Wat ik zag in Den Haag – een essay over oorlog, vrede en Johannes Vermeer

Om even te ontsnappen aan de nieuwsberichten over oorlog, brengt Saadat Mousavi een bezoek aan Den Haag. Hij geniet van de oude meesters in het Mauritshuis. Maar in het Vredespaleis nemen sombere gedachten weer bezit van hem.

Het was herfst en er gingen vele regenachtige dagen voorbij. In huis was het stil, op het lied van Ramses Shaffy na, die zachtjes zong:

“Ik ben misschien te laat geboren
of in een land met ander licht
Ik voel me altijd wat verloren
al toont de spiegel mijn gezicht
Ik ken de kroegen, kathedralen
Van Amsterdam tot aan Maastricht”

Maar plotseling was daar de explosie van oorlogsnieuws, klonk vanuit de tv het geluid van de woedende aarde in Nagin Khorasan (de Afghaanse stad Herat) en veranderde mijn huis geleidelijk in een redactiekamer. Ik liet een bericht achter voor mijn Nederlandse vrienden Bert en Janneke die in Bourtange wonen, en stelde voor om, voordat de herfst voorbij was, ergens heen te gaan waar we de kleuren van dit seizoen op alle manieren konden ervaren, zowel in de natuur als in de kunst. Het zou helpen om helderder na te kunnen denken over oorlog. En vrede. Rondlopend in het Vredespaleis zouden we de wereldgebeurtenissen met meer afstand kunnen bezien en misschien beter begrijpen.

Den Haag, werd het dus. In Den Haag zetelt niet alleen de regering van Nederland, maar ook het Internationaal Strafhof en het Internationaal Gerechtshof van de Verenigde Naties. Den Haag wordt dan ook wel ‘juridische hoofdstad van de wereld’ genoemd, evenals ‘het huis van internationaal recht’.

De Gouden Eeuw van de schilderkunst

Het regende en waaide hard toen we het belangrijkste gebouwencomplex van de Nederlandse politiek passeerden; het Binnenhof, waar de Senaat, de regering en het kantoor van de premier zijn gezeteld. We waren allereerst op weg naar de voormalige woning van Johan Maurits, afkomstig uit de koninklijke familie en militair commandant. Dit beroemde huis, oorspronkelijk een stadspaleis, bevat schilderijen uit de zogenaamde Gouden Eeuw, zoals de zeventiende eeuw in de Nederlandse geschiedenis wordt genoemd. In die periode bereikten politiek, economie, cultuur en kunst in dit land het hoogtepunt van hun welvaart en verwierf de stad wereldfaam.

Tegenwoordig is het Mauritshuis een prachtig museum. Beroemde schilderijen die er hangen zijn onder andere De stier van Paulus Potter, De anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp van Rembrandt van Rijn, Meisje met de parel en Gezicht op Delft van Johannes Vermeer, Lachende jongen van Frans Hals, en Het aardse paradijs met de zondeval van Adam en Eva van de beroemde meesters Peter Paul Rubens en Brueghel de Oude. De schilderijen waren helder van kleur en tegelijkertijd complex en delicaat geschilderd. Van de combinatie van licht en kleuren tot de opstelling van mensen en dieren in de verschillende omgevingen, stuk voor stuk waren het meesterwerken. Terwijl ik ze met bewondering bestudeerde, verzonk ik in gedachten.

De stier van Paulus Potter riep herinneringen op aan mijn geboorteplaats, waar in de hete zomers koeien in een eindeloze strijd verwikkeld waren met de vliegen en muggen, in de stille schaduw van de bomen. Bert vertelt me over de schilderstijlen en -technieken van de verschillende meesters. Hoe meesterlijk en bekwaam was Potter in het schilderen van de levens van de lagere klasse en ogenschijnlijk eenvoudige mensen. De grote hoeveelheid grote schilders in deze periode is vergelijkbaar met de hoeveelheid Perzische dichters uit met name de twaalfde en dertiende eeuw; Hafez, Saadi, Rumi, Khayyam, Ferdowsi… Net als deze schilders kende elk van hen een eigen bloeiperiode, had ieder van hen een eigen stijl. En net als deze schilders zijn velen van hen nu wereldberoemd.

Meisje met de parel

Het schilderij van het meisje met een parel als oorbel is het beroemdste werk van Johannes Vermeer. Het staat ook wel bekend als de Mona Lisa van het noorden. Ik zag de meeste van zijn schilderijen al eerder, tijdens de grote overzichtstentoonstelling in het Rijksmuseum. Maar dit werk is ongeëvenaard. Ze trekt mijn aandacht omdat ze niet tot een specifieke klasse of ras lijkt te behoren, dat wil zeggen, deze spelen in het schilderij geen rol.

Veel schilderijen uit de Gouden Eeuw tonen de glorie en welvaart uit die tijd, of beelden beroemde mensen af, de natuur, dieren en boten. Maar het meisje met de parel is gewoon een meisje, dat een schijnbaar oosterse hoofdband draagt. Haar gevoelens zijn net als die van Mona Lisa verborgen. Ze is vrolijk noch verdrietig, oosters noch westers. Ze is een gelaagd persoon, van vlees en bloed. Met dit portret overstijgt Vermeer de morele grenzen van goed en kwaad.

Maar de parel was in die tijd ook een symbool van vroom- en kuisheid. Zo schreef de katholieke mysticus François de Sales in zijn boek Inleiding tot een vroom leven, dat in 1616 in Nederland werd gepubliceerd: “(…) dit juweel heeft een spirituele betekenis, namelijk dat het eerste deel van het lichaam dat een man wil, en dat een vrouw loyaal moet beschermen, het oor is; daar mag geen woord of geluid binnenkomen behalve het zoete geluid van kuise woorden, die de oosterse parels zijn van het evangelie.”

Vredespaleis

Door de regen lopen we richting het Vredespaleis, waar zich het Internationaal Gerechtshof bevindt, evenals het Permanent Hof van Arbitrage, de Haagsche Academie voor Internationaal Recht en bovendien een grote bibliotheek. Een jong meisje overhandigt me een informatiefolder in het Farsi. Terwijl ik de beelden, symbolen, architectuur en het interieur bekijk, valt mijn oog op een foto van Andrew Carnegie, die op een groot scherm wordt getoond.

Andrew Carnegie was een Schots-Amerikaanse financier en filantroop die de Carnegie Steel Company oprichtte, later de United States Steel Company. In het boekje lees ik dat het Vredespaleis een eeuw geleden werd gebouwd met een financiële bijdrage van Carnegie van anderhalf miljoen dollar. Ook liet hij drieduizend openbare bibliotheken bouwen over de hele wereld. Hij zou hebben gezegd: “Een man die rijk is, sterft onteert.” Zijn les: laat uw spaargeld nooit aan uw nabestaanden na, want zij zullen niet leren op eigen benen te staan. Laat het niet na aan een bestuur of stichting, want uiteindelijk zullen zij tegen uw wensen in handelen. “Schenk je rijkdom zelf, niet als liefdadigheid, maar als bijdrage aan openbare instellingen die ernaar streven de mensheid te dienen.” Woorden die indruk op me maken.

Na een paar seconden wordt de foto vervangen door die van Vladimir Poetin. Misschien omdat het Internationaal Strafhof een arrestatiebevel tegen hem heeft uitgevaardigd wegens het plegen van oorlogsmisdaden in Oekraïne. Bijna zestienduizend kinderen verloren tijdens deze oorlog hun ouders en werden overgebracht naar Rusland. Zal de foto van Benjamin Netanyahu in de nabije toekomst eveneens op dat digitale scherm worden geprojecteerd? vraag ik me af. Hoeveel kinderen zijn er omgekomen onder het puin en tussen de muren van de Gazastrook? Wat is de toekomst van de kinderen die uit de as en het bloed herrijzen? De naam Palestina wordt in het boekje vermeld als een van de eerdere zaken die door het Haagse Tribunaal zijn behandeld.

Maar momenteel vind ik de standpunten van het Westen en de internationale rechtbanken met betrekking tot het Israëlisch-Palestijnse conflict te zwak. Als Netanyahu na de moord op enkele duizenden kinderen niet wordt beschuldigd van oorlogsmisdaden, en als de westerse samenleving niet humanistischer naar de oorlog in het Midden-Oosten gaat kijken in plaats van louter politiek en emotioneel te reageren, zie ik het somber in voor de democratie. Het Westen moet de democratie en de waarden van de westerse beschaving verdedigen, en het hoofd bieden aan dictatoriaal denken. Er moet gerechtigheid komen voor iedereen, ongeacht ras, religie of overtuiging. Op die manier kunnen westerse moslims ook meer vertrouwen krijgen in het westerse juridische en politieke systeem, en kan er mogelijk in de toekomst sprake zijn van een Europese islam en beschaving, waar zo veel over wordt gesproken. Miljoenen moslims in het Westen zouden hun eigen islamitische orde hebben, in harmonie met de westerse waarden, in plaats van hun inspiratie te halen uit islamitische landen. Met de opkomst van extreemrechts in sommige Europese landen, lijkt dit ideaal ineens weer ver weg… Vormt het geluid van westerse tanks en bommenwerpers in verre landen geen bedreiging voor de mensenrechten? Leidt het niet tot morele decadentie? We vertrekken weer uit het paleis, maar de vragen gaan niet weg uit mijn hoofd.

Een van de oudste panorama’s ter wereld

Onze laatste stop is Museum Panorama Mesdag. Hier is een cilindervormig werk te zien met een hoogte van ongeveer 14 meter en een omtrek van 120 meter. Het is een van de oudste nog bestaande panorama’s ter wereld, in 1881 geschilderd door de beroemde Hendrik Willem Mesdag in samenwerking met een groep schilders uit de Haagse School. Het toont een zicht op de Noordzee, de heuvels, Den Haag en het landschap van Scheveningen.

Nooit eerder zag ik een schilderij van dit formaat. Ik bekijk de dorpen, boten, paarden, de zee en het zand, en krijg het gevoel langs het strand te lopen, word teruggevoerd naar mijn eigen jeugd in een dorp, in de natuur. Het is alsof ik me bevind tussen droom en werkelijkheid, en of ik terugkeer naar tweehonderd jaar geleden. Een unieke ervaring, net als die keer dat Bert mij meenam naar de Waddenzee, waar ik kennismaakte met de stijgende en dalende zee als gevolg van de aantrekkingskracht van de maan en de zon. Toen het avond werd, bereikten we de Waddenzee en zette Bert de motor van de boot uit en zei dat we hier vannacht zouden blijven. We dronken bier terwijl de zon langzaam onderging. Na een uur trok het water zich een paar honderd meter terug en ligt onze boot ineens op de bodem van de zee. Waar gaat het water naartoe? vroeg ik me af. Wat als het niet terugkomt? We stapten de boot uit om schelpen te zoeken. We vingen wat oesters en keerden terug naar de boot. De oesters smaakten vreemd.

Bert zei dat hij ging rusten totdat het water terugkeerde en we onze reis konden voortzetten. Ik luisterde langzaam naar muziek, viel in slaap en werd wakker van het geluid van water.

Ook nu kreeg ik dat unieke gevoel van verrukking, van gemeenschappelijkheid dat nauwelijks in woorden uit te drukken is. En even voelt de oorlog heel ver weg.

Foto: Meisje met de parel, Johannes Vermeer (Mauritshuis). credit: Olivia Mobbs (via Flickr Commons)

Mijn gekozen waardering € -