Ben jij een echte man? Je zal eens nee zeggen. Maar waarom dan? Wat betekent het voor jou om man te zijn? Dat je elke week met je maten ladderzat uit de kroeg rolt? Dat je meer geld verdient dan je partner, of dat je in een grotere auto rijdt dan je collega’s of buren? Of is het misschien omdat je je het hoofd van je gezin voelt? Omdat jij op die begrafenis wel je tranen in weet te houden?
Als je op een of meer van deze vragen ja moet antwoorden, dan heb je een erg traditioneel gevoel van mannelijkheid: jij voelt je beter omdat je je af kunt zetten tegen anderen. Jij voelt je goed omdat je je niet laat inhalen op de snelweg, dat werk.
Dat is de klassieke mannelijkheid: dominant, stoïcijns, onafhankelijk, verantwoordelijk. Vooral ook: altijd bezig het alfamannetje te worden of te blijven. Of te lijken, inderdaad. Want de realiteit is: steeds vaker blijken wij mannen het zwakkere geslacht. Terwijl kerels de afgelopen eeuw bezig waren met het imponeren van hun omgeving en henzelf, veranderde die wereld zo, dat die klassieke mannelijke waarden ineens helemaal niet meer zo waardevol zijn. Minder gewaardeerd worden ook.
Al die veranderingen maken ons onzeker. Vrouwen blijken ineens ook competitief, dominant en autonoom te kunnen zijn. Waren dat niet onze kenmerken? Dankzij dat besef zijn ze aan een inhaalslag bezig, op de arbeidsmarkt, in het maatschappelijk debat en op de liefdesmarkt. Ze zijn op zoek naar een man die on top of things is, en niet alleen op zijn werk.
Ondertussen zijn wij mannen grotendeels blijven hangen in ons oude zelfbeeld. Stel je eens voor dat je ‘vrouwelijk’ gedrag zou gaan vertonen. Je collega’s en vrienden zouden je raar aankijken. Je status zou er alleen maar op achteruitgaan. Maar ondertussen maken we er een zootje van.
Mannen laten steekjes vallen
Laten we er wat cijfers bij halen. Los van alle drama zijn wij mannen tenslotte ook van de feiten. Mannen raken vaker verzeild in gewelddadige situaties,waardoor we vaker trauma’s oplopen of zelfs het loodje leggen. In tegenstelling tot wat je op basis van het aantal vastgestelde diagnoses zou vermoeden, zijn mannen ongeveer even vaak, maar minstens zo zwaar depressief als vrouwen – we uiten het alleen anders (boosheid, groot licht knipperen op de snelweg, stemmen op populisten) – en kloppen ze minder vaak aan bij een psychiater om in plaats van af te reageren eens bij zichzelf te rade te gaan.
Als gevolg van deze koppigheid zijn we vaker verslaafd. We roken meer dan vrouwen (26 tegenover 20 procent), gebruiken grofweg twee keer zoveel alcohol en drugs, zijn twee keer zo vaak verslaafd aan drank en anderhalf keer zo vaak aan drugs, bewegen weliswaar net iets meer, maar eten meer zout en minder vezels en zijn vaker te dik (53 tegenover 43 procent). Ook worstelen we veel langer met het verlies van dierbaren, omdat we niet goed weten hoe om te gaan met de gevoelens, die we heus wel hebben.
We zijn daarbij ook sterren in zelfbedrog: we doen ons niet alleen minder kwetsbaar en gezonder voor dan we zijn, we geloven het zelf ook nog. Daar waar vrouwen hun ongezonde gedrag vaak wel willen veranderen maar daar niet in slagen, blijven mannen liever hangen in de ontkenningsfase. De gevolgen zijn niet mild: we krijgen vaker kanker, hoge bloeddruk en cholesterol, hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en leverziekten.
Wanneer we bij een huisarts, tandarts, fysiotherapeut, psycholoog of psychiater aankloppen, zijn onze klachten dan ook bijna altijd ernstiger en veelal moeilijker te verhelpen. Als we niet door ziekte of ongeluk worden geveld, doen we het wel zelf, omdat we het niet meer zien zitten: in de Verenigde Staten plegen mannen vier keer vaker zelfmoord dan vrouwen. In Nederland is dat nog altijd twee keer zo vaak.
Man-zijn is daarmee na roken de belangrijkste risicofactor om vervroegd te overlijden.
Dat zorgt er niet alleen voor dat mannen gemiddeld zo’n vier jaar eerder het loodje leggen dan vrouwen, ze takelen ook eerder en harder af, waardoor ze langer in een krakkemikkige toestand leven – al geven ze dat natuurlijk niet toe. Door hun overgewicht daalt hun libido bovendien.
Mannen stonden er niet altijd zo slecht voor ten opzichte van vrouwen. Vlak na de Tweede Wereldoorlog was de levensverwachting van mannen en vrouwen nog gelijk. Ergens in de afgelopen decennia hebben we dus wat slagen gemist. Simpel gesteld: we zijn minder goed opgewassen tegen de verleidingen van de moderne tijd. We zijn ongezonder en gaan eerder dood, en weigeren gebruik te maken van de mogelijkheden om dat anders te doen. En dan vinden we vrouwen irrationeel?!
Lifestyle doet ons de das om
De belangrijkste reden voor deze belabberde uitgangspositie? Mannelijkheid. Specifieker: het klassieke beeld van de mannelijke lifestyle. Allemaal omdat er een sfeer van onkwetsbaarheid, onschendbaarheid en onverzettelijkheid om ons idee van mannelijkheid heen moet hangen. Hè, de ironie – hopelijk moest jij ook een beetje grinniken bij de voorgaande zin. Het is tragisch dat mannen altijd zo ongeïnteresseerd zijn geweest in hun lifestyle.
Waar vrouwen al jaren lezen over ‘de wereld vanbinnen’ en zoveel over zichzelf leren, daar richten mannen zich vooral op de wereld om hen heen. Niets mis met interesse in de buitenwereld, maar net zomin als het logisch is dat vrouwen zich daarvan afkeren, is het onzin dat wij ons zouden verdiepen in ons lijf en onze leden.
Mannelijke lifestyle, als je de bladen moet geloven, draait nog altijd vooral om voetbal, golfen, zeilen, motorsport en met een beetje geluk het strikken van je das. Wel, heren, het loont echt om je te verdiepen in je lifestyle. Verbreed die horizon!
Er is natuurlijk al een hoop veranderd in de afgelopen jaren. Mannen hoeven zich allang niet meer zo te schamen voor hun ijdelheid en voor hun gezonde voedingskeuzes. Maar of dat nou wordt gezien als het toppunt van mannelijkheid? Nee, gezond eten en veel slapen wordt eerder gezien als een zwaktebod. Mannelijkheid staat nog altijd voor kracht, onkwetsbaarheid en zelfstandigheid, maar in deze tijd blijkt dat gevoel steeds meer misplaatst.
En de moderne man lijdt er zelf nog het meest onder: bijna alle mannen denken zich meer zorgen te maken over hun gezondheid dan de mannen om hen heen. Ze houden dus met zijn allen de schijn op dat ze er geen bal om geven, terwijl ze dat wel degelijk doen. Wees dus eerlijk en beaam dat goed eten en goed voor jezelf zorgen niet iets vrouwelijks, maar iets menselijks is.
Maar wacht. Jij bent natuurlijk niet zo’n ouderwetse machoman. Jij maakt wel je eigen keuzes, soms ook gezonde. Dat maakt nog niet dat je ongevoelig bent voor dit achterhaalde stereotype. Er speelt namelijk nog een mechanisme: op allerlei subtiele en minder subtiele manieren houden mannen elkaar bij de les. Wijk je even af van de mannelijke norm, dan ben je daarna geneigd tot compensatiegedrag. Heb je eerst een biertje afgeslagen, dan flap je er een paar minuten later ineens een seksistische opmerking uit tegen de barvrouw.
Zo zijn homoseksuele mannen meer geneigd tot risicovolle seks en het oppompen van hun lichaam in de sportschool, en zij die op de werkvloer een ondergeschikte positie innemen zijn geneigd om in het weekend hun mannelijkheid te bewijzen door middel van excessief drankgebruik en fysiek geweld.
Je zou haast elke vorm van mannelijk gedrag compensatiegedrag kunnen noemen, omdat iedere man diep van binnen bang is om niet mannelijk genoeg te zijn. Niemand voldoet immers voor 100 procent aan het ultieme klassieke manbeeld. Het leven is dan een eindeloze proeve van mannelijkheid, en het is die strijd die in veel gevallen gevaarlijk en ongezond is.
Doorbreek het stereotype
Laten we voor de zekerheid alvast een misverstand uit de wereld helpen: dat je geen clichéman wilt zijn, betekent niet dat je geen man wilt zijn. Wij moedigen iedere man aan om zijn mannelijkheid te koesteren. Echter, daarvoor moet je wel eerst bepalen wat die mannelijkheid voor jou inhoudt, en waarin je jezelf herkent.
Het voordeel daarbij is dat mannelijkheid, en wat daarbij komt kijken, (sub)cultureel bepaald en dus modegevoelig is. Dat biedt kansen. Mannelijkheid kan daardoor dus ook heel goed ingezet worden om juist wél goed voor jezelf te zorgen. Door de regels van de competitie zo te veranderen dat we er niet zwakker maar sterker van worden. En dat is makkelijker en realistischer dan je denkt.
Mannen bezitten allerlei kwaliteiten waar hun karakter op kan bouwen. Of het nu biologisch of cultureel bepaald is, mannen zijn gemiddeld genomen doelgerichter en gedisciplineerder dan vrouwen. Ook zijn ze meer gesteld op hun onafhankelijkheid, waardoor ze er meer voldoening uit halen om een verantwoordelijkheid op zich te nemen, voor anderen en voor zichzelf. Bovendien zijn ze praktischer ingesteld, zodra ze over de kennis beschikken die ze nodig hebben om hun doel te bereiken. Daarvoor hoeven ze alleen maar uit die ontkenningsfase te komen.
Zodra we dat hebben bereikt, weten we donders goed wat ons te doen staat, en dan kúnnen we dat ook. Menig man die door een hartaanval of herseninfarct is wakker geschud, blijkt, eenmaal verlost van de illusie van onaantastbaarheid, prima in staat om zich een heel andere levensstijl aan te meten. Maar het zou mooi zijn als we dat ook zonder intensive care voor elkaar kunnen krijgen, toch?
Tijd voor een nieuwe mannelijkheid
Het allerlaatste wat wij willen, is mannelijkheid afschaffen. Mannelijkheid is iets wat altijd is geweest en altijd zal blijven voortbestaan, zolang de mensheid op aarde rondloopt. Het staat voor kracht en dapperheid. Het gaat er meer om hoe je ermee omgaat.
Er zijn mannen die geloven in de (in hun ogen) klassieke vorm van mannelijkheid – flanellen shirt aan, bomen omhakken en dan zuipen tot je geen gevoelens meer hebt – laten we zeggen Jeremy Clarkson uit het autoprogramma Top Gear, en nu bij Amazon. Dan heb je mannen die helemaal niet geven om mannelijkheid en stiekem liever hadden dat het helemaal niet bestond, zoals zijn collega James May. En tot slot zijn er mannen die zich niet gek laten maken en hun mannelijkheid op hun eigen manier vormgeven, zoals Richard Hammond.
Wat ons betreft zetten we in op die laatste categorie. Ook jij hebt het recht om man, om mannelijk te zijn. Maar daarvoor hoeven we ons niet vast te klampen aan achterhaalde beelden van wat mannelijkheid zou moeten inhouden, ons niet af te zetten tegen wat vrouwen zijn. Wat wij willen, is de mannelijkheid in ere herstellen, zodat die ons ook in deze tijd weer doet floreren. Ons sterker in plaats van zwakker maakt.
Het is juist tijd voor een nieuwe definitie van mannelijkheid. Eentje die ingaat tegen het klassieke manbeeld van de (zogenaamd!) onkwetsbare, niet door emoties gedreven, onafhankelijke man (ook wel bekend als ‘de hork’). Die zich niet verschuilt achter symbolen van mannelijkheid uit het verleden, maar op zoek gaat naar wie hij nu wil zijn.
Die geen V8 koopt omdat die goed afsteekt bij de Kia Picanto van de buren, maar omdat ie heerlijk rijdt. Die niet elke dag friet eet omdat hij niet beter weet, maar die af en toe een patatje oorlog pakt omdat het lekker is. Die niet scheldt op de overheid als er een snelheidsovertreding op de mat ligt, maar die accepteert dat hij de prijs moet betalen voor zijn daden.
Kortom, de man die van zichzelf uitgaat
Het is tijd voor de man die zichzelf, zijn lijf en leven serieus neemt om zo veel mogelijk uit zichzelf te halen en het verschil te maken voor de mensen om hem heen. Die keuzes maakt, het heft in eigen hand neemt, maar daarbij wanneer nodig ook de hulp van anderen niet schuwt.
Die sterk is wanneer nodig, maar zijn emoties toont, deelt en een plaats geeft wanneer dat beter of prettiger is. Die zich verdiept in de dingen die belangrijk voor hem zijn, dus ook hoe hij zijn gezondheid, zijn sociale leven, zijn seksleven en zijn werk zo optimaal mogelijk houdt.
Het is tijd voor de man die staat voor wie hij is en wat hij belangrijk vindt en die zich durft af te zetten tegen de rolpatronen die anderen hem proberen op te dringen. En we noemen hem: de Karakterman.
Dit artikel schreef ik samen met Stephan van Duin, co-auteur van het boek De Karakterman. Dit artikel is de proloog van dat boek.