Vreemde mediacommotie rond NSDAP-lidmaatschap prins Bernhard

Het is tamelijk vreemd, de mediacommotie rond het NSDAP-lidmaatschap van prins Bernhard, die is uitgebroken nadat historicus Flip Maarschalkerweerd diens lidmaatschapskaart had aangetroffen in het privéarchief van de prins. Want het is al sinds 1996 bekend dat de prins naast SA-er en SS-er óók NSDAP-lid was geweest.

De ophef anno nu zegt vooral veel over het complete gebrek aan historische kennis bij veel mediaredacties. Maar het is niet alleen dat: iedereen lijkt wel een mening over de onze eigen prins te hebben (wat prima is), maar dat die mening deels of grotendeels gebaseerd is op leugens en verzinsels die de prins kwistig in het rond strooide, beseffen velen niet.

Een kort feitenrelaas

Donderdag 17 december 1936. Uit een artikel in het weekblad De Tribune blijkt dat – in ieder geval bij “links” Nederland – het bekend is dat prins Bernhard lid is geweest van de SS.

Uit Nederlandse krantenberichten 1933-1936 is het zonneklaar dat men destijds in Nederland wist dat in 1925 “de SS (Schutzstaffel) was gevormd als bijzondere lijfwacht voor de leiders der NSDAP”. Oftewel: wie in de eerste helft van de jaren dertig lid was van de SS, was met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid óók lid van de NSDAP.

Dat de SS verantwoordelijk was voor de honderden moorden in de zogeheten Nacht van de Lange Messen, 30 juni 1934, werd in de tweede helft van 1934 wereldwijd bekend. Idem dito het gegeven dat de SS heer en meester was in de concentratiekampen. Dat het daar ook toen al niet bepaald een pretje was, kon de gemiddelde Nederlander in de dagbladen en veel andere publicaties lezen.

In 1948 informeren de Amerikanen de Nederlandse regering dat de naam van Bernhard voorkomt op een lijst van voormalige NSDAP-leden. De reactie van de regering is tamelijk verbijsterend: men poogt Bernhards naam te schrappen van die lijst. Dat dit gebeurd is onthullen historici Gerard Aalders en Coen Hilbrink in 1996. Ze tonen dan ook kopieën van documenten die Bernhards lidmaatschap bewijzen.

Bernards praatjes

In de jaren ’50 en ’60 schept Bernhard tegen zijn biografen (of beter gezegd hagiografen) op dat hij ook lid is geweest van de SA. Zogenaamd omdat hij anders niet kon studeren of examens mocht afleggen. Wat quatsch is: tot in 1938 werden in Nazi-Duitsland zelfs Joodse studenten aan universiteiten toegelaten.

Er wordt gezegd dat in de jaren dertig zo’n beetje álle Duitsers lid waren van de NSDAP. Ook onzin: dat percentage lag op circa 10 tot 15%. Carrière maken in Nazi-Duitsland was ook zonder partijlidmaatschap mogelijk.

In de in 2010 verschenen en vaak herdrukte Bernhard-biografie van Annejet van der Zijl staat dit alles uitvoerig beschreven. Het beeld dat zij schetst van Bernhard is dat van een op geld- en aanzien beluste rasopportunist en nietsnut, die, vóórdat hij in 1937 met Juliana trouwde, een overtuigd nationaal-socialist is geweest.

In de Tweede Wereldoorlog speelde hij geen enkele rol van enig belang – behalve die van plunderaar, feestvierder, brokkenpiloot en vrouwenversierder. En wat hij daarna uitvrat stelt ook niet bepaald gerust.

Dat de opeenvolgende kabinetten van dit alles op de hoogte zijn geweest is aannemelijk. En over waarom ze alle affaires rond Bernhard zoveel mogelijk in de doofpot wilden stoppen hoeft niemand zich illusies te maken: het koningshuis moest immers beschermd.

Nader onderzoek?

In de media klinken deze dagen oproepen tot nader officieel onderzoek. Naar de rol van de Nederlandse kabinetten die ’s mans bedrog door de jaren heen hebben gedekt.

Maar waarom is zo’n onderzoek nodig? Alle betrokkenen zijn dood of hoogbejaard. We weten zo’n beetje wat en waarom alles gebeurd is. Zo’n onderzoek is een exercitie in zinloosheid.

Nog vreemder zijn de stemmen die roepen dat koning Willem Alexander zich zou moeten verantwoorden voor het gedrag van zijn grootvader. Waarom? Hij noch andere nazaten zijn op welke manier dan ook verantwoordelijk voor de strapatsen van prins Bernhard senior. Welbeschouwd zijn zij, die opgroeiden met de gedachte dat hun vader en opa ter goeder trouw was, de grootste slachtoffers van ’s mans leugens.

En hoe zit het dan met het omdopen van naar prins Bernhard vernoemde straten en cultuurfonds? Dat is iets van beter van niet: het kost onnodig veel geld en het verleden verander je daarmee niet. Het is beter dat middels die besmette vernoemingen ons onnozel volk (dixit Willem de Zwijger) enerzijds blijvend herinnerd wordt aan de schoft die Bernhard was. En anderzijds aan de idiotie van erfopvolging.

Met dank aan Jaap van den Born.

Zie verder

Gerard Aalders & Coen Hilbrink. De affaire Sanders. Spionage en intriges in herrijzend Nederland. Sdu Uitgevers, Den Haag, 1996.
Flip Maarschalkerweerd. De achterblijvers. Balans, Amsterdam, 2023.
NN. Bernhard had lidmaatschapskaart NSDAP in eigen archief. NOS Nieuws, Hilversum, 04-10-2023.
NN. De sturm-abteilung Hitler’s S.A. Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant. Zwolle, 11-07-1934.
NN. Oranje en de SDAP. De Tribune, Amsterdam, 17-12-1936.
NN. SA en de SS, paramilitaire organisaties van de NSDAP. Anne Frank Stichting, Amsterdam, [ca. 2016].
G. Nypels. Wat de weensche pers weet te vertellen. Onthullingen van regeerings- en nazi-organen over Hitlers actie. Algemeen Handelsblad, Amsterdam, 06-07-1934.
Marja Verburg. ‘Onbewust NSDAP-lidmaatschap is een mythe’. Interview met historicus Malte Herwig. Duitsland Instituut, Amsterdam, 14-01-2015.
Annejet van der Zijl. Bernhard. Een verborgen geschiedenis. Querido, Amsterdam – Antwerpen, 2010 (7e druk 2016)

Foto: Prins Bernhards NSDAP-lidmaatschapskaart. Koninklijke Verzamelingen.

Mijn gekozen waardering € -

Onderzoeksjournalist, dichter en samensteller van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie.
Werkt aan een boek over het Hitler-de-kunstenaar en het nazivervalsingencircuit.