Twitter is geen nieuwsmedium meer, het is de nepnieuwsmachine van Trump en Poetin (geworden).

Twitter is Twitter niet meer, daarover zijn we het allemaal wel eens. Wat ooit een plek was waar journalisten met geïnteresseerden in discussie konden gaan, is nu een speelplaats voor geschreeuw, racisme en desinformatie. Je kunt Twitter niet openen zonder iemand tegen te komen die je de huid vol scheldt, of je ziet pornoachtige content. Zelfs een achtjarige kan dit zien. Het platform wordt steeds minder gebruikt, en dat is niet gek. Want zeg nou zelf: wie wil zijn vrije avond besteden om als pispaal te dienen? Mensen haken massaal af en zoeken naar alternatieven zoals BlueSky, Threads, of stoppen helemaal met sociale media.

Er was een tijd dat ik met plezier mijn ochtenden begon op Twitter. Het was een plek waar ik wat van kon leren of een leuke discussie kon voeren. Maar steeds vaker merk ik dat ik het platform met tegenzin open, vooral vanwege de negatieve reacties en het steeds polariserendere klimaat. Het probleem van Twitter reikt echter veel verder dan onze persoonlijke gemoedstoestand. Twitter tast zelfs de hoeksteen van onze democratie aan. In dit essay leg ik uit waarom.

Sinds Musk is alles anders

Sinds Elon Musk Twitter overnam, is er veel veranderd. Voorheen werden extremisten verbannen als ze mensen bedreigden of racistische en antisemitische complottheorieën verspreidden. Sinds Musk de tent overnam, is bijna de hele moderatie weggesaneerd. Musk noemt dit vrijheid van meningsuiting, maar ik noem het anarchie. Als u denkt dat dit mijn grootste zorg is, dan heb ik slecht nieuws: dit is nog maar het begin.

Onder Musk is het algoritme ingrijpend veranderd. Waar Twitter ooit een platform was waar je je goed kon informeren en met elkaar over het laatste nieuws kon discussiëren, draait het nu om wie het hardst kan schreeuwen. Het algoritme is zo aangepast dat het gedijt op engagement, vooral op reacties. Hoe meer mensen reageren, hoe zichtbaarder je wordt. Dit stimuleert (f)ophef en het doen van extreme uitspraken.

Ik heb de afgelopen maand mijn engagement voortdurend gemonitord. Wat werkte wel en wat niet? Ik testte zelfs met anonieme accounts en ontdekte iets wat me nog meer verontrustte: basale tweets, zomaar wat roepen, wel wat controversieels, scoorden het beste. Rage-farming noem ik het maar. Je roept je volgers op tot woede of verontwaardiging, en dan reageren voor- en tegenstanders. De zichtbaarheid volgt dan vanzelf. Tweets met een hyperlink erbij scoorden het allerslechtste, op BlueSky maakte dit geen verschil. Dit bevestigt in feite wat we al langer dachten: externe links worden door Twitter deels gecensureerd. Dit ondermijnt de journalistiek en vooral de strijd tegen desinformatie. Want wees nu eerlijk: wie gaat er op een tweet klikken en dan op de link klikken? Sommigen, maar veel minder mensen. Op deze manier werkt Twitter desinformatie in de hand. Niet letterlijk, maar wel hoe hun algoritme werkt. Natuurlijk kun je denken, dan moet je ook maar lekker controversiële dingen gaan schrijven, emotie gaan oproepen bij mensen. Dat kan, maar ik vroeg me af: is dat hoe ik mijn werk wil doen? Is dat hoe ik de boodschap van nuance wil uitdragen? De vraag stellen is hem beantwoorden.

Het was frustrerend om te zien hoe het algoritme geschreeuw, racisme, antisemitisme, (f)ophef en rancune beloont, terwijl gedegen analyses en nuance worden onderdrukt. Hierdoor verdwenen steeds meer academici en journalisten van Twitter, en daarmee ook het kwaliteitsgehalte van wat Twitter ooit was. Zo vertrok onder andere Beatrice de Graaf, die ik gelukkig nu op BlueSky weer regelmatig voorbij zie komen, net als andere historici en academici.

Bluesky het alternatief?

Op 7 november 2024 veranderde alles. Ik kwam erachter dat mijn tweets op BlueSky bijna evenveel bereik hadden als op Twitter wanneer ik naar een artikel van me linkte. Op Twitter had ik 14.000 volgers, op BlueSky iets meer dan duizend. Op BlueSky zagen mijn volgers mij veel makkelijker, op Twitter volgden ze me wel, maar een groot deel zag mij niet, en ik hen ook nauwelijks.

Afgelopen week begon ik het pas te snappen: de algoritmes op Twitter drukten me gewoon weg. Ik ben namelijk niet iemand van de controversiële uitspraken, maar van de nuance. Het algoritme gedijt immers vooral op controverse. En bovendien worden bots hierop getraind. Ik zit nu bijna een jaar op BlueSky, maar na 5 november kwamen er dagelijks miljoenen gebruikers bij. Dus ook een groot deel van mijn Twittervolgers. Sinds 7 november 2024 heb ik tientallen privéberichten op BlueSky gekregen. Hoewel mensen mij volgden op Twitter en er minstens een uur per dag op zaten, hadden ze me maanden niet gezien. Sommigen waren mij zelfs automatisch ontvolgd en moesten mij actief opzoeken. Sommigen wisten zelfs niet dat ik sinds 2023 freelance historicus was en op mijn eigen website artikelen publiceerde. Iets wat ik al ruim een jaar doe. Wat vreemd allemaal, dacht ik.

Ik zou willen zeggen dat de afname van zichtbaarheid me koud liet, maar eerlijk? Het zorgde voor slapelozenachten en geldzorgen; het vrat aan me. Vanaf de zomer van 2024 begonnen de donaties per artikel echt flink terug te vallen, net als de views bij mijn draadjes en tweets. Voor mij betekende een afname van ongeveer 50 procent zichtbaarheid dat ik me serieus begon af te vragen of ik dit werk nog wel kon voortzetten.

Mijn spaargeld was mijn vangnet. Ik doe dit, omdat het mijn passie is, en ik geloof dat mensen genuanceerde en soms lange verhalen en analyses willen horen. Maar hoe lang kon ik het rekken? Nog een jaar? Een paar maanden? Die vragen spookten elke avond weer door mijn hoofd. Dan schreef je een artikel waar je twee dagen heel erg je best voor deed, werd het door het algoritme weer weggedrukt.

Ik ben niet iemand die snel de schuld bij anderen legt. Daarom begon ik vaker artikelen te publiceren, zette ik een maillijst op en volgde ik online cursussen over sociale media. Ik analyseerde het algoritme om te kijken hoe ik toch mijn zichtbaarheid kon vergroten. Niets werkte. Of een artikel nu goed of slecht was, of ik nu veel of weinig tijd ergens instak; het maakte allemaal niet uit. Ik was afhankelijk van de grillen van Musk die weer aan de knoppen zat te draaien.

Het voelde alsof ik tweehonderd procent moest geven voor dezelfde resultaten. Vooral omdat Twitter de enige plek was, waar ik mijn artikelen onder de aandacht kon brengen leverde dit stress op. Niet alleen de afname van bereik, maar ook de voortdurende haat, het gezuig en de plotselinge hetzes tegen mij speelden hierin een belangrijke rol. Gelukkig gaat het nu echt beter en ben ik veel minder afhankelijk van Twitter, waardoor ik kan spreiden en dus minder kwetsbaar ben, als Musk weer eens aan de knoppen zit te draaien.

Journalistiek

Twitter is jarenlang een platform geweest waarin ik nieuwe inzichten kreeg en soms gaf. Het was in feite mijn krant. Ik las er nieuwe dingen, ik leerde van academici en was meteen op de hoogte van het laatste nieuws. Dit werd natuurlijk allemaal wat minder, maar mensen waren altijd in staat om, als je de juiste mensen volgde, goed op de hoogte te blijven. Dat was zo rondom de Arabische Lente, corona en de oorlog in Oekraïne.

Helaas is dit niet langer de situatie. Dat komt door het algoritme. Het algoritme geeft enerzijds voorkeur aan reacties, en anderzijds dus veel minder aan likes en retweets. U denkt misschien: wat maakt dat nu uit? Dat is een terechte vraag, en ik leg uit waarom dit een heel groot probleem is. Wanneer reacties zeer belangrijk worden, blijkt dat allesbepalend te zijn wat jij ziet. Dan zie jij dus meer (f)ophef en minder nuance. Of je daar nu in geïnteresseerd bent of niet. Zo werkt dus de beïnvloeding van Twitter.

Een journalist die de laatste updates geeft, krijgt veel likes en retweets. Een analist die nuance aanbrengt in een essay, krijgt iets minder likes, maar bleef voorheen nog zichtbaar. Nu ben je alleen zichtbaar als je iets heel controversieels roept. Want dat wekt reacties op. Het probleem? Het platform draait niet meer om leren, maar om wie het hardst kan schreeuwen. Twitter is geen platform meer voor journalisten en academici, maar voor hooligans.

Twitter als geopolitiek wapen

Maar Twitter is veel meer dan een speeltuin voor trollen en algoritmen. Het is ook een geopolitiek wapen. Vice-president Vance stelde dat de Amerikaanse steun voor de NAVO afhankelijk is van hoe Europa omgaat met Twitter. Dit soort uitspraken zijn niets minder dan chantage en laten zien hoe Twitter steeds meer wordt ingezet als machtsmiddel. Ondertussen zetten Rusland, China en Iran Twitter-bots in om democratieën te ondermijnen. Dit zaait verdeeldheid, versterkt wantrouwen in instituties en vergiftigt het publieke debat. Zonder consensus over feiten kan een democratie niet functioneren. Dit maakt Twitter een reëel gevaar.

Maar het is vaak helemaal niet zo duidelijk. De vraag is waarom werd Russia Today verboden en Twitter nu niet? Rusland én ook China en Iran kunnen met Twitter veel meer schade aanrichten, dan wat ze ooit met hun online televisiezenders konden doen. Poetins beste wapens zijn niet de raketten of drones, maar beïnvloedingscampagnes. Wat ze hiermee kunnen aanrichten hebben we deze week gezien in Roemenië, en ook eerder in Moldavië. Als we onze democratie willen beschermen, moet ons vrije en open debat niet vervuild worden door bots en AI-gegeneerde accounts. Een open debat moet je eerlijk kunnen voeren. Niet door degene die het hardste kan schreeuwen of de meeste AI-bots heeft te belonen. Daarom moet de regering en de Europese commissie maatregelen treffen om Twitter te reguleren. Doen we dit niet, zal het debat steeds verder naar extreemrechts of extreemlinks verschuiven. Met AI-bots en AI-foto’s weet extreemrechts met hulp van Rusland, electorale winsten te boeken. En reguliere media gaan hierin mee. Zo wordt inmiddels de PVV in feite al genormaliseerd, net zoals Trump als president van de Verenigde Staten.

Twitter verlaten?

Veel mensen vragen mij, verlaat jij dan niet gewoon Twitter. Dat doe ik niet en ik zal uitleggen waarom. Allereerst, wordt het publieke debat en de onderwerpen nog altijd bepaald door Twitter. De overheid en grote nieuwsmedia communiceren primair via Twitter. Er zijn velen die de stap nog niet hebben gezet. Ik denk daarom dat het voor velen het beste is om naast Twitter ook een BlueSky-account te hebben en daar ook actief op te zijn. Daarnaast denk ik dat je nog steeds mensen kunt bereiken met draadjes en informatieve content op Twitter, ondanks het oneerlijke speelveld. Een aantal mensen heeft bij mij een abonnement lopen. Dat deden mensen ook voordat BlueSky ‘hot’ was. Een deel hiervan doet dat vanwege mijn draadjes en tweets op Twitter. Daarom zal ik er ook blijven. Tot slot, is er ook een groep ouderen dat de stap om Twitter te verlaten en naar BlueSky te vertrekken te lastig vindt en daarom op Twitter blijft. Deze groep blijft enorm onderbelicht, aangezien ze zelden tweeten en vooral lezen.

Wel roep ik de overheid, alle nieuwsmedia, journalisten en professionele sportclubs op, om actief te worden op BlueSky en andere alternatieven voor Twitter. Anders worden mensen in feite gedwongen om op Twitter te blijven, enkel omdat ze Formule 1, voetbal, wielrennen of een andere sport willen volgen. Met de kans dat ze ook sterk beïnvloed worden door desinformatie van Twitter, wat de verkiezingen weer kan beïnvloeden. Nazi-propagandakopstuk Joseph Goebbels zei ooit: als je een leugen maar vaak genoeg herhaalt, wordt het gezien als de waarheid. En dat gevaar zit ook in sociale media. Als je voortdurend wordt blootgesteld aan dezelfde leugens, kan je ze vanzelf (deels) gaan geloven. Hiermee wordt het gedachtengoed van extreemrechts steeds meer genormaliseerd en dit ondermijnt op de lange termijn de westerse democratieën. Vooral omdat hyperlinks worden bestreden (dat doet Facebook ook), wordt het bestrijden van desinformatie steeds moeilijker gemaakt. Daarom moet Twitter worden gereguleerd. We kunnen niet toestaan dat onze democratie en ons open debat wordt ondermijnd door kwaadwillenden.

Mijn gekozen waardering € -

Historicus, studeerde de Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen aan de Universiteit van Amsterdam. Schreef zijn masterscriptie over de verhoudingen tussen Rusland en de NAVO en is gespecialiseerd in de Post-Sovjetunie.