Waar ligt de grens? – Over het veiligheidsgevoel bij vrouwen in het openbaar vervoer

Het is donker buiten. Je staat te wachten op je tram of bus, er zijn weinig mensen in de buurt en een gevoel van ongemak bekruipt je. Vooral als er dan toevallig een vreemde man passeert en je aanspreekt. Als vrouw is dit een heel herkenbaar gevoel. Maar waar ligt hier de grens?

Is iemand aanspreken gezellig of grensoverschrijdend? Vanaf wanneer mag je gedrag zo benoemen en welke factoren spelen hier een rol bij? Ik sprak verschillende vrouwen over dit gevoel en hun ervaringen met het openbaar vervoer en daarnaast ging ik zelf op pad, om het aan den lijve te ondervinden.

Vrouwen worden vaak aangesproken op straat. Hoe vaak is onduidelijk, want dit is moeilijk te omvatten in cijfers. Uit een Europees onderzoek echter blijkt dat acht op tien vrouwen zich onveilig voelen op straat (1)[ Vraag een vrouw naar dit fenomeen en ze hebben wel een verhaal klaar. Het ene verhaal extremer dan het andere. Er zijn dan van die mannen die hen benaderen, hen persoonlijke vragen stellen en in extremere gevallen beginnen ze hen zelfs te achtervolgen. Het openbaar vervoer is een broeihaard voor zulke situaties. Vrouwen moeten de trein nemen in een grootstad of ze moeten wachten aan een verlaten halte in een klein dorp en ze voelen zich meteen alerter. Een illustratie aan de hand van een uitspraak van Gille (22): “Wanneer ik ’s avonds op de bus of tram wacht, word ik soms aangesproken door dronken of vreemde mannen. Hoewel ze in feite niets verkeerds doen, maakt het mij ongemakkelijk, omdat je als vrouw op zo’n momenten altijd op je hoede bent.”

Het is een willekeurige maandagavond. Buiten is het donker, het spitsuur is al even voorbij en ik sta op het perron te wachten op het eerstvolgende voertuig. Tram 9 is de eerste die arriveert, dus die stap ik op. Het is best druk op de tram. Ik ga achterin zitten, kijk en wacht. Het doel is ondervinden wat er gebeurt wanneer je als vrouw alleen het openbaar vervoer moet nemen. De eerste persoon die me opvalt in de tram is een man die in de buurt van de ingang zit. Hij is behoorlijk dronken, want hij kan zijn hoofd haast niet meer recht houden. Buiten een beetje wauwelen en op zijn stoel hangen, doet hij niets. Na een paar haltes strompelt hij de tram uit. Hoe verder we van de stadskern wegrijden, hoe minder mensen er op de tram zitten.

“Ik voel me veiliger, wanneer er meer mensen rondom me zijn en er zo meer sociale controle is”

Hoe minder volk, hoe minder veilig

Het tijdstip en de drukte zijn factoren die een rol blijken te spelen in de kwestie. Over het algemeen voelen de vrouwen, wiens getuigenissen ik heb verzameld, zich veilig wanneer ze het openbaar vervoer nemen. Maar wanneer het later op de avond is en het buiten donker wordt, dan zijn ze steeds meer op hun hoede. Ook het aantal mensen in de buurt hangt samen met hun veiligheidsgevoel. Hoe minder mensen er in de buurt zijn, hoe minder sociale controle en hoe groter het onveiligheidsgevoel. “’s Avonds wanneer ik alleen de trein of tram moet nemen, voel ik me vaak niet op mijn gemak, vooral als er geen andere vrouwen in de buurt zijn. Volledige stilte maakt me oplettend en wanneer er één of meerdere mannen in de buurt rondlopen, ben ik een beetje nerveus. Wanneer ze me aanstaren of te dicht in mijn buurt komen, versterkt dit gevoel.” zegt Nathalie (22). Hanne (22) probeert het te vermijden om ’s avonds alleen het openbaar vervoer te nemen, omdat er dan veel minder mensen reizen. “Ik voel me veiliger wanneer er meer mensen rondom me zijn en er zo meer sociale controle is. Overdag, zolang het licht of druk is, vind ik dat minder een probleem.” Arianna (21) voelt zich 90% van de tijd veilig op het openbaar vervoer, maar wanneer het al wat later is en ze alleen naar huis moet, voelt ze zich niet veilig. “De tram was zo goed als leeg en dan kwam er toch nog een vreemde man in de twee-zit naast mij zitten. Hij begon dingen te vragen, maar ik merkte dat hij niet helemaal nuchter was. Ik moest mezelf blijven herhalen en was blij toen hij uitstapte en ik niet meer naast hem moest zitten. Ik krijg een vreemd gevoel als er in een zo goed als lege tram toch nog mensen dingen komen vragen, al is het maar de weg. Dan denk ik ‘waarom moet je het per se aan het kleine meisje vragen?’”

Tram 5

Het gebeurt bijna automatisch, maar hoe minder volk aanwezig, hoe alerter ik word. Wanneer tram 9 aan de eindhalte arriveert, is er nog een handjevol passagiers over. Ze stappen uit en lopen verder. Ik neem tram 9 opnieuw, maar in de andere richting, zodat ik terugga naar waar ik vandaan kwam. Er zit nog één andere man op de tram. Hij is bezig op zijn gsm en kijkt niet eens op wanneer ik de tram opstap. Enkele haltes later stapt er nog een meisje op. De tram is leeg en toch kiest ze voor een zitplaats aan de andere kant van het gangpad van waar ik zit. Ik vraag me dan af of ze er bewust voor kiest om in de buurt van een andere vrouw te gaan zitten.

Eenmaal terug in Antwerpen Centraal, besluit ik een andere tram te nemen. Tram 5 deze keer. Ook op deze tram is het best druk voor het tijdstip. Eén man op deze tram geeft me een ongemakkelijk gevoel. Hij staat nogal dicht in mijn persoonlijke ruimte, maar dat is niet wat me een ongemakkelijk gevoel bezorgt. Hij draagt een donkergroene jogging, die tot halverwege zijn billen is gezakt en hij maakt geen enkele aanstalten om zijn broek weer op te trekken. Ook roept hij wat naar een vrouw, die wat verder in de tram zit, maar volgens mij kennen ze elkaar. Aan mij spendeert hij geen seconde aandacht. Na een dik half uur op deze tram te zitten, besluit ik weer over te stappen en terug te gaan. Het perron is verlaten, op één man na. Wanneer hij ziet dat ik op het perron kom staan, gaat hij zelfs een eindje verder van me weg staan. Misschien om mij een veiliger gevoel te geven of om buiten gehoorsafstand te gaan staan, want hij begint te bellen. Het haalt niet veel uit, want het klinkt als ruzie aan de telefoon, dus ook waar ik sta, kan ik hem horen. Wanneer de tram na een kwartier arriveert, stap ik op om weer naar het station te gaan. Buiten enkele blikken van andere passagiers, heb ik niet veel op te merken. Geen ongemakkelijke aansprekingen tijdens mijn reis dus.

Van kwaad naar erger

Tina (22) vertelt me wat haar is overkomen. “Ik stond ooit aan de bushalte te wachten op mijn overstap. Een kleine man sprak me aan en zei ‘hallo’. Eerst dacht ik er niets van en knikte ik beleefd terug, maar hij begon allerlei vragen te stellen. Hij vroeg naar mijn naam, mijn woonplaats, welke bus ik moest nemen. Uit reflex zei ik dat mijn naam Sarah was en dat ik uit Lokeren kwam. Toen hij me naar mijn social media vroeg, zei ik dat hij me met rust moest laten en ging ik in de stationshal zitten, waar meer mensen aanwezig waren. Ik begon met mijn zus te sturen en hoorde plots achter me dat ik tegen hem gelogen had en dat ik wel Facebook had.” Het algemene gevoel bij Tina is onveiligheid, paniek en teleurstelling, wanneer ze aan haar ervaringen denkt.

“Dit gedrag is echt niet oké, maar het wordt gewoon aanvaard, omdat het zo vaak gebeurt”

Ook Luka (18) vertelt me over drie ervaringen die ze al heeft meegemaakt op het openbaar vervoer. De verhalen gaan van kwaad naar erger. In de eerste situatie zat ze op de trein met nog een ander meisje dat ze niet kende. Er zat ook nog een groep jongens in de wagon en ze waren opvallend luid over de meisjes aan het praten. Op den duur begonnen ze gemene dingen te zeggen en zelfs te roepen om hun aandacht te trekken. In de tweede situatie stond Luka aan een bushalte, toen er een witte BMW voorbij reed. Een paar minuten later reed die witte BMW opnieuw voorbij en stopte hij bij de bushalte. De man deed het raampje naar beneden en sprak haar aan. Hij begon vragen te stellen over waar ze naartoe moest en of ze geen lift wilde, waarop Luka loog en zei dat ze op iemand aan het wachten was. Hij probeerde haar nog te overtuigen, maar reed uiteindelijk weg. In de derde situatie kwam het zelfs tot een achtervolging. Ze zat in de trein en er zaten enkele jongens in de wagon, die haar lastigvielen. Ze probeerden haar aandacht te trekken en schenen met een laserlampje in haar ogen. Toen ze zich voorbereidde om af te stappen, kwamen twee jongens voor haar staan en de andere twee achter haar. Toen ze afstapte, begonnen ze haar te achtervolgen. Luka zette het op een lopen en kon zich achter een elektriciteitskast verstoppen. Ze kon nog net horen hoe een van de jongens zuchtte: ‘Fuck, ze is weg.’ “Ik word daar echt kwaad van”, zegt ze. “Laat ons toch gewoon doen. Dit gedrag is echt niet oké, maar het wordt gewoon aanvaard, omdat het zo vaak gebeurt.”

Koptelefoons zonder muziek

Omdat de vrouwen zich over het algemeen onveilig schijnen te voelen, nemen ze maatregelen. Ze houden hun gsm bij de hand en zorgen ervoor dat ze met iemand in contact staan, die op de hoogte is van hun locatie. Enkelen van hen lieten weten dat ze hun koptelefoon soms gebruiken om de illusie op te wekken dat ze niet aangesproken willen worden. Ook Hanne deelt mee dat ze dit doet. Ze houdt haar gsm kortbij en luistert naar muziek via oortjes of via een koptelefoon. “Ik zet de muziek echter niet te luid, zodat ik me bewust blijf van mijn omgeving. Soms speelt er zelfs geen muziek. Zo voel ik me veiliger, omdat ik dan niet aanspreekbaar ben, maar toch mijn omgeving kan horen. Als er weinig mensen zijn durf ik wel eens mijn sleutels in mijn jaszak vast te houden. Enerzijds om ze niet kwijt te raken, maar ook om me eventueel te kunnen verdedigen.” Nathalie zegt ook dat ze haar gsm in de hand houdt om te kunnen chatten met mensen terwijl ze aan het wachten is. “Zo kan ik ook direct laten weten als er iets misgaat. Dan zeg ik ook meteen aan die persoon dat ik me onveilig voel en laat ik weten waar ik ben en wat de situatie is. In treinstations zoals Antwerpen Centraal probeer ik dan ook de security te zoeken, voor het geval dat.”

De enige maatregel die ik neem, wanneer ik de tram opstap is mijn gsm in de hand houden. Ook zijn er mensen op de hoogte van mijn locatie. Voor de rest neem ik geen maatregelen. Ik luister niet naar muziek via een koptelefoon, zodat ik wel aanspreekbaar ben. Maar niemand spreekt me aan.

“Mocht er een manier bestaan, waarop mensen kunnen weten wie dat wel en wie dat niet oké vindt, dan zou dat voor iedereen beter zijn”

“Mooie benen”

Ook kleding schijnt een rol te spelen. Vrouwen worden zich bewust van wat ze dragen en gaan zich aanpassen. “Ik zat op de tram in de zomer en ik had een kleedje aan. Er zat een man in de buurt en hij bleef de hele tijd naar mijn benen kijken, terwijl hij zijn lippen aflikte. Toen ik hem vroeg wat zijn probleem was en of hij nog nooit benen had gezien, begon hij te lachen en zei hij dat hij zoveel mocht kijken als hij wilde. Ik ben toen afgestapt en de rest van de weg te voet naar school gegaan.” zegt Tina. “Het was klaarlichte dag, maar ik wandel nog liever naar huis dan zo’n perverse blikken te moeten verdragen.” Kelly (2) (19) durft geen kleedjes of rokjes meer te dragen, uit angst aangesproken te worden. “Ik word bijna elke dag in Antwerpen aangesproken. Altijd mannen die gebaren maken en naar je roepen, waardoor je echt bang bent.” Toch denkt niet elke vrouw hier zo over. Elise (23) heeft er geen problemen mee dat mannen haar nastaren of aanraken. “Ik draag juist extra onthullende kledij, zodat ik meer aandacht krijg. Af en toe voel ik eens een hand wanneer het druk is, maar het mag gerust meer zijn. Ik wil maar zeggen, niet iedereen vindt dat erg. Mocht er een manier bestaan, waarop mensen kunnen weten wie dat wel en wie dat niet oké vindt, dat zou voor iedereen beter zijn.”

Omdat ik zelf zo natuurgetrouw mogelijk wilde achterhalen wat mensen drijft tot iemand aanspreken, koos ik zelf voor een witte trui en een jeansbroek met scheuren, een outfit die ik op eender welke dag zou dragen.

Als vrouw in de security

Tot slot sprak ik ook nog iemand die instaat voor de veiligheid op het openbaar vervoer, een security-agente van Securail. Toen ik het groepje veiligheidsagenten benaderde, sprak ik eerst een van de twee mannen aan met mijn vraag. Hij verwees meteen naar zijn vrouwelijke collega, alsof hij het onderwerp wilde vermijden. “Gedrag is grensoverschrijdend, vanaf dat je je er niet goed bij voelt.” zei ze. “Als iemand zijn hand op je been legt en je wilt dat niet en je geeft aan dat je dat niet graag hebt en deze persoon stopt niet, dan overschrijdt hij een grens. Zodra je iets niet wilt, moeten ze stoppen.” Als aanvulling bij het onderwerp vertelde ze me ook wat over haar positie als vrouw in haar job. “Ik vind een vrouw zijn in deze job eigenlijk wel een voordeel. Meisjes die lastiggevallen worden, voelen zich meer op hun gemak bij andere dames. Ook bij mensen die iets meegemaakt hebben, voel je dat harder aan, dat is een instinct. Er gebeurt heel vaak seksuele intimidatie van mannen naar vrouwen toe. Ik merk dan wel dat vrouwen vaker naar mij toe komen, wanneer ze zich onveilig voelen.”
Ondanks dat ik tijdens deze ervaring niet ben aangesproken, voel ik me toch niet helemaal op mijn gemak op het openbaar vervoer. Dat komt door eerdere persoonlijke aanvaringen en door de verhalen van andere vrouwen. Wat ik wel moet benadrukken in dit verhaal, is dat dit mijn persoonlijk gevoel is. Er zijn vrouwen, zoals Elise bijvoorbeeld, voor wie dit niet opgaat. Dus waar ligt nu de grens? Waar je hem zelf wilt leggen. Of die grens gerespecteerd wordt, dat is een andere kwestie.

(1) DeMorgen: ‚Amper klachten in grootsteden, terwijl 8 op 10 jonge vrouwen bang is op straat’ https://www.demorgen.be/nieuws/amper-klachten-in-grootsteden-terwijl-8-op-10-jonge-vrouwen-bang-is-op-straat~b6ba99ed/

(2) Kelly is een schuilnaam

Mijn gekozen waardering € -

Hallo! Mijn naam is Gwynedd (naar het Groothertogdom in Wales)
Ik ben masterstudente Journalistiek aan de KU Leuven te Antwerpen. Hiervoor heb ik Toegepaste Taalkunde gestudeerd (Duits/Russisch/Nederlands) met als doel vertaler/tolk te worden, maar heb dan ontdekt dat dit niets voor mij is. Zo heb ik mijn passie in de journalistiek ontdekt.