We hadden daar fenomenale vergaderingen waarin we hele wereld de maat namen. Als we nog tijd over hadden – of gebrek aan inspiratie – dan waarschuwden we het regime in Pyongyang voor de laatste keer: Nou kappen Kim.
Toen ik een paar jaar later in trans-Mongolië daadwerkelijk de mogelijkheid had om met een groepje avonturiers door te reizen naar Noord-Korea, heb ik vriendelijk bedankt. Toch een beetje bang voor de lange arm van Kim’s knipseldienst.
ICT’ers hebben ook zo hun dingetjes. Zo zien ze wereld graag als een whiteboard. In meetings staat er binnen één minuut vaak al een collega met een stift in de hand. Om onder de begeleidende tekst – ik kan niet tekenen – razendsnel modellen te schetsen.
Hierna houdt de stift er vaak mee op. Dit signaal van het universum wordt volkomen genegeerd ( ), maar dit terzijde. Met een andere stift en een dikke punt wordt bepaald waar de klant zich in de journey bevindt en welke diensten, producten en consultancy hij nog nodig heeft.
De echte wereld is weerbarstiger. De krant waar ik werkte, verloor abonnees. Pas toen we weer gingen schrijven over wat lezers echt belangrijk vinden, ging het weer beter. Als je als ICT’er je eindgebruiker niet van dienst bent, dan sneeft je oplossing.
Zo is bijvoorbeeld het slimme-meter project uitgedraaid op een teleurstelling. Consumenten maken te weinig gebruik van de mogelijkheden, bij de uitrol waren te veel schijven betrokken en de aannames vooraf bleken in de praktijk weinig waard.
Het was beter geweest als business analisten eerder hadden ingegrepen, een blauwe overall hadden aangetrokken en samen met de monteurs waren gaan kijken achter de voordeuren om erachter te komen waarom maandag gewoon wasdag is gebleven bij veel huishoudens ondanks goedkope nachtstroom.
Het kan eng zijn op straat. Ik heb het zelf gevoeld, maar daar liggen wel de echte antwoorden en oplossingen voor heel veel beroepen.