Vlees. Kan het wat minder?

We weten ondertussen allemaal dat vlees eten nadelen heeft. Het is slecht voor het milieu, niet altijd even gezond en voor de dieren is het al helemaal geen feest. Toch is het voor velen moeilijk om te minderen. Hoe komt dit?

Om te beginnen nog even de feiten. De productie van vlees (mestproductie- en verwerking, brandstof voor stallen en werktuigen, veevoerproductie, mestverwerking, vervoer, etc)  veroorzaakt veel uitstoot van broeikasgassen. Om je een idee te geven: één koe stoot evenveel methaan uit als de CO2 van een gemiddelde personenauto die 15k km/jaar rijdt. Broeikasgassen zorgen voor klimaatveranderingen en stijging van het waterpeil.

Ook is voor de productie van één kilo vlees gemiddeld vijf kilo plantaardig materiaal (voedsel) nodig. Dat moet ergens groeien. 75% van de wereldwijde landbouwgrond is in gebruik voor de productie van veevoer. Als we minder vlees eten, houden we dus heel veel land en voedsel over. Niet verkeerd, als je bedenkt dat 923 miljoen mensen in de wereld honger lijden…

En dan zijn we er nog niet. Want vlees veroorzaakt niet alleen milieuschade, het is – en dan vooral de bewerkte kant en klare versies-  niet goed voor onze gezondheid. De Wereld gezondheidsorganisatie zette bewerkt en rood vlees in 2015 niet voor niets op de lijst van kankerverwekkende stoffen. Tot slot horen de dieren zelf natuurlijk ook in deze opsomming van feiten over vlees. We mogen wel stellen dat de grootschalige vlees – en zuivelindustrie niet leuk is voor dieren. Hoe groter de industrie (grotere stallen, meer productie, minder ruimte, minder naar buiten), hoe meer dieren en hoe meer leed.

Plantaardige producten zoals groenten en fruit belasten het milieu véle malen minder. Ook zijn ze goed voor je gezondheid en je wordt er niet dik van. Win win win zou je denken. Toch blijven we stug leverworst smeren op de boterhammen van onze kleuters, halen we broodjes hamburger bij de mac en drinken we melk alsof we het nodig hebben voor sterke botten*. Hoe werkt dat in het menselijk brein? Waarom eten we niet massaal minder vlees nu we weten dat het niet goed voor ons is en niet goed voor de wereld?

Volgens Roos Vonk,  hoogleraar sociale psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen zijn we simpelweg gewend aan (veel) vlees eten. Vonk: ‘ Vlees eten is een ingesleten gewoonte en het is altijd moeilijk om vaste gewoontes te doorbreken. Gewoontegedrag is makkelijk, je hoeft er niet bij na te denken. Het gaat automatisch. Mensen zijn daarbij ook echte kuddedieren, ze volgen de massa. Ze denken: iedereen doet het, dus dan zal het toch zo slecht niet zijn?’

Ontkenning. Het is een hardnekkige menselijke eigenschap. Het zorgt ervoor dat we problemen bagatelliseren (het valt allemaal wel mee), rationaliseren (zoveel vlees eet ik nou ook weer niet) en ontwijken (dit artikel snel wegleggen). Het enige wat  helpt om uit de ontkenning te komen, is de confrontatie aan gaan. Maar je moet dat zelf willen. Op een gegeven moment heb je zoveel gehoord en gelezen over de negatieve aspecten van vlees, dat je je ogen er niet meer voor wilt sluiten. En ‘willen’ is daarbij het toverwoord. De eerste stap naar veranderingen is besluiten dat je het wil. Toch is het daarmee nog niet gedaan.

Ben Tiggelaar beschrijft in zijn boek DOEN! over verandering en groei, hoe gedrag niet alleen bepaald wordt door onze bewuste voornemens en intenties (minder vlees willen eten), maar ook door allerlei prikkels uit de directe omgeving. Die prikkels roepen automatische gewoontegedragingen op waarbij we ons zeker en plezierig voelen. Die prikkels, dat zijn in dit geval bijvoorbeeld reclames en uithangborden voor vlees en hamburgers, maar ook aannames (ik ben een echte man dus ik heb vlees nodig) en je omgeving die het heel normaal vindt om (veel) vlees te eten.  Hoe kunnen we ons daartegen beschermen?

Wat helpt is om je doel voor ogen te houden. Focus. Zet voor jezelf op een rij waarom jij minder vlees wil eten en hou dat voor ogen. Volgens Tiggelaar kun je een gedragsverandering realiseren door heel bewust een aantal stappen te nemen. Stap één is je doelstelling formuleren. Bijvoorbeeld: ik wil twee dagen in de week vegetarisch eten. Of: ik wil het vlees op mijn brood vervangen door vegetarisch beleg. Stap twee is het maken van een plan. Op welke manier ga je dit doen? Bedenk van te voren wat je gaat eten op je vegetarische dagen. Maak een boodschappenlijst met vegetarisch broodbeleg. Wat ook helpt is om anderen van je plan op de hoogte stellen zodat ze rekening kunnen houden met jouw doel. Je kunt dan ook je ervaring delen en steun vragen. En misschien doet je omgeving wel mee? Fase drie is het uitvoeren van je plan in de praktijk. Just do it. Kook dat vegetarische recept en laat die boterhamworst in het schap liggen.

De daad bij het woord voegen voelt goed. Het geeft voldoening en dat gevoel helpt je weer om vol te houden en je gedragsverandering door te zetten. En lukt het een keer niet? Geef dan niet meteen op. Bedenk dat verandering tijd kost. Volgens Tiggelaar kost het doorzetten van een grote verandering al gauw een jaar. En ook Roos Vonk benadrukt dat verandering tijd kost: ‘Het inslijten van een nieuwe gewoonte kan weken duren. Al die tijd moet je je hoofd erbij houden. Als je minder vlees eet, moet je nadenken in de supermarkt over wat je koopt, je moet andere gerechten uitproberen. Dat kost allemaal moeite en denkwerk. Vaak hebben mensen daar geen zin in. Maar veranderen is ook leuk. Het geeft een frisse wind. Het inoefenen van nieuwe gewoontes is ook nog eens heel goed voor je brein!’

Maar wat als je vlees te lekker vindt om te laten staan en vegetarisch eten je niet aantrekt? Volgens de wetenschap zit achter ‘iets lekker vinden’ een complex geheel van sociale, persoonlijke en culturele factoren. Iets lekker vinden heeft vaak meer te maken met de waarde die je eraan hecht, dan de feitelijke smaak (echt waar). Daarbij is de meest bewezen aanpak om aan nieuw eten te wennen ‘repeated exposure’. Dus wil je vegetarisch eten een kans geven, dan moet je het vaker dan één keer proberen. Roos Vonk denk dat het vanzelf goed komt met deze groep vlees-lovers. Vonk: ‘Ik denk dat het meer zin heeft om je te richten op mensen die al open staan voor het eten van minder vlees en die bewuster willen leven met oog voor het klimaat en dierenwelzijn. Geleidelijk druppelt de verandering dan door naar groepen die nu nog onbereikbaar zijn voor die boodschap.’

Langzaam en geleidelijk. Dat is the way to go. De cijfers van het CBS laten dat ook zien. De jaarlijkse vleesconsumptie per Nederlander neemt met 1 kilo per jaar af. Roos Vonk: ‘Het gaat de goede kant op, maar het gaat langzaam. De verschuiving gaat geleidelijk. Steeds meer mensen gaan minder vlees eten, het aanbod van vegetarische producten neemt toe, en dat maakt het weer makkelijker voor mensen om ook eens zonder vlees te koken.’

Kunnen we dan toch voorzichtig optimistisch zijn? Feit is dat het aanbod van vegetarische producten stijgt. Neem de producten van de vegetarische slager. Verkocht hij eerst nog alleen in zijn eigen winkel in Den Haag, nu liggen zijn vegaburgers en kipstuckjes bij supermarkten in binnen en buitenland. Wat nóg meer zou helpen, is als het aanbod van (goedkoop) vlees zou afnemen. Maar dat gebeurt pas als de vraag minder wordt. En dat is het pleidooi van dit artikel. Lieve mensen, steek niet langer de kop in het zand. Wilt u de wereld een handje helpen? Eet dan structureel minder vlees en zuivel en kook eens wat vaker vegetarisch!

Kader

Meerdere onderzoeken hebben uitgewezen dat in gebieden waar veel melk wordt gedronken, het aantal gevallen van osteoperose(botontkalking) toeneemt. Een goed voorbeeld is het onderzoek van de Harvard universiteit onder 78.000 vrouwen waaruit bleek dat hoe meer melk vrouwen dronken, hoe meer kans ze liepen op heupfracturen, botbreuken en osteoporose.

Kader

Volgens cijfers van het Planbureau voor de Leefomgeving leven in Nederland 4 miljoen koeien, 12 miljoen varkens en 100 miljoen kippen in de vee industrie. Ongeveer zeven veedieren per inwoner. We eten en drinken deze dieren niet allemaal zelf op, driekwart van de productie is bedoeld voor export. Maar de milieueffecten zijn voor ons…

 

Mijn gekozen waardering € -

De artikelen van Anne verschenen eerder in tijdschriften en kranten waaronder Fabulous Mama, Viva, Margriet, Linda en NRC Next. Anne is cultureel antropoloog en eigenaar van Uitgeverij 11