Sinds 1960 zijn we in Nederland veel gaan drinken, van jaarlijks 2,6 liter pure alcohol per hoofd van de bevolking naar 7,5 liter. Omgerekend zijn dat 288 glazen bier, 220 glazen wijn en 98 glazen sterke drank. De grootste piek ligt rond de jaarwisseling, maar ook op vakantie is alcohol drinken populair.
Minder in trek is het gevoel op de ochtend na het drinken: algehele malaise, droge mond, dorst, hoofdpijn, concentratiestoornissen en vergeetachtigheid. En of je nu in regenachtig Renesse zit of op het hippie-eiland Ibiza met een bloemenkrans om je hoofd, echt zonniger wordt het humeur er doorgaans niet op.
De een krijgt sneller last van een kater dan de ander, zo lijkt het. Sommige mensen zeggen zelfs nooit last te hebben van postalcoholisch ongerief. Kiplekker springen ze ’s ochtends uit bed, om nog voor het ontbijt een rondje te gaan hardlopen. Hoe, in hemelsnaam, kan dat?
Water drinken helpt wel tegen de dorst en een droge mond, maar voorkomt niet dat lusteloze katergevoel – Joris Verster, onderzoeker farmacologie
Toxische stof
‘De kater is een raadselachtig fenomeen’, erkent Joris Verster, onderzoeker aan de afdeling farmacologie van de Universiteit Utrecht. Hij en zijn collega’s van de internationale Alcohol Hangover Research Group doen al jarenlang onderzoek naar het ontstaan van alcoholkaters. ‘Er wordt weleens gezegd dat de klachten ontstaan doordat alcohol je lichaam uitdroogt’, zegt hij, ‘maar zo simpel is het niet. Water drinken helpt wel tegen de dorst en een droge mond, maar voorkomt niet dat lusteloze katergevoel en ook niet de effecten op het geheugen en de reactiesnelheid.’
Het lichaam beschouwt alcohol als een zeer toxische stof. Als iemand alcohol drinkt, slaat de hormoonhuishouding op hol, het immuunsysteem wordt aangewakkerd en er vormen zich allerlei ontstekingseiwitten. Niemand is immuun voor alcohol. ‘De meeste mensen die zeggen dat ze nergens last van hebben, drinken simpelweg onvoldoende om een kater te ontwikkelen’, zegt Verster, die dit aantoonde onder een groep van vijfduizend Utrechtse studenten.
Verplicht uitslapen
Het maakt wel uit wat je drinkt. Muizen die dronken worden gevoerd met een mix van sinaasappelsap en pure ethanol – alcohol in de zuiverste vorm – hebben minder last van malheur dan muizen na een drankgelag van brandy, rode wijn of rum. Dat komt doordat bij de productie van sommige drankjes allerlei smaak- en kleurstoffen worden gevormd – en bij wijn ook sulfieten. Bier staat trouwens bijna onderaan, net boven de jus d’ethanol. Dus als iemand zegt dat hij geen kater heeft na een paar glazen drank, is het waarschijnlijker dat hij bier heeft gedronken dan dat hij sangria of zomercocktails achterover heeft geslagen.
Belangrijke waarschuwing van de wetenschapper: na een avondje doorzakken ben je de volgende ochtend nog lang niet de oude. ‘Je hersenfuncties, zoals de aandacht en het geheugen, functioneren nog alsof je twee of drie glazen drank op hebt. Er wordt vaak gezegd: als je alcohol hebt gedronken, mag je die avond niet autorijden. Maar eigenlijk zou je de volgende ochtend ook niet moeten rijden.’ Duidelijk. In de vakantie heeft de ochtendstond geen goud in de mond. Dat wordt verplicht uitslapen.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in de Volkskrant (©).
Foto credit: Savara