Vivaldi’s zomer. Regeren in een kermistent

De beelden van de al dan niet wildplassende minister haalden ook ver buiten de landsgrenzen de pers. Pipigate vormde de lachwekkende apotheose van het politieke seizoen in België. Een terugblik op een jaar waarin het land meer dan ooit geplaagd werd door schandalen, en over de meeste viel veel minder te lachen.

De Belgische politiek, en met haar het hele land, snakte naar komkommertijd. Formeel markeert 21 juli, de nationale feestdag, het einde van het politieke jaar. België, toch niet onbekend met onrust of schandalen, kon dit keer terugzien op een wel erg bijzonder jaar.

Gewoontegetrouw trapt zo’n jaar af met begrotingsplannen, en daar ging het al mis. Vlaams minister-president Jan Jambon moest met de mond vol tanden erkennen dat zijn gewest nog niet klaar was. De federale staatssecretaris voor begrotingszaken, Eva De Bleecker, moest opstappen nadat ze bij herhaling gestruikeld was over rekenfouten en daarbij onenigheid had met haar premier, die een rooskleuriger voorstelling van zaken voorstond. En hoe Wallonië ook probeerde de cijfers kosmetisch op te kalefateren, het kampt met een schuld die tweeënhalf maal zo groot is als de jaarlijkse inkomsten en alleen maar verder zal stijgen.

Op 19 oktober 2022 verscheen Sihame El Kaouakibi, dan al bijna twee jaar ziek thuis met een briefje van haar psychiater, weer eens in het Vlaamse parlement. Het was de dag dat er over de opheffing van haar onschendbaarheid gestemd werd. Ooit was El Kaouakibi het uithangbord voor de jonge, succesvolle allochtoon. Een indrukwekkende reeks onderscheidingen getuigt daarvan, te beginnen met de verkiezing tot Antwerpenaar van het jaar in 2011 en acht jaar later uitmondend in haar beëdiging als Vlaams volksvertegenwoordiger voor Open VLD (Vlaamse Liberalen en Democraten). Maar in april 2021 werd El Kaouakibi ontmaskerd als fraudeur. Ze werd verdacht van het achteroverdrukken van meer dan een miljoen euro aan subsidiegeld. Tandenknarsend moet Vlaanderen nu toezien hoe ze tot de volgende verkiezingen in 2024 haar zetel en twee medewerkers houdt, plus een wedde van drieduizend euro netto per maand, terwijl ze sinds die negentiende oktober weer is ziek geschreven.

Het Waalse parlement schudde intussen op zijn grondvesten toen de praktijken van griffier Frédéric Janssens aan het licht kwamen. De griffier had een schrikbewind tegenover zijn medewerkers gevoerd. Bij de bouwprojecten die hem waren toevertrouwd, zoals de renovatie van het Huis der parlementariërs in Namen, overschreed hij de budgetten met 300% of meer. Hoe de aanbestedingen daarvoor precies verdeeld werden, bleef in het duister. De kers op de taart was een peperduur reisje naar Dubai dat hij voor zichzelf en zijn baas, parlementsvoorzitter Jean-Claude Marcourt, had geregeld. Janssens werd geschorst en in staat van beschuldiging gesteld. Marcourt en de andere leden van het Waalse parlementsbureau, belast met toezicht en kostenbewaking, stapten op.

Verder moest nog Sarah Schlitz, landelijk staatssecretaris voor Gelijke Kansen, het veld ruimen nadat ze de communicatie aan de gelukkige ontvangers van overheidssubsidies stelselmatig had uitgestuurd met haar persoonlijke logo en daarover loog, werd ook de oude garde niet gespaard toen bleek dat ex-Kamervoorzitters Herman De Croo en Siegfried Bracke jarenlang onwettige pensioenextra’s van enkele duizenden euro’s per maand op hun rekening gestort kregen zonder dat ze dat gemerkt hadden, en kende het corruptieschandaal #Qatargate een sterke Belgische inbreng dankzij Europarlementariër Marc Tarabella.

Toch zat het venijn dit jaar in de staart, in een affaire die niet om persoonlijk gewin draaide. Die begon zelfs met een diplomatiek succes.

Irangate

Toen eind mei Olivier Vandecasteele op vliegveld Melsbroek arriveerde, haalde een heel land opgelucht adem. Sinds februari 2022 had de humanitaire werker in Iran vastgezeten op verdenking van spionage. Zijn vrijlating was het resultaat van maandenlange onderhandelingen. ‘Waar je ook bent, we doen er alles aan om je weer veilig thuis te krijgen’, juichte Béatrice Delvaux, éminence grise van de Franstalige Belgische journalistiek in Le Soir. Dat België als tegenprestatie de veroordeelde spion en terrorist Assadollah Assadi had moeten laten gaan, verschoof even naar de achtergrond.

Lang zou de euforie niet duren. Nog geen drie weken later vond de Brussels Urban Summit plaats, een conferentie van burgemeesters van de grootste steden ter wereld. Pascal Smet, als staatssecretaris voor Europese en Internationale Betrekkingen van het Brussels gewest, had de visumaanvraag van Alireza Zakani, burgemeester van Teheran, en zijn dertienkoppige delegatie erdoor gedrukt.

Op het oog leek er weinig mis met de aanwezigheid van Zakani. Hij was per slot van rekening slechts burgemeester en bovendien één van de covoorzitters van Metropolis, mede-organisator van de top. Maar hij was ook een beruchte pleitbezorger van het Iraanse bewind. En had de net uitgeruilde terrorist Assadi destijds niet ook onder een diplomatieke dekmantel geopereerd? De vrees werd bewaarheid toen dissidente Iraniërs in België merkten dat ze gefilmd werden door lieden uit Zakani’s gevolg, waarna hun familie in Iran geïntimideerd werd.

Pascal Smet is een door de wol geverfd politicus. Twintig jaar lang heeft hij onafgebroken posten bekleed in de Brusselse en Vlaamse regering. Nationale bekendheid kreeg de socialist in 2017. Brussel is een hoer, vertrouwde hij toen Politico toe, de stad is afwisselend mooi en lelijk, opwindend en tegelijk afstotend. De commotie die toen volgde op zijn uitspraken overleefde Smet. Maar wat inmiddels #Irangate was gaan heten, was een maatje te groot.

Vooral Georges-Louis Bouchez, de voorman van de Franstalige liberale MR, speelde hardball. Toen ook nog bekend werd dat Brussel was opgedraaid voor verblijfskosten van de Iraanse afvaardiging, werd Smets positie onhoudbaar. Op 18 juni bood hij zijn ontslag aan.

Pas nu kwam Irangate goed op stoom, want in de mist van de Belgische staatsinrichting zijn regionale en federale bevoegdheden nooit scherp afgebakend. Zo kwam ook de minister van Buitenlandse Zaken in beeld, als eindverantwoordelijke voor de afgifte van visa.

Bungelend aan een zijden draad

De benoeming van Hadja Lahbib medio 2022 tot ’s lands hoogste diplomaat kwam als een dubbele verrassing. De buitenlandjournaliste en nieuwslezeres van de RTBF was alom gewaardeerd, maar gespeend van enige politieke ervaring. Dat ze echter de baan namens de liberale MR opnam, verbaasde zo mogelijk nog meer. Haar waren eerder linksere sympathieën toegedicht. ‘Ik ben niet links, niet rechts, ik ben fundamenteel vrij’, riposteerde ze bij haar benoeming.

Het duurde geen week voordat ze in opspraak kwam. In de zomer van 2021 had ze als verslaggever een cultureel festival op de Krim bezocht. De reis was betaald door de Russische organisatie, en die was gelinkt aan Katerina Tichonova, de jongste dochter van Vladimir Poetin. Bij haar terugkomst ontweek Lahbib de vraag of ze nu in Rusland of in Oekraïne geweest was. Ze had daarmee direct naar haar aantreden iets uit te leggen aan haar Oekraïense ambtgenoot Dmytro Kuleba. Door de ondubbelzinnige steun van haar regering aan Oekraïne verdween de zaak echter snel naar de achtergrond.

Misschien had het gemak waarmee de Krim-escapade van haar afgleed Lahbib overmoedig gemaakt. Op vragen naar haar rol in de Iraanse kwestie reageerde ze aanvankelijk nonchalant.  Alle schuld wentelde ze af op Smet. Zij had immers alles volgens de regels gedaan.

Dat bleek niet te kloppen. Nog voordat de gevraagde risicoanalyse beschikbaar was had de minister de visa al goedgekeurd. De oppositie was niet van plan haar hiermee te laten wegkomen. Bovendien hekelde die de hypocrisie van de bewindsvrouw, die minder dan een jaar eerder nog haarlokken had afgeknipt uit solidariteit met de Iraanse vrouwen. Maar ook de eigen coalitie rook bloed.

Vivaldi heet deze regering van vier smaken: christendemocratisch, groen, liberaal en socialistisch, zeven partijen in totaal. De groenen en socialisten zagen in de affaire een buitenkans om de rekening te vereffenen met Bouchez: Smet eruit, dan ook Lahbib. Maar dat was buiten Bouchez gerekend. Hij hield vast aan zijn protégée. Nog liever trok hij de stekker uit de regering.

Elke coalitiepartner probeerde intussen zijn eigen dossier erdoor te duwen in ruil voor steun voor Lahbib. De gemoederen raakten steeds meer verhit. Het zou tot een handgemeen gekomen zijn tussen vicepremiers Frank Vandenbroucke (Vooruit) en Vincent Van Quickenborne (Open VLD). Werden vorige regeringen nog afgedaan als kibbelkabinetten, Vivaldi staat te boek als een schiettent. Driekwart van de Belgen ziet niets meer in een Vivaldi-II. Bij vervroegde verkiezingen kan elk van de zeven partijen zich opmaken voor een geduchte schrobbering.

Drie maal moest Hadja Lahbib in de kamer spitsroeden lopen. Pas bij de derde maal had ze de juiste toon te pakken, nederig, verontschuldigend. Ze is gebutst en gehavend, maar ze mag blijven.

Ook Vivaldi overleeft voorlopig. Bungelend aan een zijden draad ruziet de coalitie verder. Fiscale hervormingen, de volgende hete aardappel, zijn doorgeschoven naar het nieuwe politieke jaar. De zomer zou verkoeling brengen, hoopte men. We gaan het zien.

© Ricus van der Kwast, 21 juli 2023, 23 september 2023

 

Dit artikel is ook verschenen in Argus, jaargang 7, nummer 158, 13 september 2023

Mijn gekozen waardering € -