‘Anderhalf jaar geleden had ik mijn laatste eetbui. Dat ik er ooit helemaal vanaf zou komen, had ik niet meer verwacht. De eetbuien bleven uiteindelijk vrij abrupt weg. Ik had al jaren last van fysieke klachten, vooral veel pijn in mijn keel en maag. Uit onderzoek bleek dat ik het baret syndroom heb, een voorstadium van slokdarmkanker. Dat was een keerpunt. Het moest nu echt afgelopen zijn met braken!
Waarom het nu wel lukte en al die jaren ervoor niet? Ik was eindelijk klaar om de eetbuien los te laten. Ze hadden hun functie verloren. Door mijn ontwikkeling die ik heb doorgemaakt als ervaringsdeskundige, ben ik steeds dichter bij mezelf en mijn gevoel gekomen. Ik ben ruim twintig jaar actief op het gebied van ervaringsdeskundigheid in diverse instellingen en organisaties op het gebied van eetstoornissen. Sinds tien jaar begeleid en coördineer ik zelfhulpgroepen bij Stichting JIJ, een organisatie die volledig werkt vanuit ervaringsdeskundigheid.
Ik ben overtuigd van de kracht van ervaringsdeskundigheid. In de veilige omgeving van lotgenoten, kun je helemaal jezelf zijn en praten over je problemen zonder oordeel. We zijn allemaal even ‘gek’. Die herkenning geeft vrijheid. Alles mag er zijn. Mijn herstel begon met acceptatie, toen ik stopte met vechten tegen mezelf ging ik steeds meer beseffen dat ik een keuze had. Ik hoefde geen eetbui te hebben. Zelfs als de spanning opbouwt, weet ik nu dat die spanning ook weer zakt. Een kwestie van uitzitten. Ik maak nu actief de keuze om er niet aan toe te geven. En – heel belangrijk – ik kijk naar waar het vandaan komt. Wat speelt er? Waarom voel ik me zo?
Aandacht voor emoties is essentieel. Ik benadruk dit ook in onze begeleidingen binnen Stichting JIJ. Laat de gedachtes los, ga zitten en voelen. Waar voel je iets in je lijf? Wat heb je nodig? Leren luisteren naar je gevoel en toegeven aan wat je werkelijk nodig hebt, zijn belangrijke aspecten van herstel. Ik las tegenwoordig heel bewust rustmomenten in voor mezelf. Na een dag praten en luisteren op het werk, gaat ’s avonds de telefoon uit. Ook ga ik elke week naar de sauna, mijn persoonlijke time out. Ik ga niet meer eindeloos door. Als ik moe ben, ga ik naar bed. Zo eenvoudig kan het zijn.
Herstel is een proces. Ik voelde me jarenlang hersteld, terwijl ik nog eetbuien had. Ik had de boulimia helemaal geaccepteerd. Het hoorde bij mij en ik kon er goed mee functioneren. Ik had er geen last meer van, in die zin dat ik nog maar nauwelijks overvallen werd door echte eetbuidrang. Dat ik móést eten. Als dat wel zo was, kon ik achterhalen waar de spanning vandaan kwam en daarmee aan de slag gaan. De eetbuien waren meer een gewoonte geworden, ‘mijn ding’. Mijn warme maaltijd was de eetbui. Ik maakte ’s avonds eten voor vier personen, dat at ik op en gooide het er weer uit. Ik schaamde me er niet meer voor en kon er zelfs van genieten.
In mijn pubertijd gebruikte ik eten als troost. Ik trok me terug op mijn kamer met boeken en snoep… Maar de echte eetstoornis begon op mijn 23e. Ik had een punt gezet achter een moeizame relatie en mijn moeder woonde 500 kilometer verderop. Ik voelde me somber en eenzaam en zocht afleiding en ontspanning in eten. Overdag werkte ik als medisch analiste in een ziekenhuis en ’s avonds sloot ik mezelf op en ging eten. Elke dag werden de eetbuien groter. Ik voelde me walgelijk. Ik haatte mezelf maar ik kon het niet laten. Ik compenseerde door overdag niet te eten. Ik braakte en laxeerde nog niet. In één jaar tijd kwam ik meer dan 30 kilo aan.
Op mijn werk verzon ik smoesjes dat ik een stofwisselingsziekte had. Elke maand moest ik naar de linnenkamer om een grotere maat schort te halen. Verschrikkelijk! Ik ging naar de huisarts en vertelde dat ik ineens zo dik was geworden. Ik vertelde niets over de eetbuien. Het was 1979, ik had nog nooit gehoord van boulimia en dacht dat ik de enige was die zo walgelijk deed met eten. Ik kreeg zonder onderzoek schildklierhormonen en werd naar een kuuroord gestuurd om af te vallen voor mijn rugproblemen. Toen ik thuiskwam, ging ik vrijwel direct weer eten.
Ik voelde me hopeloos en depressief en zag het leven niet meer zitten. Toen ontmoette ik Willem tijdens een familie vakantie op Terschelling, mijn toekomstige echtgenoot. Die eerste periode met Willem was de gelukkigste periode van mijn leven. Voor het eerst wist ik precies wat ik wilde. Ik wilde bij Willem zijn. Ik wilde naar Nederland. En ik wilde alle shit in Duitsland achterlaten. Opnieuw beginnen. We trouwden en ik vond een baan als medisch analiste in Nederland. Ik had geen eetbuien meer en kwam weer op mijn oude gewicht. Ik voelde me sterk en goed, als in een roes. Maar het duurde niet lang…
Toen ik in rustiger vaarwater kwam, kwamen de eetbuien terug. Al mijn onzekerheden en oude angsten kwamen weer omhoog. De angst voor nabijheid, angst voor seksualiteit, angst om in de steek gelaten te worden, angst om niet goed genoeg te zijn… En een nieuwe angst: angst om weer dik te worden. Dat wilde ik nooit meer! Toen heb ik het overgeven ontdekt. Ik had stiekem eetbuien (op het werk of) onderweg naar en van het werk, en gooide alles er meteen weer uit. Het leek dé oplossing. Maar al snel liep het helemaal uit de hand.
Ik kreeg steeds vaker eetbuien en begon ook te rommelen met eten. Ik sloeg maaltijden over en wilde allerlei dingen niet meer eten. Ik raakte snel geïrriteerd en was gespannen. Ik trok me terug. Alles wat bij een eetstoornis komt kijken. Toen Willem me betrapte tijdens het overgeven, zijn we samen naar de huisarts gegaan. Voor het eerst hoorde ik over boulimia. De huisarts stuurde me door naar een psycholoog, daar ben ik drie jaar in therapie geweest. Het hielp niks. Hij wilde alleen maar praten over de relatie met mijn moeder, terwijl ik wilde praten over de lastige dingen die ik in mijn jeugd had meegemaakt.
Over hoe ik mijn vader had horen zeggen dat hij liever een zoon had gehad… Een uitspraak die mij nooit meer heeft losgelaten en waardoor ik me altijd verkeerd en niet goed genoeg voelde. Op mijn elfde is hij overleden. Ik vond hem dood in de auto in de garage, een hartstilstand. Een traumatische ervaring. We bleven achter met mijn moeder, mijn oudere zus en mijn broertje van net een half jaar oud, maar er was geen ruimte voor rouw en verdriet. We hebben er nooit over gepraat, gehuild of foto’s gekeken. We gingen door… Mijn moeder steunde vooral op mijn zus, waardoor ik me achtergesteld en afgewezen voelde; een buitenstaander in het gezin. Mijn hele verdere leven heb ik krampachtig mijn best gedaan om leuk en goed gevonden te worden. Ik wilde praten over die onzekerheid en gevoelens van minderwaardigheid. Maar die ruimte kwam pas jaren later.
In mijn dertiger en veertiger jaren stond de eetstoornis centraal. Ik was depressief en had dagelijks in toenemende mate eetbuien. Ik at om te vluchten, spanning te ontladen, om mezelf te troosten of te straffen. Als ik boos was op mezelf, braakte ik soms tot bloedens toe. Ik raakte ook verslaafd aan laxeerpillen, ik nam er veertig tot zestig per dag. Ik heb ook eten gestolen, want ik kwam in de financiële problemen door de vele eetbuien. Ik jatte uit de supermarkt maar ook bij mensen thuis uit de kast. Ik ben verschrikkelijk laag gegaan. Een dieptepunt was een zelfmoordpoging toen ik 32 was. Ik moest stoppen met werken en ging na een crisisopname in psychiatrische dagbehandeling.
Anderhalf jaar lang, vijf dagen in de week, volgde ik therapie; rouwverwerking over mijn vader, relatietherapie met Willem, drama- en creatieve therapie, groepstherapie, de hele mikmak. Er werd veel aan emoties naar boven gehaald maar ik kreeg weinig handvatten om ermee om te gaan. Na het ontslag verergerde het verstoorde eetgedrag alleen maar. Ik at geen normale hap meer en leefde op zes tot acht eetbuien per dag. Ik was een junk. Willem was wanhopig. Als ik depressief op de bank zat, zat hij verdrietig naast me. Ik voelde me ontzettend schuldig. Ik verknalde niet alleen mijn eigen leven maar ook dat van hem.
Via een second opinion hoorde ik van de Ursula kliniek, destijds de eerste kliniek voor eetstoornissen in Nederland. Na anderhalf jaar (!) wachttijd kon ik terecht. Voor het eerst sinds bijna vijftien jaar eetstoornis had ik contact met lotgenoten. Ik ontmoette vrouwen die hetzelfde deden met eten als ik, of iets anders, maar net zo gek. Leuke, sympathieke vrouwen. Dat heeft meteen iets met mij gedaan. Misschien was ik dan toch niet zo gek of walgelijk?
Ik ben een half jaar intern geweest en heb grote stappen in mijn herstel gezet. Ik leerde weer regelmatig eten zonder meteen door te slaan in een eetbui. Ik leerde om voedsel binnen te houden zonder het eruit te gooien. Mijn honger en verzadigingsgevoel kwamen terug. Ik kwam weer op normaal gewicht. Ik stopte met de laxeermiddelen en heb ze nooit meer aangeraakt. Ik leerde veel, maar niet op het gebied van emoties. Hoe om te gaan met het leven en moeilijke gevoelens? Ik wist het nog steeds niet. Zodra ik in de weekenden naar huis mocht, had ik weer eetbuien.
Na zes maanden Ursula-Kliniek werd de opname stop gezet. Ik had drie jaar psychotherapie, anderhalf jaar voltijdse dagbehandeling en een half jaar opname achter de rug maar de boulimia was nog niet over. Ik had nog steeds eetbuien en alle hoop op verbetering was weg. Ook bij Willem. Na dertien jaar huwelijk zijn we uit elkaar gegaan. Ik was doodsbang. Wat moest ik nu? Ik bleef hulp zoeken en kwam terecht bij de LES-groep van de Ursula, een groep speciaal voor mensen met een langdurige eetstoornis die toen net opgericht was. Ik heb negen jaar in deze groep gezeten en ben jarenlang actief betrokken geweest bij het verder op de kaart zetten van de ‘vergeten groep’ LES in de toenmalige patiëntenvereniging SABN.
De LES-groep was al die jaren mijn persoonlijke houvast. Elke week kwamen we bij elkaar met een groep vrouwen – sporadisch een man – en een therapeut. Hier durfde ik eindelijk mijn masker te laten vallen en laten zien hoe ik me werkelijk voelde. Ik kon vertellen over de eetbuien zonder bang te zijn voor sancties zoals tijdens de opname. Er werd niet gepusht om dingen te veranderen en er werd geen advies gegeven. Alles mocht er zijn. Ik leerde mezelf beter kennen en mijn leven te accepteren zoals het was. Ik stopte gaandeweg met mezelf continue op de kop te geven. De boulimia ging niet weg, maar de eetbuien werden minder en mijn leven werd leefbaar. Ik kon weer functioneren.
Tien jaar geleden kwam Stichting JIJ op mijn pad. Ik werkte toen al vier jaar als ervaringsdeskundige bij de Ursula. Een kennis vertelde dat ze begeleiders nodig hadden en ik meldde me aan. Directeur Saskia was terughoudend omdat ik nog eetbuien had. Maar ik mocht toch beginnen. Ik voelde dat ik iets te bieden had en mijn eigen ervaring steeds beter in kon zetten. Ik ben in de groepen altijd eerlijk geweest over het feit dat ik nog eetbuien had. Achter de schermen hebben we veel discussie gevoerd over wat herstel van een eetstoornis nu precies inhoudt?
Voor mij omvat herstel veel meer dan alleen het eetgedrag. Herstel gaat over jezelf nemen zoals je bent. Je krachten kunnen benoemen maar ook je zwakheden onder ogen zien. Herstel betekent dat je durft te voelen en stil te staan bij wat er is, zonder dat je het eten nodig hebt om wat dan ook uit te drukken. Ik heb anderhalf jaar een inspiratiereis gemaakt naar Griekenland met aansluitend een intensief therapietraject. Daar heb ik gewerkt aan het moeilijke, misschien wel meest pijnlijke stuk van mijn herstel. Ik heb geleerd over co-dependency en nieuwe inzichten gekregen over mijn jeugd en de relatie met mijn moeder. Herstel is groei en ontwikkeling. Het gaat je leven lang door.
In al die jaren dat ik werk als ervaringsdeskundige, heb ik gezien hoeveel ellende eetstoornissen veroorzaken. Mijn eigen weg was ook lang. Dat ik na al die jaren geen boulimia meer heb, is boven verwachting. Ik ben een stuk gevoeliger zonder eetbuien en kom eerder aan mijn grenzen, maar ik ben ook meer ontspannen en zachter geworden. Mijn hele leven vond ik mezelf niet goed genoeg en heb ik geprobeerd mezelf te bewijzen. Nu, in mijn werk als ervaringsdeskundige, heb ik mijn plek gevonden. Bijna dagelijks zie ik hoe mijn ervaring anderen helpt in hun herstel. Ik kan en durf eindelijk te zeggen: ik ben genoeg!’
In memoriam: Ute is in 2020 overleden aan een ernstige ziekte.
Haar verhaal is opgenomen in de herstelverhalenbundel van Stichting JIJ. , een vrijwilligersorganisatie die persoonlijke en ervaringsdeskundige ondersteuning biedt bij eetproblemen.
Je kunt de bundel bestellen door een mailtje te sturen naar info@stichting-jij.nl met in de subject ‘herstelverhalenbundel’. De bundel kost 24,50 en de volledige opbrengst komt ten goede van de stichting.
Foto van Artem Kovalev via Unsplash