‘Ik ben echt totaal verrast,’ zei de inderdaad écht overdonderde Wytske Versteeg (1983). Tot haar eigen verbazing won ze een bronzen beeld en de prijs van 15.000 euro voor haar tweede roman Boy, over een moeder die niet kan leven met de verklaringen rondom de dood van haar adoptiezoon. Ze liet Saskia de Coster (Wij en ik), Jamal Ouariachi (De vertedering), Joost de Vries (De republiek) en Robbert Welagen (De verdwijning van Robbert) achter zich.
‘Wytske Versteeg doet geen enkele moeite om de lezer te behagen,’ merkte de voorzitter van de jury op. En toch behaagde haar roman Boy zowel de lezersjury als de vakjury van de BNG Bank Literatuurprijs. Boy gaat over een moeder wier adoptiezoon is omgekomen. De vrouw was weliswaar niet goed in staat om van hem te houden, maar neemt ook niet zomaar genoegen met de verklaringen rondom Boys dood.
Versteeg heeft een ongemakkelijk thema, een taboeonderwerp gekozen. Ze roept vragen op over zaken als verantwoordelijkheid en schuld. ‘De vraag wie de schuldige is, die in onze maatschappij zo snel wordt gesteld, vind ik te makkelijk,' aldus de schrijfster over haar romanondrewerp. 'Over schuld wordt te eenvoudig gedacht.’
De jury, bestaande uit de literaire critici Karin Overmars (Het Parool), Simone van Saarloos (NRC Next), Jeroen Vullings (Vrij Nederland) en Ward Wijndelts (NRC Handelsblad), moest kiezen uit een groot aantal titels. Het aantal inzendingen was met veertig boeken veel hoger dan de eerdere jaren. Wytske Versteeg werd uiteindelijk als winnares verkozen.
Versteegs debuutroman De wezenlozen stond op de longlist voor de AKO Literatuurprijs en Opzij Literatuurprijs.
