Natuurlijk is het geen nieuws dat Amerikanen weinig vertrouwen hebben in de federale overheid, maar in de week dat intern politiek geharrewar een diepere crisis in de wereldeconomie denkbaar maakte, krijgen die cijfers extra lading, zou je denken. Of toch niet?
Hilarische resultaten
Het lage vertrouwen blijkt uit cijfers van Public Policy Polling, dat de publieke opinie in de VS onderzoekt, sinds 2001. Natuurlijk kunnen we niet diep achter de onderzoeksmethodologie kijken, maar de resultaten zijn hilarisch. Alle drie de stromingen in de politiek, Democraten, Republikeinen en Onafhankelijken, zijn vrijwel eensgezind in hun afwijzing. Alleen zeer conservatieve stemmers (en wie dat zijn is niet een-twee-drie te achterhalen) vertrouwt het Congres wat meer, maar liefst 15 procent. Van de Democraten vertrouwt 7 procent het Congres, bij de Republikeinen is dat 10 procent en bij de Onafhankelijken 8 procent.
Ouder maakt niet milder
En wie het heeft over een rebelse jeugd: ouder maakt juist niet milder in de VS. Van de geregistreerde kiezers staat 85 procent van de 30-plussers kritisch ten opzichte van de volksvertegenwoordiging. Van de 18-29-jarigen is dat 70 procent.
Meer heksen
46 procent vertrouwt heksen meer dan het Congres, waar 32 procent van de Amerikanen vertrouwen in heeft. Aambeien worden door een meerderheid meer vertrouwd dan het Congres. 53 procent kiest voor aambeien, 31 procent voor het Congres. Van de Republikeinen kiest 42 procent voor het Congres, bij Democraten en Onafhankelijken een kwart.
De foutmarge van de steekproef ligt volgens Public Policy Polling op 4,4 procent. Dat betekent dat de percentages in werkelijkheid onder alle geregistreerde Amerikaanse kiezers 4,4 procent naar beneden of naar boven kunnen afwijken. De interviews zijn gehouden onder 502 Amerikaanse geregistreerde kiezers via geautomatiseerde interviews.
Statistiek blijft statistiek
Hierop is veel kritiek mogelijk. De eerste is dat de vragenlijsten natuurlijk uitnodigen om hilarische antwoorden te geven. Dus je weet niet echt of Amerikanen echt menen wat ze zeggen in deze steekproef. Ze kunnen wel weinig vertrouwen hebben in het Congres, immers, de opkomst bij verkiezingen bedraagt net meer dan 35 procent. Maar of ze werkelijk meer vertrouwen hebben in aambeien of heksen is maar de vraag.
Ook ontbreekt de verantwoording over de representativiteit van de steekproef. Verder is een belangrijk nadeel van geautomatiseerde interviews dat je dan al helemaal niet weet die je aan de lijn krijgt. Dat weet je al niet op het moment dat een interviewer belt en al helemaal niet als een computer belt. Ook werkt dat het gedrag mogelijk in de hand dat mensen juist tegen een computer hilarische antwoorden geven op hilarische vragen.
Ook Nederlandse media soms in de fout
Waarom lees ik deze ‘Stapelogie’ dan, hoor ik u denken. Nou in de eerste plaats als tijdverdrijf, maar vooral om te wijzen op het klakkeloos overnemen van polls. Ook Nederlandse media doen dat en ondergetekende maakt zich daar mogelijk ook schuldig aan. Veel van Stapels onzin – bijvoorbeeld over de hufterigheid van vleeseters – is klakkeloos overgenomen. Media gaan nog regelmatig de fout in met verkiezingspolls, hoewel ze steeds minder incorrect met die berichtgeving omgaan. Ze noemen in ieder geval de foutmarge die bij polls over de Kamerverkiezingen vaak twee of drie zetels bedraagt. Jammer is dan wel dat ze – zoals de Telegraaf onlangs – dan toch uitspraken doen over verschuivingen van een zetel, terwijl dat dus binnen de foutmarge zit en je daarover juist niks kunt zeggen.
Meer lezen van Simon Trommel? Neem een abonnement!