Waarom de Albanezen massaal naar Nederland komen

Door het groeiende aantal Albanezen dat naar Nederland komt, zijn voor het eerst zijn niet meer de Syriërs de grootste groep asielzoekers in ons land. Reporters Online vroeg de Albanese asielzoekers waarom ze voor Nederland hebben gekozen.

Sinds de zomer van 2015 is het aantal asielaanvragen uit Albanië explosief gestegen. Tot 2014 ging het jaarlijks slechts om enkele tientallen Albanezen die een asielaanvraag in Nederland deden. Het aantal steeg snel tijdens de laatste maanden van 2015 tot een recordhoogte van 1010 mensen. Albanië werd vorige zomer nog kandidaat lidstaat van de Europese Unie, maar is nu het land van herkomst dat zorgt voor de meeste asielaanvragen in Nederland.

Die opwaartse trend heeft zich begin dit jaar voortgezet. In de eerste twee maanden van 2016 vroegen 480 Albanezen asiel aan. Volgens de nieuwste cijfers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) steeg het aantal opnieuw in maart tot 224, zodat ze voor het eerst de grootste groep asielaanvragers in Nederland zijn. Toch lijken de aanvragen van de meeste Albanezen volkomen kansloos. De IND wijst namelijk de meeste aanvragen van deze nationaliteit af. In 2015 kregen slechts vier Albanezen een tijdelijke verblijfsvergunning, terwijl 795 personen werden afgewezen. Buurland Duitsland had vorig jaar al te maken met een grote stroom Albanezen die asiel kwam aanvragen.

Hoewel het aantal Albanese asielzoekers in Nederland lager is dan in buurland Duitsland, heeft de Nederlandse overheid extra maatregelen genomen om een dergelijke toestroom te voorkomen. Vorig jaar vroegen in Duitsland 55.000 Albanezen asiel aan. Het aantal afwijzingen was zo hoog, dat de Duitse regering genoodzaakt was chartervluchten met afgewezen asielzoekers met Albanezen terug naar Tirana te sturen. Het ministerie van Veiligheid en Justitie stuurde in januari een delegatie naar Albanië om soortgelijke vluchten mogelijk te maken. Eerder al werd Albanië op de lijst van veilige landen gezet, waardoor vertrekpremies niet meer worden uitgekeerd aan deze groep. Toch blijft het aantal Albanezen dat naar Nederland komt hoog.

Uit gesprekken die Reporters Online met Albanese asielzoekers voerde, blijkt dat tenminste een deel van hen na een afwijzing in Duitsland naar Nederland is gekomen. Omdat ze al in een ander EU-land zijn geweigerd, maken ze geen enkele kans op asiel in Nederland en houden zo kostbare plekken bezet in de asielzoekerscentra. Economische motieven liggen ten grondslag aan hun beweegredenen om vooral niet vrijwillig terug te keren naar Albanië.

Op een zonnige dag spreken we met Emiljano (37). Hij verblijft in een opvang in Oss en zegt Albanië te hebben verlaten vanwege de economische situatie in het land en andere persoonlijke problemen, die hij voor zich houdt. Emiljano zegt te vrezen voor zijn eigen veiligheid als hij terugkeert naar Albanië. Het ontbreken van uitzicht op een baan in het land maakt het extra lastig voor hem om terug te gaan. Daarom heeft hij al in verschillende EU-landen asiel aangevraagd, ook al maakt hij weinig kans op een verblijfsvergunning. Over de manier waarop er in Nederland met hem wordt omgesprongen, is hij amper te spreken. ‘Het eten is hier niet lekker en ik krijg te weinig geld om het zelf te halen. Daarom steel ik in de supermarkt om wel iets eetbaars te krijgen.’

Asielexpert

‘Nederland is het tiende land waar ik een asielaanvraag doe,’ vertelt een andere Albanees vol trots. ‘De andere Albanese bewoners van de noodopvang noemen mij zelfs de asielexpert.’ De 59-jarige Albanees doet in elk land waar hij komt een asielaanvraag. Hij wil zijn zegje doen op voorwaarde dat hij anoniem blijft. Door trage procedures en lange besluitvorming kan de man zo zijn illegale verblijf in de Schengen-zone rekken.

Volgens de 50-jarige buschauffeur Alaman, die uit de hoofdstad Tirana komt, is de belangrijkste reden dat hij Albanië heeft verlaten het gebrek aan werk en het gebrek op uitzicht op een goede toekomst. ‘Ik kon mijn rekeningen niet meer betalen, waardoor mijn dochters niet meer naar school konden.’

Eind maart treffen we een andere Albanees die ook toegeeft vanuit Duitsland naar Nederland te zijn gekomen. Kastriot Hasa (58) verblijft in de opvang van Onnen, vlak onder Groningen. Hij vertelt ons dat hij Albanië verliet vanwege het ontbreken van fatsoenlijke gezondheidszorg en het gebrek aan passende medische behandelingen in het land. ‘Ik ben diabeet en invalide,’ zegt Hasa. Hij legt uit dat hij door de asielprocedure in staat is om gratis medische hulp te ontvangen, totdat hij een definitief antwoord heeft op zijn asielaanvraag. Hasa zegt om deze reden in Nederland te blijven, hoewel het hem duidelijk is dat hij geen enkele kans maakt op asiel. Dat heeft alles te maken met de Dublin-regels die voorschrijfven dat enkel in het eerste land waar de asielzoeker een aanvraag doet, de procedure in behandeling moet worden genomen. Een verzoek in een tweede land wordt automatisch geweigerd en de persoon moet worden teruggestuurd naar het land waar de eerste aanvraag is ingediend.

Toch is het door de trage en bureaucratische asielprocedures voor de Albanezen mogelijk om voor langere tijd in de EU te blijven, ook al hebben ze geen enkel uitzicht op asiel. Sinds 2010 hoeven Albanezen geen visum meer aan te vragen als ze naar de Europese Unie willen. Ze kunnen dus rechtstreeks het vliegtuig pakken naar elke willekeurig stad die deel uitmaakt van de Schengen-zone. Het ontbreken van uitzicht op een baan is een veelgehoorde klacht van Albanezen in de asielopvang in Nederland.

Volgens econoom Dritan Shano, die het fiscaal beleid van Albanië onderzoekt, zijn de haperende economie en het gebrek aan vertrouwen in de politiek belangrijke redenen voor het vertrek van de Albanezen. ‘Dat ze in dergelijke aantallen asiel aanvragen heeft te maken met het gebrek aan vertrouwen van de Albanese burgers in de toekomst, de politieke klasse en de economie. De Albanese politiek is vaak tegenstrijdig, staat ver van de inwoners af en is hard in haar oordeel over de gewone man.

Het lijkt daarom soms alsof politici over de burgers heen lopen, zegt Shano. ‘Het idee dat politici kunnen doen wat ze willen en dat ze ongestraft door kunnen gaan is lastig te verkroppen voor de Albanese burger. Daar komt bij dat veroordeelde criminelen op alle niveaus van het bestuur aanwezig zijn. In Albanië zijn er criminelen lid van het parlement, maken deel uit van de regering of zijn burgemeester.’ Shano refereert hier aan een politieke discussie die al maanden de pers in hoofdstad Tirana domineert. De Albanese media kwamen in 2014 erachter dat parlementslid Mark Frroku een moord had gepleegd in Brussel. Naar verluidt zou Frroku een stalker van een prostituee hebben vermoord.

Frroku ontkent, de zaak speelt nog in hoger beroep. Vorig jaar werd bekend dat Frroku in Nederland veroordeeld is voor het overtreden van de Opiumwet door het handelen in harddrugs. Hij heeft in de Nederlandse gevangenis zijn straf uitgezeten en werd daarna uitgeleverd aan het Belgische gerecht. Daar kon hij door een procedurefout zijn rechtszaak op vrije voeten afwachten. In de tussentijd zat Frroku niet stil en wist zelfs een zetel in het Albanese parlement te bemachtigen. Doordat de Albanese wet immuniteit biedt aan parlementsleden, hoefde Frroku niet te vrezen voor een uitlevering aan België.

In elkaar geslagen

De zaak-Frroku is geen losstaand incident. In 2014 nog werd een oppositielid door twee leden van de regeringscoalitie in elkaar geslagen, nadat hij zich uitsprak over de criminele kwalificaties van een aantal parlementsleden. Vorige zomer werd een parlementslid op heterdaad betrapt en gearresteerd nadat hij een aantal kogels afvuurde op vissers. Daarbij ging het om een conflict over een stuk grond, de zaak loopt nog steeds bij de rechter.

Deze incidenten hebben het vertrouwen bij de Albanezen geschaad dat politici iets voor de gewone burger kunnen veranderen. Daar bovenop komen de economische tegenslagen die het land te verduren heeft gekregen. ‘Onze kleine ongestructureerde economie heeft te maken met een groot werkloosheidsprobleem,’ aldus Shano. ‘In Albanië is er een chronische hoge werkloosheid van 18 procent, voor jongeren tot 30 jaar ligt het op 33 procent . Het fiscale beleid van de laatste jaren heeft de economische groei vrijwel vernietigd en heeft de concurrentiepositie van Albanië aangetast. Veel mensen zitten werkloos thuis en die zien geen perspectief om snel aan een baan te komen. Dit geldt ook voor de ondernemers, die de toekomst somber inzien. Daarom verlaten Albanezen huis en haard, omdat ze graag uitzicht willen op een betere toekomst, in een land met meer stabiliteit in Europa.’

Hoe vervelend bovengenoemde oorzaken misschien ook zijn, ze vormen geen legitieme reden om asiel te krijgen in Nederland. De prioriteit van het kabinet leek te liggen bij het indammen van de asielstroom vanuit Turkije naar Griekenland, het vergat echter dat een groot deel van de instroom helemaal niet uit oorlogsgebieden komt maar uit een veilig land in Europa, zoals Albanië. Langzaam komt daar nu een kentering in nu duidelijk wordt dat Albanese asielzoekers kansloos zijn in hun aanvraag en plekken bezet houden van ‘echte’ vluchtelingen.

Zeker als ze gaan klagen over de kwaliteit van ons voedsel. Volgens Geert Wilders (PVV) is het onaanvaardbaar dat asielzoekers vragen om beter eten en meer voedsel. ‘Waarom schoppen we die zeurpieten niet direct het land uit?’ Ook Mona Keijzer (CDA) reageerde via Twitter op de commotie over de voedselklachten. ‘Als dit echt waar is, is dit beschamend. Asielaanvraag moet onmiddellijk worden afgewezen en (de Albanese asielzoeker) moet worden uitgezet.’ Volgens Malik Azmani (VVD) moet er snel worden opgetreden bij ‘kansloze asielzoekers’ uit veilige landen die een asielaanvraag doen. ‘Als Albanezen en Kosovaren het eten hier niet lekker vinden, zou ik ze aanraden om terug te keren naar hun land van herkomst om goulash te eten in plaats van ons lastig te vallen met hun verzoeken.’

Aanmoedigingspremie

Volgens Azmani moeten de Albanezen ‘zo snel als kan worden uitgezet, wat mij betreft op dagbasis’. Volgens hem heeft de regering terecht de financiële toelages van Albanezen afgeschaft. Tot 2015 kregen zij die vrijwillig akkoord gingen met een terugkeer naar het land van herkomst een ticket en een bedrag van 3450 euro mee voor de hervestiging. Doordat het minimumloon in Albanië op 155 euro per maand ligt, kon deze vergoeding worden gezien als een soort aanmoedigingspremie voor andere gelukszoekers. Azmani: ‘Op dit moment kan het tot zes maanden duren voor de asielprocedure überhaupt begint. We willen dat versnellen voor mensen uit veilige landen, zodat ze hier niet voor langere tijd verblijven, gratis eten krijgen en uiteindelijk betaald krijgen om te vertrekken.’

Om de hoge werkloosheid onder jongeren en het geringe perspectief op een baan aan te pakken, bepleit Ermal Spahiu om meer geld aan scholing te spenderen en meer passende opleidingen aan te bieden. Spahiu doceert aan de Aleksandër Moisiu Universiteit van Durrës en studeerde watermanagement in Delft. Vol trots vertelt hij over de initiatieven van zijn universiteit. ‘Het is interessant om te zien hoe onze universiteit in 2008 een publiek privaat partnership opzette in samenwerking van het ministerie van Onderwijs en private banken in Albanië. Dat zorgde voor goede specialisten die de weg weten in de marketing- en de bankenwereld.’

Door recentelijke veranderingen in het beleid van de overheid, ondervindt deze aanpak echter ernstige hinder. Spahiu: ‘Door remmende maatregelen en keuzes voor specialisten en aanstellingen waar een walm van nepotisme omheen hangt. Daarom is het beter om stages af te spreken in het buitenland. Zo komen onze studenten terecht bij bedrijven in Noorwegen, Zweden, Nederland, Duitsland, Dubai en China. Hiermee laten ze zien dat ze wel degelijk gemotiveerd zijn. Dat jonge mensen vertrekken ligt dus vooral aan het ontbreken van kansen in ons land.’

Mijn gekozen waardering € -

Vincent Triest is de enige Albanese correspondent werkzaam in Nederland. Geeft duiding aan gebeurtenissen in de Balkan en volgt op de voet de ontwikkelingen in Albanië, Macedonië en Kosovo. Corruptie, politieke intriges op de Balkan en de Europese integratie van de regio zijn de belangrijkste onderwerpen waar hij over schrijft.