Zelfplagiërende Elma Drayer slaat de plank mis

‘Als de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) de voorbije decennia iets negeerde, dan wel christenvervolging’, schrijft Volkskrant-columniste Elma Drayer. Wat ze niet vermeldt is dat haar column zelfplagiaat en onwaarheden bevat en deels gefundeerd is op twaalf jaar oude citaten van een overleden dominee.

In haar column van 16 september uit Elma Drayer haar verbazing over het feit dat de PKN in september een week ging actievoeren voor verdrukte christenen in het Midden-Oosten. Want “als ’s lands grootste protestantse genootschap de afgelopen decennia iets negeerde, dan juist christenvervolging.”

Als bewijslast voor die gepeperde stelling voert ze onder meer een gesprek aan dat ze “ooit” voerde met de “toenmalige chef buitenland van PKN-hulporganisatie Kerk in Actie.” ‘Wij vermijden het beeld dat het wereldwijd zo verkeerd gaat met christenen’, zou hij haar hebben “toegebeten”. Ook sprak hij er volgens Drayer over dat bijvoorbeeld Indonesische christenen ‘behoorlijk’ konden provoceren’. En: “Dat noemen wij geen vervolging, dat noemen wij ruzie met elkaar.”

Wie is deze chef eigenlijk? Dat blijkt uit de archieven. In een artikel van Drayer dat dagblad Trouw al op 31 december 2004 (!) publiceerde, komt bovengenoemd citaat op naam van Bert Boer, voormalig zendingspredikant in Indonesië – hij wist kennelijk waarover hij sprak – en tussen 1997 en 2007 hoofd buitenland bij Kerk in Actie. Drayer interviewde hem destijds, net als vertegenwoordigers van organisaties als Open Doors en Stichting De Ondergrondse Kerk voor een artikel over christenvervolging.

De twaalf jaar oude woorden van Boer, die in 2009 overleed, krijgen echter slechts ten dele een plekje in de column van Drayer. Terwijl hij in het artikel ook een veel genuanceerder geluid liet optekenen: “Bij heel veel christenen in Nederland roept vervolging een emotie op. Bij mij ook. Tjonge, wat erg. (…) Het is gevaarlijk om alleen aandacht te hebben voor christenen, en niet voor élke vervolging. Ieder mensenleven is kostbaar in de ogen van God. De kerk die zich alleen voor christenen inzet is geen goede kerk.” Detail: over het ‘toebijten’ van Boer, waar Drayer het in haar jongste column over heeft, wordt in het artikel in Trouw niet gerept.

Niet alleen baseert Drayer haar stelling op een opgewarmd gesprek met een zeven jaar geleden overleden dominee, ze wekt ook de indruk dat haar greep uit de opvattingen van Boer representatief zou zijn voor de opstelling van de PKN in de afgelopen decennia. De Volkskrant lichtte een citaat van Boer zelfs uit: ‘Dat noemen wij geen vervolging, dat noemen wij ruzie’. Opmerkelijk, zeker gezien het recente verleden. PKN-voorzitter Karin ten Broeke bezocht het Midden-Oosten begin september om met andere kerkleiders te spreken over geweld tegen christenen in Syrië, Irak en Egypte. En de PKN pleitte, samen met de Raad van Kerken in 2014 bij de Tweede Kamer nog voor VN-onderzoek naar christenvervolging in het Midden-Oosten. Wie daarbij een beetje googlet vindt tal van lokale gebedsbijeenkomsten, inzamelingsacties, thema-avonden et cetera, omdat het engagement van de PKN, protestants als ze is, nu eenmaal bij uitstek decentraal een gezicht krijgt.

Dagblad Trouw

De pers, en in het bijzonder dagblad Trouw en NRC Handelsblad, krijgt eveneens een veeg uit de pan. Ondanks dat de situatie van christenen wereldwijd dramatisch verslechtert, kan volgens Drayer “zelfs dagblad Trouw het relativeren niet laten. Afgelopen dinsdag (13 september, red.) bestond de krant het te schrijven dat christenen het weliswaar niet fijn hebben onder de terreur van Islamitische Staat, maar yezidi’s en sjiieten pas écht beklagenswaardig zijn.” Wat Drayer niet schrijft, is dat de auteur van het bewuste artikel inderdaad stelt dat “de christenen er in vergelijking met veel andere minderheden nog genadig van afkomen”, maar dat in het artikel ook de precaire situatie van christenen in het Midden-Oosten uitgebreid aan bod komt.

Ook meldt Drayer niet dat Trouw het afgelopen jaar zeker vijftien artikelen wijdde aan de vervolging van christenen in het Midden-Oosten. In Drayers eigen Volkskrant daarentegen verschenen sinds 2013 precies drie noemenswaardige artikelen over dat onderwerp. En één daarvan is de column van Drayer zelf.

Ten slotte moet ook de politiek het ontgelden: “Pittige Kamervragen over christenvervolging kwamen van de SGP en de ChristenUnie. Dat de PVV zich dikwijls bij hen aansloot, maakte het thema beslist niet salonfähiger. Bij het CDA leefde het vraagstuk nauwelijks, bij de overige partijen helemaal niet.” De Trouw-lezer met een fotografisch geheugen zal zich deze zinnen herinneren. Of toch niet helemaal? Op 9 februari 2012, ook al weer vier jaar geleden, schreef Drayer in Trouw bijna dezelfde woorden: “Doorgaans zijn het de broeders van ChristenUnie en SGP die ferme Kamervragen stellen. En vooruit, dan vinden ze het CDA aan hun zijde. De laatste jaren sluit de seculiere PVV zich wat graag bij hen aan – het zal de salonfähigkeit niet bepaald bevorderen.”

De vraag komt boven wat kwalijker is. Dat Drayer zichzelf plagieert en een observatie van vier jaar geleden moeiteloos herhaalt, zonder die klaarblijkelijk tegen het licht van de actualiteit te houden? – dat was relevant geweest, want de PVV bijvoorbeeld heeft de afgelopen tweeënhalf jaar slechts één Kamervraag over christenvervolging gesteld. Of dat ze die observatie ten aanzien van het CDA nu een stuk negatiever formuleert om haar punt te maken? Onjuist bovendien. Het CDA stelde de afgelopen vijf jaar 26 Kamervragen over christenvervolging, waarvan het in bijna de helft van de gevallen initiatiefnemer was. De ChristenUnie (35 vragen) en de SGP (34 vragen) waren niet veel actiever.

De stelling van Drayer dat het onderwerp christenvervolging bij ‘de andere partijen’ al “helemaal niet leeft” klopt ook niet. Zowel VVD, PvdA, D66, SP als PvdD stelden de afgelopen jaren, zij het in bescheiden mate, Kamervragen over het onderwerp.

Wellicht doet Elma Drayer er goed aan haar terechte zorgen over de vervolgde christenheid niet te verpakken in een rammelend verwijtenrelaas, maar eens met haar Volkskrantvrienden na te gaan of het mogelijk is de komende tijd vaker dan eens per jaar aandacht voor de schrijnende problematiek te vragen.

Dit artikel verscheen op 7 oktober in opinieblad De Nieuwe Koers.

Mijn gekozen waardering € -