Veel mensen zijn de connectie met zichzelf kwijt. Laten we daarom eerst even in ons zelf rusten voor we verder lezen. Pas als het stil is van binnen, ontstaat er ruimte voor anderen. En die aandacht hebben we nodig om te begrijpen waar economie 4.0 over gaat.
In ieder geval niet over onze ‘Dikke Ik’. Vandaar de oefening.
Spirituele reis naar meer betekenis in leven en werk
Het is de rust die Otto Scharmer, senior docent bij het Massachusetts Institute of Technology nodig heeft om op stoom te komen bij de boekpresentatie, die werd georganiseerd door Het Eerste Huis.
Aarde geen voorraadkast
Als zijn gehoor ‘ontspannen en wakker’ is, kan de reis naar 4.0 beginnen. Startpunt is de huidige markteconomie (3.0), die inmiddels aardig over de datum is. Met 4.0 keren we eigenlijk terug naar de tijd van voor (2.0), de industrialisatie, want het gaat draaien om de natuur.
“Het is absoluut nodig om onze vijandige houding tegenover de natuur te herzien. De natuur moet als ecosysteem weer gezamenlijk bezit worden. In de huidige economie zien we de aarde als een voorraadkast, waaruit we gratis land en grondstoffen kunnen halen. Onze hele economie en samenleving steunen op de diensten van het natuurlijke eco-systeem, maar om dit vol te houden, hebben we hulpbronnen van anderhalve planeet nodig.”
“In de hele economische theorie wordt over de natuur gedacht in termen van ‘nuttig of bruikbaar’. Maar we hebben de aarde niet gemaakt en het is ook niet de bedoeling om hem helemaal te consumeren. De planeet is eerder een geschenk dat ons gegeven is.”
Oude leven afleggen
Scharmer ziet een andere maatschappij opdoemen, waarbij het egocentrisme wordt ingeruild voor het collectieve belang. “Het is zeker een spirituele reist”, zegt Scharmer. “Mensen zijn tegenwoordig veel meer geïnteresseerd in de diepere betekenis van hun leven en hun werk. Het gaat om de verbintenis met je innerlijke bron van energie, drijfveren en creativiteit.”
Om zich heen ziet hij dat bewustzijn toenemen. “Steeds meer organisaties leggen het oude leven af en vinden zichzelf opnieuw uit.” Het vraagt moed van de huidige CEO’s en directies. “Ze staan voor enorme uitdagingen en moeten verder kijken dan het belang van aandeelhouders.
Om CEO’s daarvan te overtuigen nam hij er een aantal onlangs mee naar Brazilië en Bhutan, om er samen met vertegenwoordigers van ngo’s en Oxfam te kijken naar de gross national happiness, een waarde om de economische gezondheid van de aarde te meten. Als je focust op happiness in plaats van economische groei, zie je hele andere zaken. Op die manier kun je ego verleggen naar eco. En dat is echt nodig, want anders trekt de aarde het niet lang meer.”
CEO als toeschouwer
In het ideale bedrijf van Scharmer bekijkt een directeur zijn bedrijf niet langer van boven, maar juist meer als een toeschouwer. “Ze moeten zich kunnen verplaatsen in hun medewerkers. Juist in diegenen die ver van de top vandaan zitten. Niet meteen zelf antwoorden geven, maar vragen stellen, oog krijgen voor het grotere belang en van daaruit keuzes maken.”
Maar de omslag komt niet alleen van bovenaf. Steeds vaker trekken medewerkers zelf aan de bel met goede ideeën om zaken te veranderen. “In dat opzicht is het voor mij geen verrassing dat lokale partijen wonnen bij jullie laatste verkiezingen. Die zitten vaak bovenop deze ontwikkelingen.”
Toekomstmuziek wil Scharmer zijn visie niet eens meer noemen. “De verandering is al voelbaar. Veel mensen zitten al op deze lijn. Het duurt geen vijf jaar meer.”