"Ik kreeg een behoorlijke stomp in mijn gezicht, die ik niet had zien aankomen. Ik stond nota bene iemand te helpen. Als medewerker veiligheid en service ben ik zeker een keer per maand aan het knokken. Dat komt deels door mijn standplaats op Amsterdam Centraal, want daar lopen wel eens mensen rond die na een feestje onder invloed van drank of drugs zijn. Maar een forens die een rotdag heeft gehad op zijn werk kan ook opeens uit zijn stekker gaan. Wat dat betreft maakt het niet uit of je op Amsterdam Centraal, of op Amsterdam Zuid werkt."
'Een forens die een rotdag heeft gehad kan ook opeens uit zijn stekker gaan'
Jelle heeft een combifunctie en werkt ook als hoofdconducteur. "Als ik aan het werk ben als hoofdconducteur dan ga ik niet overal op af, want ik kan geen 400 reizigers laten staan. Maar als medewerker veiligheid en service op het station, stap je wel overal op af. Dat gaat negen van de tien keer goed, maar soms loop je ergens tegen aan."
Waarom doe je mee aan de campagne?
"Ik werd gevraagd vanuit een gespreksgroep voor mensen van de werkvloer over geweld en heb weloverwogen ja gezegd. Als een acteur dit doet, is dat toch minder geloofwaardig dan wanneer het iemand is die dit zelf op de trein werkt. Ik heb er wel over na moeten denken, want het is niet niks om met je hoofd op elke abri op het station te staan. Het mooiste is natuurlijk als we met de campagne bereiken dat er nooit meer geweld tegen NS-personeel wordt gebruikt, maar dat is niet haalbaar. Ik wil mensen duidelijk maken dat het niet normaal is om geweld te gebruiken. Ik kan mensen niet veranderen, maar ik kan wel een statement maken. Uiteindelijk trek je altijd aan het kortste eind als je een conducteur slaat."
Hoe stap je weer in de trein na zo'n klap in je gezicht?
"Dat verschilt heel erg per situatie. Ik ben wel eens de volgende dag weer aan het werk gegaan. Maar na een akkefietje met drie jongens was ik bang dat ik mezelf niet in de hand zou kunnen houden. Toen ben ik wel een tijdje uit de running geweest. Als je in je werk iets naars hebt meegemaakt, of dat nou geweld is of een persoon op het spoor, dan maak je samen met je manager een geweldsrapportage op. Daarna doe je een online testje waarmee wordt beoordeeld of je weer aan het werk kan, eventueel met psychologische hulp. De begeleiding van de NS in dit soort situaties is prima, ik kan het niet anders noemen. Maar we praten er natuurlijk ook over met collega's onder elkaar. Ik heb hiervoor bij Defensie gewerkt, daar had je kameraadschap onderling. Maar wat ik hier ervaar is eigenlijk even sterk. Mijn collega's zijn de beste psychologen."
Hoe leer je omgaan met zoveel geweld?
" Ik vind dat ik in mijn opleiding tot medewerker service en veiligheid goed ben voorbereid op geweld. Ik heb bijvoorbeeld veel gesprekstraining gehad, met acteurs erbij. Dan leer je dat een uitspraak als 'doe even normaal' juist veel meer agressie oproept. Je leert om rustig te blijven praten en om te zoeken naar de juiste bewoording. Dat heeft me al heel veel gescheeld. Ook hebben alle medewerkers service en veiligheid jaarlijks een verplichte training zelfverdediging. Natuurlijk weet je bij zo'n training dat je geen echte klappen krijgt, maar je leert er wel veel van."
Het aantal geweldsincidenten tegen treinpersoneel neemt jaarlijks toe. Hoe komt dat?
"Ik denk dat we in Nederland steeds minder respect hebben voor uniformen, en misschien ook wel voor elkaar. Nederlanders hebben graag een mening, en uiten die. Dat mag ook, want het is een vrij land. In veel andere landen is het respect voor uniformen groter. Ik reis graag, en afgelopen zomer in Italie bleek bijvoorbeeld dat de jongen naast mij in de trein geen afgestempeld kaartje had. Die jongen sputterde wel even tegen toen de conducteur langs kwam, maar accepteerde zijn boete snel."
Hoe zijn de reacties op je deelname aan de campagne?
"Ik heb heel veel positieve reacties uit mijn eigen omgeving gehad. Ik struin ook echt de sociale media af om te zien welke reacties de campagne oproept. Maar door de campagne en alle media-aandacht zou er een vrij negatief beeld van mijn beroep kunnen ontstaan. Ik wil echt benadrukken dat ik echt veel meer positieve dan negatieve dingen over mijn werk kan noemen. Je komt veel in contact met mensen, je kunt ze helpen, je reist veel. Ik heb gewoon erg leuk werk."