‘Tot dusverre heb ik me netjes binnen de Raad als adviseur opgesteld, maar nu mag ik daar zelf ook iets van vinden’, stelt Hupperetz. ‘Ik zie een aantal dingen gebeuren die onder de oppervlakte blijven. Het zijn technische dingen: het komt erop neer dat er een ongelijk speelveld ontstaat binnen de culturele basisinfrastructuur.’
Het technische verhaal is dat aan subsidie via de culturele basisinfrastructuur allerlei externe controlemechanismen verbonden zijn, en aan subsidie via de Erfgoedwet veel minder, aldus Hupperetz: ‘Die Erfgoedwet is er om te voorkomen dat elke vier jaar dingen ter discussie worden gesteld die niet ter discussie hoeven te worden gesteld. Dat is goed, alleen is er nu een soort technocratisch demarcatieproces geweest waarbij het onderscheid is weggevallen tussen de programmering (waarover verantwoording moest worden afgelegd, WS.)
en het beheer van de collectie. Het punt is dat de meeste musea zelf al zoveel geld verdienen, dat het aandeel subsidie, dat nu aan de Erfgoedwet is toegewezen, een relatief klein deel van het totaal is. Maar in absolute getallen is het heel veel.’
Hij legt het uit aan de hand van een, naar eigen zeggen, extreem voorbeeld: ‘Het Van Gogh Museum krijgt van het Rijk ruim 8 miljoen. Om precies te zijn: 1,3 miljoen vanuit de Basisinfrastructuur, 609.000 voor beheer en behoud en 6,32 miljoen voor het gebouw. Dat is samen 8,3 miljoen. Veel geld. In de nieuwe situatie krijgen ze 6,32 miljoen voor het gebouw en 2 miljoen voor beheer en behoud. Dat wordt dus vanzelf naar de Erfgoedwet verplaatst.’
‘Dat kan, omdat het museum met een begroting van 59 miljoen makkelijk met posten kan schuiven. Voor het museum heeft dat veel voordelen, want de Erfgoedwet is een wet, en het extra geld valt nu onder die wet. Daar hoef je dus verder niets meer voor te doen: geen aanvragen, maar ook geen verantwoordingsplicht.’ De directeur, die ook de collectie van de Universiteit van Amsterdam beheert, vergelijkt: ‘Het is een beetje alsof in de wetenschap de peer review wordt afgeschaft.’
Maar dat is toch vreemd? Controleert niemand het geld van de Erfgoedwet?
‘Er is wel een Erfgoedinspectie, maar die is nauwelijks in staat om het goed te monitoren. Dus stelde de Raad voor Cultuur voor om een integrale monitoring te verbinden aan de nieuwe situatie: niet alleen het beheer, behoud en collectiebeleid, maar ook het publieksbeleid. Sommige musea vroegen daar ook om. De Erfgoedinspectie en de Raad zouden dat samen doen. Het zou tot betere adviezen hebben geleid.’
Het gaat om belastinggeld, dus zo vreemd is dat ook niet, toch?
‘Maar dat is er nu door de minister afgehaald. Dat maakt de positie van de rijksmusea heel comfortabel. Ze hoeven geen plannen meer in te dienen, ze krijgen geen monitoring meer, dus ze kunnen eigenlijk doen wat ze willen. Het kritisch vermogen is nu weg. Ze hebben nu wel gezegd dat ze de visitatie zelf gaan regelen. Dan komt er een commissie, maar ze gaan vooral zichzelf evalueren.’
Wij van WC-Eend…?’
‘Tot nu toe is hier niemand tegen, en de meeste mensen zien dit ook niet, omdat het nogal technisch is. De museumvereniging, waar die rijksmusea natuurlijk heel sterk vertegenwoordigd zijn, is helemaal voor. Het veld is met zijn eigen dingetjes bezig. Kortom: dit is een sluipend proces. Het creëert een ongelijk speelveld, want in principe wil iedereen dit wel, en het kritisch vermogen wordt uitgeschakeld. Net in een tijd dat er heel veel te gebeuren staat in de museumwereld. Dan moet je de 26 rijksmusea niet vrijstellen maar juist zien als voorpost van rijksbeleid vanuit OCW. Daar kunnen tenslotte bepaalde opgaven veel krachtiger worden opgepakt. Nu wordt alleen nog teruggekeken (visitatie, WS) en lopen we het grote risico dat de urgentie, bijvoorbeeld wanneer er meerstemmigheid geagendeerd moet worden (zoals nu bij de canon, WS) zal afnemen.’
‘Het beleid leidt op dit moment al tot scheefgroei. De grote spelers worden groter, de middelgrote en kleine musea blijven klein. Dat veld staat nog steeds zwaar onder druk, zij worden ook afgemeten aan allerlei doelen van publieksbereik, die de grote musea dankzij al die voordelen veel makkelijker kunnen halen. Er gaat 76 miljoen naar de Erfgoedwet voor de grote rijksmusea, terwijl er voor alle diversiteitsdoelen en andere eisen van het ministerie voor de overige museumsector 3 miljoen gaat naar 12 provinciale musea en 1 miljoen beschikbaar is via het Mondriaanfonds. Voor 400 musea. Waar heb je het dan over?’
2500 euro per museum?
‘Ik snap wel dat de musea dit willen, maar dat de Minister hierin meegaat, dat begrijp ik niet. Het is ook niet geadviseerd, maar de meeste mensen hebben het gewoon niet gezien.’
Wat kan er misgaan?
‘Het is niet zo dat er nu gelijk rampen aan het gebeuren zijn. Het is een goede tijd, iedereen doet best goede dingen. Maar juist nu moet je dus kritisch kijken hoe je de uitdagingen die er zeker weer aan zullen komen, kunt aanpakken. Daar is die blik van buiten voor nodig.’
186 miljoen: het woord is aan de Kamer.
Kan er nog wat aan gedaan worden?
‘We kunnen daar heel boos over zijn, maar de Raad voor Cultuur is nu klaar, het advies is gedaan, de Minister heeft haar uitgangspunten geformuleerd. Het is nu aan de ambtenaren. En aan de politiek. Als er in de Kamer geen vragen worden gesteld gaat het zo de Erfgoedwet in. In totaal praten we dus over 186 miljoen. En dan horen we in 2024 of het geld voor rijksmusea netjes besteed werd. Zonder tussentijdse monitoring.’
Goed om te weten Donderdag 27 juni overlegt de Tweede Kamer tussen 17:00 en 22:00 over de uitgangspuntennota van minister Van Engelshoven. Volg het live.