Wubbo Ockels, de eerste Nederlander in de ruimte

Wubbo Ockels (1946-2014) was de eerste Nederlander die tot ver buiten de dampkring reisde, maar de geboren Tukker beschouwde Groningen als zijn thuis. Dáár ontmoette hij zijn vrouw en ontdekte hij zijn passie. "Mij moeten ze hebben", dacht Ockels, toe de ESA per advertentie op zoek was naar een astronaut.

In 2010 verschijnt het boek De zeven levens van Wubbo Ockels, van de hand van zijn dochter Gean Ockels. Ze beschrijft daarin hoe vaak haar vader een engeltje op zijn schouders heeft zitten en aan de dood ontsnapt.

Met de schrik vrij
Zo wordt hij begin jaren tachtig getroffen door leptospirose (ziekte van Weil), een ernstige bacteriële ziekte. In 2005 overleeft hij een zware hartaanval. En in 1989 zit hij doodgemoedereerd in zijn privévliegtuigje op de mistige startbaan van het Franse Lille, als zijn toestel wordt doorboord door een landende Airbus A320. Ockels komt wonder boven wonder met de schrik vrij en kan zonder kleerscheuren uitstappen.

En wat te denken van 28 januari 1986, als de space shuttle Challenger 73 seconden na de start voor de ogen van miljoenen tv-kijkers explodeert. Het is het eerste fatale ongeluk met een vliegend Amerikaans ruimtevaartuig. Alle zeven bemanningsleden komen om het leven.

Wat dat met Wubbo Ockels te maken heeft? Dit: Ockels maakt zíjn ruimtereis een kleine drie maanden eerder, in diezelfde Challenger. Onderzoek wijst uit dat het mankement dat de explosie van 1986 veroorzaakt op 30 oktober 1985 óók al aanwezig is. Die vlucht, STS-61-A, met de Nederlander aan boord, verloopt echter vlekkeloos.

Ockels verblijft in totaal zeven dag en 44 minuten in de ruimte, waarbij hij 112 keer om de aarde cirkelt

Sterker nog: Wubbo Ockels, 39 jaar oud op dat moment, heeft de tijd van z’n leven. Hij verblijft in totaal zeven dagen en 44 minuten in de ruimte, waarbij hij 112 keer om de aarde cirkelt en zeventig wetenschappelijke experimenten uitvoert.

Een ruimtevlucht is hard werken, een soort Olympische Spelen
‘In de ruimte zijn is fascinerend’, vertelt hij in een interview met het Historisch Weekblad. ‘De vrijheid die je voelt in zo’n zwevende toestand… Op aarde is alles zo zwaar, zo drukkend. De aarde was ineens een bol waar je in anderhalf uur omheen draait. Dan zie je ook goed wat voor een oase het is, dat je zuinig moet zijn op die plek. Verder is zo’n vlucht gewoon heel erg hard werken, een soort Olympische Spelen.’

Wubbo Ockels wordt op 28 maart 1946 geboren in Almelo, maar verhuist al op jonge leeftijd naar Den Briel. Opgroeien doet hij vanaf 1955 in Groningen, waar hij na de basisschool eerst naar het Lyceum in de St. Jansstraat gaat. Daar ontpopt hij zich niet bepaald als een modelleerling. ‘Ik was erg wild, en na driekwart jaar moest ik van school af’, zegt hij tegen Cunera van Selm in Boven het Maaiveld van RTV Noord.

Op de Rijks Hogere Burgerschool aan het huidige Kamerlingheplein krijgt hij een herkansing. ‘Toen ik daar op het schoolplein kwam, ben ik  meteen verliefd geworden op mijn vrouw Joos. Ik zag een krullenbol en zei: met jou wil ik trouwen. Dertien was ik toen.’

‘Ik vierde feest en had m’n eigen rockband’

Ook met school komt het alsnog goed. Ockels haalt z’n diploma en  blijft de stad Groningen vervolgens trouw. Aan de Rijksuniversiteit (RUG) gaat hij wiskunde en natuurkunde studeren, met als bijvak scheikunde. Niet dat hij zijn wilde haren dan al kwijt is: hij speelt sinds 1964 (eerst als slaggitarist en later als bassist) met volle overgave in zijn band The Relays, waarna hij in 1965 overstapt naar studentenband Frustration. ‘Niet echt corpsbalmuziek, maar lekkere, harde rock.’

Ockels wordt bovendien lid van studentenvereniging Vindicat. Over die periode zegt hij op studenten.net in 2009: ‘Tijdens het eerste jaar van mijn studies heb ik helemaal niks gedaan. Ik vierde feest en had mijn eigen rockband. Ik kwam om een uur of één m’n nest uit, en vierde vervolgens de hele nacht feest.’

Ockels beseft dat feestvieren en studeren een moeilijke combinatie is

Ockels beseft echter al gauw dat feestvieren en studeren een moeilijke combinatie is. Bovendien vindt hij de corpsmentaliteit getuigen van weinig respect tegenover vrouwen. Dat schuurt met zijn eigen moraal. Hij trekt vervolgens zelf aan de noodrem en besluit in het huwelijksbootje te stappen met zijn Joos, waarna het jonge stel zich in het dorp Pieterzijl vestigt, ver buiten de stad. ‘Daar kwam ik tot rust. Ik voelde er vrijheid waardoor ik me helemaal kon richten op m’n studie.’

Het werpt zijn vruchten af. ‘Ik heb sindsdien keihard gewerkt en deed al mijn examens in korte tijd’, zei hij daar zelf over. ‘Ik denk dat ik 22 examens in een half jaar heb gedaan.’ En hoe: in 1973 behaalt hij cum laude zijn doctoraal examen. Hij gaat werken bij het Kernfysisch Versneller Instituut en promoveert, met experimenteel onderzoek naar verval van gammastralen in nucleaire systemen, in 1978 aan de RUG tot doctor in de kernfysica. Ook wordt hij er buitengewoon hoogleraar.

Een jaar eerder heeft hij op het prikbord bij z’n werk bij het KVI dan al een advertentie zien hangen. De advertentie, die op 26 april 1977 in alle landelijke dagbladen staat, zal zijn leven behoorlijk gaan veranderen. ‘Bemanning spacelab’, staat erboven. De Europese ruimtevaartorganisatie ESA vraagt erin naar mensen van maximaal 47 jaar, met een universitaire opleiding en met vijf jaar onderzoekservaring. Geïnteresseerden moeten tussen de 1.53 en 1.90 meter lang zijn.

‘Dit is precies wat ik zoek’
‘Dat ben ik!’, denkt Ockels meteen als hij de advertentie leest. Tegen Andere Tijden zegt hij: ‘Dit is het. Dit is precies wat ik zoek. Ze moeten mij hebben. Zo’n gevoel was het.’ Ockels weet het dan al zeker: deze baan is hem op het lijf geschreven. ‘Dit kan ik en dit wil ik. Ik had vanaf het begin het gevoel: veel beter dan mij kunnen ze niet vinden. Dat klinkt heel arrogant misschien, maar dat bedoelde ik niet op die manier. Ik meende het oprecht.’

Hij had de advertentie keer op keer gelezen en dacht: technische kennis, experimentele natuurkunde: ‘Ja, dat moet haast wel. Dit is wat ik het liefste doe en wat ik kan.’

Er blijken een maand later 192 kandidaten net zo over te denken. Daarvan vallen er na een eerste blik al 69 af. Ook de selectieprocedures die volgen doorstaat hij, waardoor hij zich voegt bij de laatste vijf Nederlandse kandidaten. Daarvan zal er nog eentje overblijven, die vervolgens weer moet concurreren met 52 Europeanen.

Nederland draagt nauwelijks bij aan ESA
Maar ook díé proeve doorstaat hij met glans, hoewel er meer en meer geluiden opgaan dat de kansen van Ockels slinken, omdat Nederland in financieel opzicht nauwelijks bijdraagt aan de ESA. Ockels schaart zich niettemin, samen met een Duitser, een Zwitser en een Italiaan, bij de laatste vier. Allen zullen zij met een space shuttle de ruimte ingaan. In de zomer van 1980 verhuist het gezin naar Houston, waar Wubbo Ockels wordt opgeleid tot astronaut.

Dat eerste moment van naar buiten kijken, vergeet je nooit. Ook dat zweven naar het venster niet. Totaal onwerkelijk

Ockels’ Duitse vriend Ulf Merbold gaat al in 1983, maar op 30 oktober 1985 is het eindelijk de beurt aan Wubbo Ockels: hij mag de ruimte in, als eerste Nederlander!

In Andere Tijden vertelt hij dat hij gespannen was. ‘Het is wild in het begin, je schudt heen en weer en er is veel herrie. Je wordt erg zwaar, je weegt drie maal je gewicht… Je ziet door het raampje dat alles zwart wordt. Het zijn acht minuten, dat is alles.’

Hopen op een terugkeer

Het uitzicht komt als een shock. ‘Het was totaal onwerkelijk’, vertelt de astronaut. ‘Dat moment vergeet je nooit, zelfs het zweven naar het raam niet. Het is echt overweldigend wat je dan meemaakt. Het hangt er een beetje vanaf welke richting je uit kijkt, maar het eerste wat ik zag was een spiegeling van het zonlicht in de atmosfeer van de aarde: het land was aardedonker, het water lichtte op en daar overheen lag een dunne, transparante laag atmosfeer. Bij dat beeld realiseer je je direct hoe onwerkelijk je situatie is. Je bent buiten de aarde, in het totale niets.’

De terugkeer op aarde valt hem zwaar. Letterlijk. ‘Ik vond het vervelend’, zegt hij. ‘Het was écht zwaar. Een akelige, zware, plakkerige aarde.’ Zijn vrouw Joos: ‘’s Nachts ging hij naar beneden om onder in het zwembad te liggen. Het zwembad was de enige manier om nog een beetje te zweven. Hij had heimwee.’

Uiteindelijk wil ik toch onthouden worden als iemand aan wie men heel veel heeft gehad

Ockels hoopt na zijn vuurdoop dat hij nog eens mag terugkeren naar de ruimte, maar die hoop blijkt ijdel. Zoals vele van zijn voorgangers en opvolgers die de aarde van grote hoogte hebben mogen aanschouwen, voelt ook Ockels de drang om zich in te zetten voor duurzaamheid. ‘Dat gebeurt er wel met je, als je de aarde van zo’n grote hoogte ziet. Dan zie je dat het niet goed gaat. “Dit moeten de mensen weten!”, besef je.’

Ockels voegt de daad bij het woord: zo staat hij als duurzaamheidsgoeroe aan de wieg van zijn Superbus, een soort supersonische limo waarmee twintig passagiers met een snelheid van 250 km/uur binnen een uur van Groningen naar Amsterdam kunnen reizen. Ook is hij de initiator van het zelfvoorzienende zero-emission zeilschip Ecolution, waarmee hij en zijn vrouw Joos een wereldreis plannen. Hij is bovendien de inspirator van zonneauto Nuna, die zes keer de World Solar Challenge wint én hij denkt mee aan de laddermolen, waarmee wind op grote hoogte moet worden gevangen.

‘Wubbo staat voor een mooie toekomst’
In 2008 wordt bij Wubbo Ockels voor het eerst een tumor in zijn nieren geconstateerd. Nadat deze operatief wordt verwijderd, keert de kanker in een agressieve vorm in 2013 terug. Hij overlijdt op 18 mei 2014 in het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis in Amsterdam.

‘We verliezen in hem één van onze beroemdste alumni, schrijft de RUG in z’n In Memoriam. Hoe Ockels zelf wilde dat mensen zich hem zouden herinneren? Als Wubbo Ockels, de astronaut? Tegen RTV Noord: ‘Dat wordt nog wel gebruikt, maar ik ben er zelf heel blij om dat steeds meer mensen zeggen: Wubbo staat voor duurzaam, voor hoop en voor een mooie toekomst. Uiteindelijk wil ik toch onthouden worden als iemand aan wie men heel veel heeft gehad.’ •

Eerder in deze serie: Johan van Veen | Dick Nanninga | Wayne Huizenga | Etta Palm | Willem Vroom | Lou Ottens | Jannes van der Wal | W.A. Scholten | Aletta Jacobs | Jan Uitham | Fré Meis | Jan Pelleboer | Renze de Vries | Herman Brood | Sicco Mansholt

Bronnen: Historisch Weekblad | RTV Noord | Andere Tijden | Max Vandaag | Historiek | Poparchief Groningen | De Zeven Levens van Wubbo Ockels

Mijn gekozen waardering € -

De interesses van Geert Jan Darwinkel zijn legio. Van (Amerikaanse) sport, tot film, human interest, lifestyle, muziek en reizen. GJ is old skool, maar toch reuze bij de tijd.