Van persvrijheid in Afghanistan is onder de taliban zo goed als niets meer over

De pers aan de ketting leggen is meestal het eerste wat een totalitair regime doet om de macht te behouden. In Afghanistan bepaalt nu één man wat er naar buiten mag komen, schrijft de Afghaanse journalist Ghulamullah Habibi, die in augustus 2021 naar Nederland vluchtte.

Onder de Taliban verdween de persvrijheid in Afghanistan als sneeuw voor de zon. Daarvóór was werken als journalist in het land ook al niet eenvoudig, maar lukte het nog wel.

In 2019 beschikten de naar schatting veertig miljoen inwoners van Afghanistan nog over een breed en divers medialandschap. Ze hadden de keuze uit maar liefst 107 televisiekanalen, 284 radiozenders, een duizendtal gedrukte media en ruim 1800 onlinekanalen. Veruit de meeste media publiceren in het Pashto en het Dari, de officiële talen van Afghanistan.

De machtsovername van de Taliban, medio augustus 2021, veranderde alles. De vrijheid van meningsuiting in het land is sindsdien sterk ingeperkt, de toegang tot informatie is gering. In verschillende provincies van Afghanistan werden journalisten gearresteerd, gevangengezet, geslagen en na onderzoek op borgtocht vrijgelaten.

Door wetgeving van de Taliban werden heel wat Afghaanse journalisten die de afgelopen twintig jaar voor binnen- en buitenlandse media hebben gewerkt, gedwongen om hun baan op te zeggen. Het aantal journalisten in Afghanistan is dan ook sterk afgenomen. Velen zijn uit veiligheidsoverwegingen het land ontvlucht. Dat deed ik ook: samen met mijn vrouw en kinderen woon ik nu tweeënhalf jaar in Nederland.

Voor de achterblijvers is het werk moeilijk, zo niet onmogelijk. Kritische stukken over de Taliban zijn verboden, interviews met ministers of andere regeringsfunctionarissen worden consequent geweigerd. Alle vragen aan de overheid, hoe groot of klein ook, moeten aan een en dezelfde persoon worden gesteld: Zabihullah Mujahid, de woordvoerder van de Talibanregering. Vragen die niet in zijn straatje passen, worden niet beantwoord. Nog lastiger is het leven van vrouwelijke journalisten. Wanneer zij in de media verschijnen, moeten ze een hidjab dragen en moet hun gezicht bedekt zijn.

De Afghaanse regering die vóór de Taliban aan de macht was, heeft twintig jaar lang veel werk verzet voor de persvrijheid. Journalisten konden opereren binnen het kader van de Afghaanse grondwet en de wet op de media. Toch was ons werk niet eenvoudig. Informatie was vaak niet toegankelijk en soms werden we geïntimideerd door de overheid, om van de problemen op het vlak van veiligheid nog te zwijgen.

Dat heb ik zelf ook ondervonden, toen ik een reportage maakte over de illegale smokkel van auto-onderdelen van Afghanistan naar Pakistan, waarbij verschillende overheidsfunctionarissen waren betrokken. Ondanks aandringen kreeg ik nooit een reactie van de overheid – ze probeerden de publicatie van het artikel zelfs te verhinderen.

Toch was het, terugkijkend, geen slechte tijd, want op dit moment is de persvrijheid in het land volstrekt nihil. Alle journalisten moeten hun berichtgeving met de Taliban delen. Pas na hun goedkeuring mag die, wat het ook is, worden gepubliceerd of uitgezonden. Dat maakt het werk van journalisten er op dit moment zo goed als onmogelijk.

Dit artikel verscheen eerder in 360 Magazine. Het kwam tot stand in samenwerking met Free Press Unlimited.
Foto: knottleslie

Mijn gekozen waardering € -