, en anders wel in het hiernamaals. Dan spreek je niet over toeval, maar over Gods hand. Daartegenover staat de Romeinse godin Fortuna die redeloos, roekeloos en onstuimig handelt, zonder onderliggend plan. Sommigen valt geluk toe, anderen treft ongeluk. Puur geluk, pure pech. Fortuna is de personificatie van toeval. Je kunt de hoofdprijs winnen, maar net zo goed een dodelijk ongeluk krijgen.

Krijgt Fortuna meer betekenis nu in het Westen steeds minder mensen in God geloven, en de goddelijke voorzienigheid daarmee nauwelijks een rol meer speelt?

De religieuze ontkenning van het toeval is inderdaad afgezwakt, maar er zijn andere vormen van ontkenning voor in de plaats gekomen. Tegenwoordig is er juist een breed gedragen gevoel dat dingen niet voor niets gebeuren. Dat hangt samen met moderne vormen van spiritualiteit, met het ‘ietsisme’. Dat een student op het Sziget-festival met iemand aan de praat raakt die in Utrecht een kamer voor hem weet— dat móet zo zijn. Als je zo denkt, ontken je de rol van zuiver toeval.

U onderscheidt meerdere soorten toeval. Welke bijvoorbeeld?

Een betekenisvolle vorm van toeval is contingentie: als de dingen makkelijk ook anders hadden kunnen lopen. Dat herkent iedereen wel. Je mist de trein op een paar seconden. Als je je pas had versneld, had je die makkelijk gehaald. Maar — o heerlijk toeval — in de volgende trein kom je de liefde van je leven tegen.

Bij vliegrampen zijn er altijd verhalen van mensen die de vlucht net hadden gemist doordat de taxi oponthoud had, of die hun zitplaats hadden geruild en het er daarom levend van af hebben gebracht.

Bij grote rampen speelt toeval altijd een rol. Er is een samenloop van de juiste tijd en plaats, of andersom: wrong time, wrong place. Dat is de contingentie, de manier waarop zaken bij elkaar komen. Een andere aansprekende vorm van toeval is existentieel: het feit dat je op de wereld komt, in de wereld zoals die is, in de generatie waartoe je behoort, in het milieu waarin je opgroeit. Met een gouden speen in de wieg liggen, of in een achterstandswijk geboren worden, dat is een en al toevalligheid.

Overigens is toeval niet slechts iets dat ons overkomt, we kunnen de rol van toeval in de samenleving ook sturen en beïnvloeden door iets aan die verdeling te doen. Door bijvoorbeeld bepaalde belastingen te heffen, kunnen we geboortegeluk vergroten en verkleinen. Geluk kunnen we niet uitbannen, maar we kunnen wel de extremen van ‘onverdiend’ geboortegeluk enigszins afvlakken.

Genetisch existentieel toeval is welk genenpakket je meekrijgt. Dat bepaalt voor een belangrijk deel je karakter, en je geestelijke en fysieke vermogens. Dat is een van de bijzonderste toevalligheden die er zijn. De timing van de bevruchting is allesbepalend. Het is een waanzinnige gedachte — en dit geldt voor iedereen — dat als de bevruchting één seconde eerder of later had plaatsgevonden, niemand die nu op de wereld leeft er was geweest. We hadden een compleet andere bevolking gehad en een compleet andere wereld. Daar zie je de grote rol van toeval voor ons bestaan. Dat geldt ook voor ziekte of handicaps. De intuïtieve gedachte is al snel: waarom ik? Maar er is geen reden voor, behalve wat er op celniveau gebeurt. Het is gewoon pech of geluk.

Toeval kan dus goed of slecht uitpakken. Neem accidenteel toeval: iets dat per ongeluk, of bijkomstig gebeurt. Je graaft een gat om een boom te planten en toevallig vindt een schat.

Dat doet me denken aan mijn vader. Medio jaren zestig was hij bij een openbare verkoop van landbouwgrond. Het was een veiling bij afslag en hij mijnde net op tijd 5,5 bunder. De volgende dag fietste hij naar zijn verworven bezit en zette daar een spade in de grond. In de eerste aarde die hij omschepte, vond hij een West-Frisia-munt uit 1663.

Bijzonder, dan lijkt je land gezegend. Het geluk lijkt aan jouw kant.

 Hoe noemt u dit voorbeeld?

Bij veel voorbeelden komen verschillende vormen van toeval bij elkaar. Het vinden van zo’n muntje is een coïncidentie: toevallig graaf je op díe plek en dáár ligt iets. Het is ook accidenteel: het is niet bedoeld, toevallig gevonden.

U heeft een aantal ‘toevalswetten’ geformuleerd, zoals: het ene toeval is het andere niet.

Een reden waarom ik die wet heb geformuleerd, is omdat discussies over toeval vaak door natuurkunde gekaapt worden. Natuurkundigen bezien de vraag of toeval bestaat door de lens van de kwantummechanica. Spelen zich op microniveau processen af die niet oorzakelijk verklaarbaar zijn? Daar zet ik tegenover dat er ook andere vormen van toeval zijn. Zelfs als zaken op microniveau bepaald worden, dan nóg is er ook existentieel toeval, zoals de bevruchting. Er zijn coïncidenties, en ook contingentie speelt een rol: dingen hádden anders kunnen lopen. We hoeven niet alles te reduceren tot natuurkunde.

Een andere ‘toevalswet’ is dat toeval het bruikbaarst is als er een noodzaak voor is. Wat ik daarmee wil zeggen is dat toeval de uitzondering is op de regel. Om het te kunnen ervaren, moeten er wetmatigheden zijn waar toeval van afwijkt. In chaos ondervind je geen toeval.

Aardige toevalsvormen die velen zullen herkennen, zijn serialiteit — opeenvolgend — en synchroniciteit — iets dat tegelijkertijd voorkomt. Bijvoorbeeld dat jij en je collega, zonder dat je het van elkaar weet, hetzelfde overhemd kopen en toevallig het beiden ook dragen op dezelfde receptie. Of je leest een niet veel voorkomend woord en tegelijk hoor je dat woord op de radio.

Dit soort toevalligheden zorgen voor opzienbarende verhalen. Ze lijken slim toeval, maar zijn het niet. Zo behandelde psychoanalyticus Carl Jung (1875-1961, red.) een vrouw die vertelde dat ze gedroomd had over een scarabee, een soort kever. Op dat moment zag Jung een scarabee bij het raam. Het is een opzienbarende samenkomst, maar er is niets uit voortgekomen. Daar hebben we niets aan.

Ik heb nog een voorbeeld. Destijds had couturier Mart Visser voor V&D winterjassen ontworpen. Ik was er benieuwd naar en ging naar het V&D-filiaal in de Kalverstraat. Wie stond daar bij het kledingrek? Mart Visser. Hij was spontaan met zijn partner gaan kijken hoe de jassen in de winkel werden gepresenteerd. Meteen hielp hij me in een door hem ontworpen exemplaar.

En, heeft u de jas gekocht? Nee, de mouwen waren te kort.

Het zou een mooi voorbeeld zijn geweest van slim toeval als Mart Visser de mouwen gelijk voor u had uitgelegd.

U heeft het al een paar keer over ‘slim toeval’, wat bedoelt u daarmee?

Veel toeval is triviaal, daar hebben we niets aan, dat is dom toeval. Mijn pen ligt links op tafel. Toevallig, daar kan ik niks mee. Slim toeval gebeurt ook zonder reden, maar dat kun je wel gebruiken. Slim toeval kan creatieve kracht geven. Hierom moeten we ons persoonlijk, en ook als samenleving veel meer met toeval bezighouden. Toeval kan onze intelligentie ondersteunen en ons leven verrijken.

Improviseren betekent dat je kunt omgaan met het toeval dat zich voordoet, en inspeelt op wat zich spontaan aandient. Dit gebeurt op allerlei terreinen. Niet voor niets is toeval belangrijk in het creatieve veld. Kijk wat het betekent voor toneelspelers, schrijvers, muzikanten en allerlei kunstenaars. De vraag is altijd: hoe groot mag de rol van toeval zijn? Wie iets fotografisch wil naschilderen, gebruikt geen toeval. Wie verf tegen het doek gooit, gebruikt het speelse karakter ervan en ziet wel wat er uit komt.

Ook in veel vormen van wetenschap speelt toeval een rol. Een mooi voorbeeld uit de medische wereld is die van de Britse arts Edward Jenner, die hoorde dat meisjes die de koeien melkten en die koepokken hadden gehad, nooit menspokken kregen. Dat verhaal kwam hem aanwaaien. Als experiment ging hij toen mensen met koepokken inenten (1796, red.). Dat is het pokkenvaccin geworden. We noemen dit serendipiteit: de ontdekking van een aanvankelijk ongezochte vondst. Net als een schat of een muntje vinden.

Tegenwoordig lijken dit soort experimenten veel minder kans te krijgen. Alles is dichtgetimmerd, afhankelijk van subsidiestromen, voorschriften en zo meer. In de medische wereld bijvoorbeeld zijn veel ontdekkingen die nooit officieel erkend geworden, niet in het minst omdat er ook financiële en ego’s spelen om ergens wel of geen ruimte aan te geven.

Dat ben ik met u eens. Ik denk dat we ons veel meer moeten realiseren dat grote ontdekkingen vaak met toeval zijn ontstaan. We moeten juist ruimte geven aan experimenten, aan out of the box-denkers die nieuwe verbanden proberen te leggen. Er wordt inderdaad veel begrensd. Het zou beter zijn dat subsidieorganen ruimte scheppen voor ongezochte vondsten.

Speelt iemands karakter een rol bij toeval?

Doorgaans gaan nieuwsgierige mensen beter met toeval om dan wie dat niet zijn. Mensen die zaken met elkaar verbinden, die spontaan kunnen handelen en associëren halen er meer profijt uit. In de psychologie is onderzoek gedaan naar zelfbenoemde geluks- en pechvogels. Mensen die zichzelf als geluksvogel beschouwden, zagen het geldbiljet op de grond liggen dat daar was neergelegd; ze kwamen in gesprek met andere bezoekers in het café, waardoor ze nieuwe ideeën kregen. De zelfbenoemde pechvogels zagen het biljet niet en verlieten het etablissement zonder iemand te hebben gesproken.

Op een dag werd ik wakker met de sterke gedachte een kaartje te schrijven aan een vriendin van vroeger om iets af te spreken. Dat deed ik voordat ik met mijn werk begon en ik legde de envelop klaar om te posten. ’s Avonds belde haar broer die ik ook al lang niet meer had gesproken. Hij vertelde dat mijn vriendin die ochtend geheel onverwacht was overleden. Juist rond de tijd dat ik haar had geschreven. Is dit nog toeval?

Dat is een indringend verhaal. Het is toeval van bepaalde gelijktijdigheid, waaraan we betekenis geven. Een dergelijk gebeuren kan een belangrijk psychologisch effect hebben. Zelfs zozeer dat we denken: dit kan geen toeval zijn, dit is bovennatuurlijk. Enerzijds zijn dit soort ervaringen zeer bijzonder, omdat je ze zelden meemaakt, anderzijds heeft iedereen een of twee keer in zijn leven zo’n ervaring.

Statistiek is dan een nuttig instrument: hoe vaak overlijdt er iemand die je kent? Hoe vaak denk je aan bepaalde personen? Zo’n relativering is nuttig om een ervaring niet te groot te maken. Dit gezegd hebbende blijft het een waanzinnig toeval.

Ook historisch zijn er veel ’toevallige’ gebeurtenissen die bepalend zijn geweest voor de geschiedenis. Zo begon de Eerste Wereldoorlog 28 juni 1914, nadat de Oostenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand en zijn vrouw Sophie in Sarajevo waren doodgeschoten.

Dat is een mooi voorbeeld. Lang is er gedebatteerd of de Eerste Wereldoorlog anders niet had plaatsgevonden. De spanningen liepen immers zo hoog op, dat die onvermijdelijk leek. Toch kun je ook naar de grilligheid van de aanleiding kijken: Frans Ferdinand die in een open auto een tocht door Sarajevo maakte, de chauffeur die niet op de hoogte was van de juiste route, de nationalistische student Gavrilo Princip die hierdoor onverwacht de kans kreeg om de aartshertog neer te schieten. Het hing van toevalligheden aan elkaar, en met groot gemak had het anders kunnen lopen.

In beide visies zit een kern van waarheid. Gezien de spanningen tussen de Europese grootmachten was een oorlog onvermijdelijk, maar de manier waarop ze bij het conflict betrokken raakten, had anders kunnen zijn. Een andere aanleiding had een ander verloop tot gevolg gehad.

Dit gebeurt voortdurend in de geopolitiek. Alles is een respons op wat er eerder is gebeurd of gezegd, en van hoe de dingen maar nét met elkaar samenvallen. Hoe had de wereldgemeenschap de inval van Poetin in Oekraïne beoordeeld, als in februari 2022 niet Joe Biden maar Donald Trump de president van de VS was geweest?

Hoe kunnen we het beste met toevalligheden omgaan?

Toeval is een nuttig ingrediënt dat we niet te groot en niet te klein moeten maken. We moeten de balans in de gaten houden. Tegelijkertijd raad ik aan toevalligheden ook in je voordeel te gebruiken. Een mooi voorbeeld is hoe de beroemde speech van Martin Luther King in 1963 tot stand kwam. King had een tekst geschreven en begon die voor te lezen. In zijn buurt zat gospelzangeres Mahalia Jackson. Zij riep hem toe: ‘Martin, vertel nog eens over je droom.’ Ze hadden het daar blijkbaar al eens over gehad. Vervolgens legde King zijn geprepareerde tekst opzij en ging hij verder met ‘I have a dream’, de frase die hij in de rest van zijn speech verweefde. De bevlogenheid waarmee dat gebeurde was niet geprepareerd, maar op dat moment geïmproviseerd, waardoor zijn retoriek veel overtuigender werd. Hij wist het toeval op dat moment te benutten. Die creatieve impuls zouden ook wij vaker moeten gebruiken.

Dat wordt lastig. Volgens mij houden mensen steeds minder van verrassingen. Een camera bij de voordeur, helpdesksmedewerkers die een vast script moeten volgen, branches als onderwijs en zorg die omkomen in de verantwoordingsadministratie. Niet meer op de bonnefooi op vakantie. Appen of je om 17:00 uur kunt bellen. Met de vaste telefoon had je nog wel eens een spontaan gesprek met het dochtertje van je neef, voordat je hemzelf aan de telefoon kreeg. Er is weinig spontaan meer.

U heeft gelijk. Door alles te plannen, verliezen we toeval. Terwijl juist de ongezochte, ongeplande ontmoetingen, telefoongesprekken, of gesprekken in het openbaar vervoer enorm verbindend kunnen werken en ons leven kunnen verrijken. Zaken controleren en vastleggen heeft grote voordelen, maar we verliezen er de ongezochte vondsten door.

Loten lijkt me een duidelijk voorbeeld van toeval gebruiken.

Hoe rechtvaardig is toeval? Geven we een uitkomst uit handen of niet? We tossen zonder probleem wie de voetbalwedstrijd mag aftrappen, maar het lot laten bepalen welke coronapatiënt een plaats op de intensive care krijgt, is van een heel andere orde. Toeval is daarom ook een morele kracht van betekenis.

Loten is concreet, eenduidig  en onbevooroordeeld, maar door te loten weeg je de bekwaamheid en verdiensten van iemand niet mee. Dat speelt als er geloot wordt voor de toelating voor een opleiding. Tegenwoordig volgen veel studenten dure cursussen om de numerus fixus voor een bepaalde studie te omzeilen. Daardoor wordt de studentenpopulatie eenvormiger, want alleen draagkrachtigen kunnen zich dit veroorloven. Door loting kan die trend weer keren.

Veel landen hebben een juryrechtspraak, met -leden die door het lot zijn aangewezen.

Dat maakt de rechtspraak heel democratisch. We zouden ook bij besluitvorming in Nederland loten vaker kunnen inzetten. Waarom niet via het lot een groep mensen bijeenbrengen die een controversieel probleem probeert op te lossen, op een manier die de partijpolitiek overstijgt? Dat kan heel bevrijdend werken.

Ook persoonlijk moeten we goed nadenken in hoeverre we toeval willen doseren. Heeft een bepaald domein meer, of juist minder toeval nodig? Waar geven we toeval een rol, en waar juist niet?

Waar bijvoorbeeld?

Neem dating-apps. Die maken het mogelijk om nieuwe mensen te ontmoeten voor vriendschap of liefde. Je kunt er heel gericht mee zoeken welke personen je wilt tegenkomen. Dat die apps zo verslavend zijn, heeft ook met toeval te maken, want toeval kan verslavend werken. Denk aan de fruitautomaat, aan online gokken, of steeds opnieuw loten kopen. Voortdurend verkeer je in onzekerheid, in spanning over een belangrijke uitkomst.

Toch kan het wellicht beter zijn om het toeval een grotere rol te geven, juist omdat het fijn is dat je ook verrassende en verrijkende ontmoetingen hebt, die je anders wellicht door je filters zou uitsluiten. Je zou de serendipiteit, de onverwachte vondst willen bevorderen. Tenminste, zo zie ik het.

De ironie hierbij is dat bedrijven als Tinder en Grindr hun gebruikers juist zoveel mogelijk dates willen laten hebben. Het is helemaal niet hun bedoeling dat er langdurige relaties ontstaan, want dan hoef je hun app — hun verdienmodel — niet meer te gebruiken.

Dan kun je overstappen op datingsite Second Love.

Ja, haha.

BIO

Filosoof en schrijver Jeroen Hopster (37) is universitair docent bij het Ethiek Instituut aan de Universiteit Utrecht, en onderzoeker.

Boek: Toeval – een onvoorziene filosofie (Uitgeverij Boom)

 

Dit artikel verscheen ook in HP/De Tijd, mei 2024

 

Mijn gekozen waardering € -