Wij hebben een gezin dankzij een zaaddonor

Nederland kent een tekort aan spermadonoren. Niet alleen lesbische stellen en alleenstaande vrouwen doen een beroep op donorsperma, ook heterostellen kunnen erop aangewezen zijn. Zoals Daniëlle en Steven, die dankzij de hulp van een zaaddonor drie kinderen kregen. “Niet iedereen begrijpt onze keuze.”

Daniëlle: “Steven en ik waren pas een half jaar samen toen ik mijn Mirena-spiraaltje liet verwijderen omdat ik last had van bijwerkingen. We besloten het op z’n beloop te laten; we waren gek op elkaar, en we wilden allebei graag kinderen. Een half jaar later was ik nog maar één keer ongesteld geworden. De huisarts verwees me door naar de gynaecoloog, die aan PCOS (PolyCysteus Ovarium Syndroom) dacht. Bij PCOS blijft de eisprong, en dus ook de menstruatie, gedurende langere periodes uit en vermindert de vruchtbaarheid. Nu konden ze wel proberen om met medicatie een cyclus op te wekken, maar dan wilden ze wel eerst zeker weten of bij Steven alles wel in orde was. Daarom zou hij een zaad- en een bloedonderzoek krijgen. Steven is geboren met een schisis. Nu we toch al zo uitgebreid onderzocht werden, wilden we ook graag weten of dit erfelijk was. Daarom werd er bij hem meteen bloed afgenomen voor een DNA-onderzoek.”

Verbijsterd
“De schisis van Steven bleek niet erfelijk te zijn. Maar er werd bij het DNA- onderzoek wel iets anders geconstateerd: Steven had het syndroom van Klinefelter, een chromosoomafwijking. Een van de kenmerken van dit syndroom is dat het sperma geen levende zaadcellen bevat. Die zouden wel in de zaadbal aanwezig kunnen zijn, waar ze dan met een operatie uit moeten worden gehaald. Als dat al zou lukken, zouden we een ICSI-behandeling moeten ondergaan, met een kleine kans van slagen. We waren verbijsterd. Ik was naar de dokter gegaan omdat ik geen cyclus had, en ineens lag er een groot probleem bij mijn man. Er zou heel wat kunst- en vliegwerk aan te pas moeten komen, wilde ik zwanger van Steven raken. Bovendien hadden we maar 25% kans dat ons kind niet dezelfde aandoening zou hebben. Een jongen zou ook Klinefelter krijgen, maar een meisje met deze chromosoomafwijking zou meervoudig gehandicapt zijn. Het duizelde ons helemaal, zo veel informatie kwam er op ons af. In luttele minuten waren we van een stel met een normale relatie veranderd in een medisch geval.”

Zaad van een ander
“We praten veel met elkaar over hoe we onze kinderwens nu nog waar konden maken. We vonden de kansen te klein en de risico’s te groot om het zelf nog te proberen. Steven zei dat hij mij wilde laten gaan, zodat ik misschien met iemand anders kinderen kon krijgen. Daar werd ik heel verdrietig van, alsof ik kon kiezen tussen mijn liefde voor hem en mijn kinderwens. Ik wilde kinderen met hem en anders niet. Geen seconde heb ik overwogen om bij hem weg te gaan.
Dat we graag kinderen wilden stond vast. Dus moesten we naar een oplossing voor ons probleem gaan zoeken. Avond aan avond zaten we samen achter de computer om op internet naar oplossingen te zoeken. Adoptie kwam voorbij, pleegzorg. Op een gegeven moment stuitten we op de mogelijkheid van een spermadonor. We keken elkaar aan en vroegen ons hardop af of we dat moesten willen. Daarna hebben we het er nog een paar keer over gehad. Het fijne eraan leek ons dat er een baby bij mij in mijn buik zou groeien. Dat was het voor ons gevoel toch onze zwangerschap en óns kind. Dat heeft de doorslag gegeven. We besloten op zoek te gaan naar een donor.”

Op zoek naar een donor
“We wilden geen bekende als donor te vragen, omdat we niet iemand in onze buurt wilden die zelf zou weten dat hij de verwekker van onze kinderen was. We gingen eerst op internet op zoek naar een donor. Het lastige is dat je dan geen garantie hebt dat de donor gezond is. Bovendien wilden veel mannen op de ‘natuurlijke’ manier doneren, seks met mij hebben dus. Dat was voor mij absoluut geen optie, ik zocht een donor, geen minnaar! Uiteindelijk kwamen we bij een kliniek terecht waar we gebruik konden maken van donorzaad uit de spermabank. Samen met de arts hebben we een lijst ingevuld van uiterlijke kenmerken, zodat er een donor gezocht kon worden die zoveel mogelijk op Steven leek. Eerst moest mijn cyclus weer op gang worden gebracht. Toen dat was gelukt, zou er op het juiste moment donorzaad bij mij worden ingebracht. Het mooie was dat Steven dat zelf mocht doen. Hij kreeg het spuitje met het donorsperma in zijn hand en mocht dat bij mij inspuiten. Zo zou hij degene zijn die mij zwanger zou maken. Dat vonden we prachtig.”

Meteen eigen
“De eerste poging was het al raak! Ik heb me geen moment zwanger van een ander gevoeld. Tijdens de zwangerschap was Steven al 100% papa. Hij ging altijd mee naar alle zwangerschapscontroles, het kindje reageerde op zijn stem en op zijn handen op mijn buik.
Toen onze oudste zoon Mees werd geboren, waren we allebei heel trots. Ik vond het ontroerend om Steven als vader te zien. Tijdens de zwangerschap had ik me toch wel afgevraagd hoe dat zou zijn, als hij voor het eerst ons kind in zijn armen zou houden. Ik merkte gelukkig dat het vanaf het eerste moment voor hem gewoon zijn zoon was. Hij heeft het nooit vreemd of apart gevonden, het was meteen eigen. Mees is te vroeg geboren, en moest direct de couveuse in. Om beurten mochten we met hem ‘kangoeroeën’, Mees werd dan op onze blote borst gelegd. Van dat huid-op huid contact werd Mees veel rustiger bij Steven dan bij mij, omdat ik veel meer gespannen was. Twee jaar later wilden we graag een broertje of zusje voor Mees. We wilden graag van dezelfde donor gebruikmaken, zodat onze kinderen 100% aan elkaar verwant zouden zijn. Daarbij leek het ons ook beter dat als ze later contact zouden zoeken, dat ze niet naar verschillende donors toe zouden moeten. Ik raakte zwanger van een tweeling. Dat was natuurlijk fantastisch! Van een stel dat moeilijk kinderen zou kunnen krijgen, zouden we ineens een gezin met drie kinderen worden.”

Oordeel klaar
“Hoe een gezin er komt, dat is een keuze die je samen maakt, daar heeft de buitenwereld niets mee te maken. Maar wij willen laten zien dat zwanger worden niet voor iedereen vanzelfsprekend is. We hebben er daarom vanaf het begin af aan bewust voor gekozen om open te zijn over de weg die wij moesten bewandelen om zwanger te raken. Pas toen wij open vertelden wat er bij ons speelde, kwamen er ook andere verhalen uit onze omgeving los.
Niet iedereen begrijpt onze keuze voor een zaaddonor. Er zijn maar weinig mensen die op een open manier vragen waarom wij deze keuze hebben gemaakt, zonder meteen hun eigen oordeel klaar te hebben. De mensen die het meest dichtbij ons staan, onze ouders en mijn broer, hebben ons altijd gesteund. Maar sommige mensen die wat verder van ons af staan, vinden het maar raar, niet zwanger zijn van je eigen man. Die vragen waarom we niet voor adoptie of pleegzorg hebben gekozen. Dat geeft mij het gevoel dat ze vinden dat het gek is als je voor een donor kiest, er zijn immers ook andere opties. Ik vind dat ook kwetsend naar Steven toe, alsof hij een minderwaardige vader zou zijn omdat hij ze niet zelf heeft verwekt.”

Steven is papa
“Mensen vragen mij weleens: ‘Weet je wie hun vader is?’ Jazeker weet ik dat, daar lig ik namelijk iedere nacht naast. Ik word boos van die vraag. De donor ís niet hun vader. Hij heeft een bouwsteentje geleverd waarmee Steven en ik onze kinderen hebben gemaakt. Het vaderschap is totaal iets anders dan een kind verwekken. Wettelijk gezien mogen de kinderen contact zoeken met de donor vanaf hun 16e, en als ze dat willen, zullen wij hen daarin steunen. Maar hij speelt op dit moment geen enkele manier een rol in ons leven of in onze gedachten. Onze kinderen zijn onze kinderen, Steven is absoluut hun vader! Hij is degene die voor hen zorgt, met hen speelt en knuffelt, ze leert een mooi mens te worden op deze wereld. Mees trekt ook juist heel erg naar hem toe, met bouwen en spelen. Bij hem is het papa voor en papa na. Als Steven uit zijn werk komt, komt hij gelijk op hem af stormen: ‘Papaaa!’. Als Mees tegen Steven zegt: ‘Papa, ik vind jou lief,’ voelt dat heel goed. Het is een extra bevestiging dat hij Steven gewoon als papa ziet. Het belangrijkste vinden wij dat onze kinderen weten hoe gewenst en geliefd ze zijn. We zeggen regelmatig dat ze speciaal zijn en dat we moeite hebben moeten doen om hen te krijgen. Het grootste compliment dat we kunnen krijgen van vreemden is dat de kinderen zo op hun vader lijken. Mees heeft een behoorlijk karaktertje, en hij heeft ook echt wat trekken van Steven. Zo hebben ze allebei weinig geduld, en zijn ze beiden linkshandig. Ook mensen die er gewoon van weten vergelijken Mees weleens met Steven. Dat geeft ons een fijn gevoel, dat het ook voor anderen ook zo ‘eigen’ voelt.”

Genieten
“We zijn heel dankbaar voor de kans die we hebben gehad om een gezin te krijgen. Ik hoor de gynaecoloog nog zeggen: ‘Het zal niet gemakkelijk worden, mevrouw.’ En moet je ons nu zien. We genieten van het grote gezin dat we nu hebben. Sinds Pim en Fiene er zijn, wandelen we vooral veel. Meer hebben we ook niet nodig. Binnen met z’n allen tegen een ballon aan slaan vinden we al prachtig. Of met z’n allen heerlijk badderen. Dan helpt Mees mee met de tweeling wassen, heel schattig. We hebben elke avond hetzelfde ritueel. Als Mees naar bed gaat, geeft hij eerst Pim en Fiene een kusje, en daarna Steven en mij. En dan is het altijd: ‘Ik hou van jou’ tegen ons allemaal. Dat vind ik een van de fijnste momenten die we als gezin hebben. Eigenlijk heel normaal, maar voor ons heel bijzonder.”

Mijn gekozen waardering € -