Het voedselmoerasbos is 300 vierkante meter groot en schuin uitgegraven tot onder de zeespiegel. In ruime rijen met looppaden ertussen staan eetbare bomen, struiken en planten zoals walnoot, pecan, hazelaar, vlier, honingbes, cranberrie, appelbes en zwarte bes. Op het laagste punt vormt het grondwater een klein meertje. ‘Hier wordt geëxperimenteerd met eiwitrijke waterplanten, ’ vertellen leerlingen van de jaaropleiding permacultuur bij Permacultuurcentrum Den Haag, die samen het voedselmoerasbos ontwerpen als afstudeerproject.
Taco Blom (59) is docent en eigenaar van het permacultuurcentrum. Permacultuur – een samenvoeging van de Latijnse woorden permanens (volhardend) en cultura (landbouw) – werd in de jaren ’70 ontwikkeld aan de universiteit van Tasmanië (Australië) als oplossing voor de problemen van de moderne, industriële monocultuur landbouw zoals ontbossing, bodemdegradatie en milieuvervuiling door kunstmest en pesticiden.
Permacultuur werd ontwikkeld als oplossing voor de gevolgen van de traditionele, industriële landbouw zoals ontbossing, bodemdegradatie en milieuvervuiling.
Vijftig jaar na dato worden die problematische gevolgen van de industriële landbouw wereldwijd steeds zichtbaarder en daarmee groeit ook de interesse in permacultuur. De jaaropleidingen en workshops van Permacultuurcentrum Den Haag zitten bomvol. De leerlingen zijn van diverse pluimage: van hobbyisten en moestuin doe-het-zelvers tot bio-boeren en beleidsmakers. Eén van de kartrekkers van het voedselmoerasbos werkt bij het ministerie van Landbouw. Gemene deler van alle leerlingen is een interesse in duurzame en natuurlijke vormen van landbouw.
Blom: ‘Permacultuur is kringlooplandbouw in de meest pure vorm, zonder gebruik van pesticiden of kunstmest en met zo min mogelijk grondbewerking. We bouwen duurzame en biodiverse systemen waarbij de planten elkaar ondersteunen. Een permacultuur-systeem is stabiel, productief en toekomstbestendig: je haalt zoveel mogelijk eten van een stuk land zonder schade aan te brengen aan de natuur. Hoe zo’n systeem eruit ziet op een natte bodem, houdt mij al jaren bezig. Daarom is het mooi dat dit experiment vanuit de jaaropleiding in ons opleidingscentrum is opgestart.’
De leerlingen zien een belangrijke functie in hun eindopdracht. ‘We zien steeds duidelijker wat de gevolgen zijn van de reguliere landbouw en willen graag leren hoe het anders kan. Toen we de opdracht kregen om ons te verdiepen in de mogelijkheden van een voedselmoerasbos, dachten we in eerste instantie: wat moeten we hiermee? Maar hoe meer we ons erin verdiepten, hoe meer mogelijkheden we zagen. Vooral in veenweidegebieden kan moerasbouw in de toekomst perspectief bieden.’
We zien steeds duidelijker wat de gevolgen zijn van de reguliere landbouw. Wij onderzoeken hoe het anders kan…
Veenweiden zijn graslanden op veengrond in de lage delen van Holland, Utrecht, Friesland en Overijssel. Tot zo’n zevenhonderd jaar geleden waren dit veenmoeras-gebieden, maar door de aanleg van afwateringssloten en ontbossing werden ze drooggelegd voor akkerbouw. Toen in de loop der tijd de veengrond door ontwatering steeds verder slonk, steeg het water weer en werden de gronden te drassig voor akkerbouw. Sindsdien worden ze gebruikt als weidegrond voor de melkveehouderij.
Om de grond droog genoeg te houden voor begrazing, zijn de veenweiden ingericht als polders; de grondwaterstand wordt kunstmatig laag gehouden met behulp van waterkeringen. De belasting hiervan voor het milieu, wordt met de jaren duidelijker. Het drooggelegde veen oxideert namelijk in steeds grotere mate: onder invloed van zuurstof wordt het organische materiaal (veen) afgebroken (geoxideerd) waarbij vervuilende stoffen zoals koolstofdioxide (CO2 ), stikstofgas (N2 ), stikstofoxide (N2 O) en methaan (CH4 ) vrijkomen in de regio.
De inrichting van onze veenweiden leidt nu tot grote belasting voor het milieu: vervuilende gassen komen vrij in de regio.
De veenweidegebieden zijn dan ook een bron van zorg voor beleidsmakers bij waterbeheer en natuurbeheer. In het reviewartikel Waterkwaliteit in het veenweidegebied van de Radbout Universiteit Nijmegen beschrijven onderzoekers de complexe situatie. De conclusie is dat de lage grondwaterstanden leiden tot versnelde afbraak van het veen en vervuiling van het grondwater en dat verbetering van de waterkwaliteit op lange termijn vraagt om hogere waterstanden en lage bemesting.
Met andere woorden: om het milieu te ontlasten moeten de veenweidegebieden niet langer begraasd worden maar onder water komen te staan. De drooggelegde gebieden moeten weer teruggebracht worden in hun oorspronkelijke staat van veenmoeras. De vraag dringt zich op: hoe kunnen we de veenmoerasgronden inzetten voor duurzame voedselproductie als ze niet langer geschikt zijn voor begrazing?
Steeds meer organisaties buigen zich over de vraag hoe we de huidige industriële landbouw op een duurzame manier kunnen hervormen. Wij.land is zo’n organisatie: een samenwerkingsverband van boeren, wetenschappers en natuurorganisaties die boeren helpt om nieuwe concepten te testen in pilots op het gebied van natuurlijk bodembeheer, natte teelten, biodiversiteit of het sluiten van kringlopen. Succesvolle pilots worden omgezet op grotere schaal.
Afgelopen februari stuurde de permaculuur-klas hun plan voor het voedselmoerasbos in voor de innovatieprijsvraag van Wij.land. Het voedselbos won de aanmoedigingsprijs van 2.500 euro aan investeringsgeld en 2.500 euro in advies. Hiermee is het voedselmoerasbos in de afegelopen maanden grotendeels gerealiseerd. Er staan nu acht notenbomen, twee grote struiken en in het natste gedeelte een stuk of twintig eetbare planten waaronder lisdodde, azolla, engelwortel, waterspinazie.
Voedselmoerasbossen zijn een reëel en duurzaam alternatief voor de traditionele landbouw en veeteelt.
Naast het praktische graaf-, bouw- en aanplantwerk, werken de leerlingen ook aan een monitorprogramma waarmee het moeras-project breder toepasbaar wordt. Het doel is om in de toekomst andere onderzoekers en waterkwaliteitsbeheerders heldere inzichten te kunnen geven over de mogelijkheden van natte teelt in de veengebieden.
Dat voedselmoerasbossen een reëel en duurzaam alternatief vormen voor de traditionele landbouw en veeteelt, daar is Taco van overtuigd. ‘Een voedselmoerasbos kan biologisch fruit, noten en voedzame eetbare waterplanten opleveren. En duurzaam bouwmateriaal! Daarbij compenseren voedselmoerasbossen de uitstoot van CO2, ze zuiveren het water en vergroten de biodiversiteit. Wij denken dat ons moeras voldoende opbrengst gaat realiseren om voedselmoerasbosbouw tot een succesvol bedrijfsconcept te maken!’
Meer info lees je hier: https://www.permacultuur.nu/index.php/tuinprojecten/moerasvoedselbos
Foto van sofia wang via Unsplash