‘Voltooid Leven’ discussie. Verpleegkundigen roeren zich

Meer dan een kwestie van een juiste definitie .

De discussie over voltooid leven is in de periode na de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 weer opgelaaid. Verpleegkundigen komen in het nieuws. Dat heeft alles te maken met uitspraken in campagnetijd. Bijvoorbeeld van D66 voorzitter Pechtold. Hij schermt met een leeftijdsgrens van 75 jaar in een televisiedebat. Prompt roept een man van 57 jaar (het omgekeerde getal) uit het publiek dat hij ook toe is aan euthanasie. Dit zonder verder details te geven. De discussie wordt daarmee moeilijker en hapert. Het debat dooft als een nachtkaarsje uit. Steeds moet ik dan weer denken aan een tweetal volstrekt verschillende persoonlijke ervaringen uit mijn loopbaan als klinisch specialist. Bedenk dat dit zich afspeelde in de negentiger jaren van de vorige eeuw en in de context van een klein streekziekenhuis.

Terzijde: Ik ben steeds meer tot het inzicht gekomen dat juist bij complexe onderwerpen, het vertellen van verhalen (storytelling) meer duidelijk maakt dan richtlijnen in handboeken. Oordeel zelf.

Casus 1

Bij een ondernemer van in de vijftig wordt een vorm van kanker vastgesteld. We spreken over behandelingsmogelijkheden. Hij wil zeker wel een cytostaticabehandeling in ons ziekenhuis ondergaan. Daarbij wil hij van tevoren de zekerheid dat als het uiteindelijk toch misgaat, hij absoluut kan rekenen op onze behandeling gericht op levensbeëindiging. In deze verplichtende vorm had ik dat nog niet eerder bij de hand gehad. Hoewel ik op het terrein van Oncologie best veel ervaring had opgedaan. Ik voelde het destijds beslist als een last, maar heb mij er persoonlijk aan gecommitteerd. De lezer zal wel aanvoelen dat er dan een moment komt dat ik mijn belofte gestand moet doen. Dus op een zeker moment gaat het hollend achteruit en de patiënt wordt opgenomen en herinnert mij aan onze afspraak. Voor mij is het een erezaak. Ik treed in het diepste geheim in overleg met de ziekenhuisapotheker. Het heeft de nodige voeten in de aarde, maar het komt voor elkaar. Het was moeilijk, maar ik sta daar nog steeds volledig achter.

Casus 2

Een huisarts uit de regio vraagt om een second opinion. Een hoogbejaarde vrouw uit zijn praktijk vraagt om levensbeëindiging. Ik krijg inzicht in de medische informatie. Behoudens chronische aandoeningen zijn er geen levensbedreigende ziekten bekend. Temeer omdat ik de vrouw niet ken, neem ik ruim de tijd om op huisbezoek te gaan. Mevrouw woont in een dorpscentrum. De huisarts is bij dit bezoek niet aanwezig. Al luisterend krijg ik steeds meer de indruk dat het hier toch vooral om eenzaamheidsproblematiek gaat. Op zich zou daar iets aan te doen moeten zijn. Ik bericht aan de huisarts dat ik niet mee kan gaan in de overweging van de toepassing van euthanasie. Hiermee eindigt mijn bemoeienis. Achteraf zou het nuttig zijn om te weten hoe het verder is gegaan met deze vrouw.

Boodschap

Nee, dit is geen bericht met een bepaalde boodschap. Wel een steun voor de twijfelaars aan rigide richtlijnen. Ik presenteer hier een tweetal voorbeelden die de uitersten van een spectrum zouden kunnen vertegenwoordigen. Zeker in de tijd waarin dit plaatsvond, namelijk de periode voor de meer officiële regelgeving. Denk aan de rol van de IGZ (Inspectie). Het is in het licht van de huidige discussie misschien wel goed om vast te stellen hoe groot de impact van dergelijke beslissingen op de individuele arts of hulpverlener (apotheker, verpleegkundige enz.) kan zijn. We mogen daar niet aan voorbij gaan. Daaraan moet ik denken als ik de publieke discussie volg en soms het gemak waarmee geschermd wordt met leeftijdscriteria of anderszins.

Mijn gekozen waardering € -