Oma Vaxxi’s Wappiehoekje op het ontaarde Twitter gaat misschien wel de geschiedenis in als de plek waar de Nederlandse democratie definitief haar einde vond. Ja mensen, we leven in vreemde tijden.
Het politieke gevecht van het moment gaat om een detail als de stikstofcrises. Waarom de stikstofcrisis slechts een detail is, leg ik later uit. Eerst het politieke gevecht.
Het kabinet is duidelijk in paniek. Ik ga alle crises die het kabinet veroorzaakt heeft niet allemaal opsommen, maar de stikstofcrisis is er slechts één van. Onze democratische instituten, zoals de Tweede Kamer en het kabinet, vonden heel traditioneel geen oplossing, dus gingen ze polderen met de belanghebbenden.
Maar onderhandelen met belanghebbenden in plaats van met democratisch verkozen volksvertegenwoordigers is een precaire expeditie, zo bleek maar weer. Vooral als een democratisch verkozen leider alle macht en verantwoordelijkheid neerlegt bij één van de belanghebbenden. “Zonder LTO geen landbouwakkoord”, had landbouwminister Adema gezegd. Tsja. Dan kan LTO-leider Sjaak van der Tak. eisen wat hij wil. Sterker nog: met minder neemt zijn achterban geen genoegen.
Marginaliseren
Even iets over LTO Nederland. Over het algemeen wordt de Land- en Tuinbouw Organisatie aangemerkt als belangenbehartiger van alle Nederlandse boeren en tuinders. Enige uitleg is hier echter op zijn plaats: de achterban van LTO bestaat uit groeiende, intensieve boerenbedrijven. Boeren die kleinschalig willen blijven boeren, mét in plaats van tegen de natuur, worden door LTO continu en vakkundig gemarginaliseerd.
De politiek weet dit, dus mochten er ook vertegenwoordigers van de gemarginaliseerde boeren aan de onderhandelingstafels aanschuiven. Zoals Biohuis en het NAJK. Maar de echte macht ligt bij LTO. Immers: “Zonder LTO geen landbouwakkoord”.
Misschien is dit wel de kern van het probleem: het marginaliseren van alle agrariërs die niet intensief willen boeren. De macht ligt immers niet direct bij de politiek of bij de boerenleiders, uiteindelijk ligt de macht bij het grote geld.
Ringeloren
De intensieve boeren laten zich ringeloren en gewillig meevoeren door het grootkapitaal. Door kunstmestfabrikanten en pesticidenverkopers die hen grote opbrengsten voorspiegelen. Door verkopers van innovatieve stalsystemen en grote, stoere trekkers en machines. Door banken die hen zullen financieren en door afnemers die helaas niet méér kunnen betalen voor hun producten, want zo gaat dat nu eenmaal op de markt. En de markt moet z’n werk doen.
De boer knikt begripvol en hij weet dat er een uitweg is: kosten besparen door de schaal te vergroten. Immers: als je een stal laat bouwen voor varkens, bouw dan meteen een grotere stal, voor meer varkens. Per varken wordt het dan goedkoper. Veevoerbedrijven rijden liever met een volle vrachtauto naar één boerderij dan naar vier of vijf. En ook Campina trekt het liefst de hele melkwagen vol bij slechts één melkveehouder. En toegegeven: zo’n blinkende dikke trekker rijdt heel wat machtiger dan zo’n klein aftands tractortje.
Wilde honden
Enfin. Deze boeren dus. Dat is de achterban van LTO. De belangenbehartigers zeggen op te komen voor de boeren, in werkelijkheid komen ze in eerste instantie op voor de veestapel. Want als er boeren moeten stoppen omdat ze de schuld bij de bank niet meer kunnen inlossen vanwege de lage opbrengstprijzen, dan geeft LTO amper een kik. Maar nu er aan de veestapel getornd dreigt te worden, loopt Sjaak van der Tak boos weg uit de onderhandelingen. Bang als hij is voor zijn achterban die met trekkerprotesten dreigt. Die rellen komen nu toch wel, maar nu is Sjaak in elk geval niet de Sjaak. Nu trekken de trekkers weer gewoon naar Den Haag.
De besluitvorming is nu overgeleverd aan de wilde honden. Mark van den Over heet hun voorman. Hij streeft dezelfde doelen na als LTO, alleen voert hij de onderhandelingen niet aan tafel, maar vanaf de trekker. In plaats van democratie heeft hij een trekker en een achterban met trekkers. En Van den Over roept zijn achterban op om massaal naar Den Haag te trekken. Voor die oproep moeten we de dus naar de beerput die Twitter heet.
Donderdag om tien uur in Den Haag, kondigt hij aan in een verknipt video-fragment in de bewuste tweet. Want het kaartje van Van der Wal, dat aangeeft welke boeren te dicht bij de natuur zitten met hun uitstoot, wordt alsnog uitgevoerd, vreest hij.
Een grof schandaal, want ze hebben daar vorig jaar toch zeker niet voor niks zo schandalig hard tegen geprotesteerd?
Van den Oever voelt zich oppermachtig met zijn anarchistische trekkerbende. Hij maakt er een strijd tussen stad en platteland van en zal wel even aangeven hoe het politieke discours in Den Haag moet lopen. Hij schuift het CDA als een pion naar voren. Het CDA is geen partij meer voor het platteland, stelt de trekkerhoofdman. En dat gaat hij wel even rechtzetten. Hij geeft hen nog één kans: ze moeten de stekker uit hun eigen kabinet Rutte trekken. Want daarmee worden ze weer de held van het platteland en dan krijgt de landbouw zijn zin: “Dan hebben we twee partijen!” jubelt de terroristenleider. “Het CDA en de BBB. En nog een hoop partijen op rechts!”
Van den Oever heeft de alles ontregelende trekkers achter zich, dus hij heeft de macht. En als hij zijn zin krijgt eindigt de Nederlandse democratie inderdaad hier, op Twitter, in Oma Vaxxi’s Wappiehoekje.
De kool en de geit
Er is maar één uitweg uit de crisis. De politiek moet zich niets aantrekken van het trekkergeweld. Ze moeten zich niet laten bedreigen of intimideren, maar gewoon onderhandelen, daar waar het hoort. Niet bij belangengroeperingen, maar in de Tweede Kamer.
Als hier wordt vastgehouden aan de juiste uitgangspunten, dan kunnen de kool en de geit gespaard worden. Het enige dat moet worden opgeofferd is de wolf.
Kent u de parabel van de kool en de geit nog? Welnu, er was eens een veerman die een kool, een geit en een wolf over de rivier moest zetten. Maar de arme veerman had slechts een gammel vlot waarop hij slechts één van de drie kon meenemen.
De kool, dat is de natuur. De natuur wordt momenteel hard aangevreten door de geit. De geit, dat is de landbouw. Dan mogen de boeren hard roepen dat het niet waar is en LTO mag hard roepen dat de landbouw niet de enige boosdoener is, de landbouw is wel degelijk verantwoordelijk voor 45 procent van de stikstofneerslag en 16 procent van de broeikasgasemissies.
Bovendien is stikstof niet het enige probleem. Stikstof is slechts een detail, zoals ik aan het begin al zei. Een detail van een veelomvattend milieuprobleem. Er zijn immers ook problemen met fosfaat. En de landbouw moet snel aan de slag met de waterkwaliteit, bleek uit een hoorzitting over de Kaderrichtlijn Water in de Tweede Kamer.
Net als de rest van de natuur gaat de waterkwaliteit onder meer achteruit door pesticiden en kunstmest. En dan heb ik het nog niet over de onttrekking van grondwater en het laaghouden van het waterpeil. Of over de teloorgang van insecten, over stank en fijnstof. Of over andere overlast die burgers ervaren, zoals de dreiging van veeziekten als Q-koorts en vogelpest, het aanzien van het platteland, dierenwelzijn en misschien vergeet ik nog wel wat.
De overstromingen in Duitsland, België en Limburg bijvoorbeeld van twee jaar geleden. Dat kunnen we ook voor het grootste deel op het conto van de landbouw schrijven. Want de kans is klein dat deze zo heftig zouden zijn geweest als de hellingen volgroeid waren met bossen en andere natuur in plaats van met aardappelen en maïs.
De boer krijgt ervan langs
We zien: de natuur en de landbouw op één vlot vervoeren, is geen goed idee. Om te voorkomen dat de geit de kool opvreet, wordt de geit met een stok geslagen. De boer krijgt er flink van langs van de overheid. Ja, hij mag produceren. Zo veel mogelijk graag. Daartoe wordt hij aangemoedigd met Europese subsidies.
Maar terwijl we de geit subsidies voeren, slaan we haar met de strengste regels om de oren. Nergens in Europa investeren boeren meer in dure luchtwassers. (Die achteraf niet blijken te werken, maar nu ben ik een kniesoor.) De mest moet in dure installaties worden verwerkt. Chemische middelen mogen nog maar mondjesmaat worden gebruikt zodat de gangbare landbouw van vandaag veel lijkt op de biologische landbouw.
Vanuit Den Haag en Brussel kwamen er mestwetten, fosfaatrechten, en nitraatrichtlijnen. Een Gemeenschappelijke Markt Ordening moest de markt reguleren en stabiliseren. Productiequota moesten de overschotten in bedwang houden en beperkten boeren in hun uitbreidingsmogelijkheden. Op een later moment werden die productiequota net zo gemakkelijk weer losgelaten, wat veel boeren vermaalde onder de wielen van de doordaverende markt.
En wat heeft het opgeleverd? De productie is flink gestegen, terwijl het aantal boeren alleen maar afnam. Er zijn grofweg 100.000 boeren minder dan vijftig jaar geleden toen er nog zo’n 175.000 waren. Maar met deze grootschalige en intensieve landbouw is ons kikkerlandje mooi wel de grootste exporteur van landbouwproducten ter wereld, op de VS na.
Apocalyps
Het wordt tijd voor een nieuwe visie op onze landbouw. Dus geen duurzamere sector, maar een compleet andere sector. Daarbij moeten we onder ogen zien dat het eind van onze beschaving in zicht is. Het is gemakkelijk er je ogen te sluiten, maar wie zijn ofgen open houdt ziet: de apocalyps is zich feitelijk reeds aan het voltrekken.
En dat juist een crisis in de landbouw het eind van onze beschaving inluidt, is niet zo verwonderlijk. Onze beschaving is immers volledig gestoeld op de landbouw. Dankzij de landbouw hoefde niet iedereen meer de hele dag achter zijn voedsel aan. Mensen konden zich ook bezig houden met andere zaken, zoals het beschermen van de oogst en de nederzetting. Of met de bouw, de handel of met kunst. Sommigen gingen de beschaving organiseren en besturen en gingen protectiegeld innen, ofwel belasting.
Het begon dus allemaal met de landbouw. Helaas is er gaandeweg een weeffoutje in het ontwerp geslopen. Want om hun gewassen te beschermen tegen weersomstandigheden, tegen ziekten en plagen, gingen ze de strijd aan met de natuur, in plaats van de samenwerking.
Aanvankelijk was die strijd niet zo hevig. Nog steeds zijn er mensen te vinden die van hun ouders en voorouders geleerd hebben welke gewassen je het beste naast elkaar kunt zetten, en welke juist niet. Maar de economie had al snel ook de landbouw in haar greep. Vooral met de kunst van chemie en mechanisatie ging het snel.
Op dit moment is het gevecht tegen de natuur uit de hand gelopen. Zeker in Nederland, waar ook de wetenschap zich vooral gefocust heeft op de intensieve landbouwproductie.
Regeneratieve landbouw
We moeten het onder ogen zien: ons landbouwsysteem is failliet. Er moet iets voor in de plaats komen dat zowel de natuur als de landbouw perspectief biedt. En zo’n systeem bestaat al. Dat heet: Regeneratieve Landbouw. Dit verrijkt de bodem en bindt tegelijkertijd koolstof aan de bodem. Het verhoogt de biodiversiteit, verbetert de waterhuishouding en legt koolstof vast.
Net zoals een natuurlijk ecosysteem. Voedselbossen zijn een mooi voorbeeld van deze regeneratieve landbouw, maar ook natuurlijk grasland. Er zijn nu al voedselbossen in Nederland met een hogere biodiversiteit dan de omliggende natuurgebieden.
Perspectief
Een landbouwakkoord dat de natuur en de boer spaart is mogelijk. Waar het om draait is perspectief. De boer wil in de eerste plaats perspectief. De natuur schreeuwt om perspectief. Wat hier nodig is, is samenwerking. Een regeneratieve landbouw heeft meer arbeid nodig. Meer boeren. Kleinschalige boeren.
Zij moeten investeren in tijd. Want per hectare kunnen zij minstens zo veel oogsten als de huidige intensieve veehouders, maar het duur jaren, zo niet decennia, voor een voedselproducerend ecosysteem volledig in balans is en voldoende volgroeid.
Maar niet alleen de boer moet veranderen. De consument zal een ander voedingspatroon moeten volgen. Met minder vlees, zelfs met minder aardappelen en granen. Want die laten zich nog niet zo eenvoudig verbouwen in een regeneratief systeem.
Om zo’n klein boerenbedrijf rond te zetten, is een eerlijke opbrengstprijs van het grootste belang. Ja, voedsel wordt duurder, wat betekent dat de overheid eindelijk ook eens een eerlijke inkomenspolitiek moet gaan voeren.
Alles moet op z’n kop. De hele beschaving zal anders moeten worden ingericht. Misschien moet er zelfs een compleet nieuwe beschaving worden opgetuigd. Maar ja, die oude liep toch al op z’n eind, zagen we zojuist.
De wolf
Als een leider met visie een bemande raket naar de maan kan sturen, dan is ook deze complete, allesomvattende omschakeling mogelijk. Als Nederland dit aan zou pakken als een deltaplan, ‘niet omdat het gemakkelijk is, maar juist omdat het haalbaar is’, dan is er een mooie toekomst weggelegd voor Nederland.
Het kan dus. De kool en de geit sparen. Het vergt moet en lef en overredingskracht, maar het kan. Ik weet niet hoe vaak je naar de overkant moet om uiteindelijk ook de wolf over te zetten, maar in mijn versie laten we de wolf juist netjes aan de oever staan. De wolf die zowel de geit als de kool opvreet, ofwel de agribusiness die zowel de boer als de natuur over de kling jaagt.
Waarschijnlijk gaat mijn visie daarom te ver. Het kabinet van nu heeft geen lef om zich tegen de economie te keren. Het wil veel veranderen, maar durft geen wezenlijke omslag te maken. Er is geen perspectief voor de natuur. En geen perspectief voor de boeren. We modderen door. Tot de wal het schip keert. Het schip heet in dit geval: ‘De Nederlandse Democratie’. En de wal heet ‘Oma Vaxxi’s Wappiehoekje’.