Achter ons start een Dodge. Of zoiets. Kuuk, mijn chauffeur voor vandaag, draait zich om en roept: ‘Jan, 12 volt toch?’ Of zoiets. Geen idee waar hij het over heeft. In ieder geval heeft hij het bij het rechte eind, want Jan steekt zijn duim op. Kuuk kijkt tevreden als ik zeg: ‘Je bent een freak, nu weet ik het echt zeker.’
Zelf zitten we in een Willys Jeep, waarmee we vanochtend om half acht vanuit Amsterdam naar Barneveld vertrokken zijn. Ik in mijn legerjas, die ik gisteren bij de dump gescoord heb. Eerst wilde ik, naar het bevrijdingsthema van de dag, mezelf hullen in een stippenjurk met een strik in mijn haar, maar dat mocht niet. Veel te koud, ik zou onderweg bevriezen. In een auto met slechts een voorruit en geen zijkanten hebben de elementen inderdaad vrij spel. Dus heb ik mijn bontmuts op, een dikke sjaal om en handschoenen aan. Is het afzien? Nee, het eerste kwartier vind ik het hooguit wat onwennig, zo onbeschermd op de A1. Vannacht heb ik wel even wakker gelegen. Zou het me lukken om een beetje soepel in en uit de jeep te stappen? Of erger nog: zou ik er niet uit vallen? Maar ik ben in veilige handen. Als iemand ervaring heeft met het rondcrossen in dit soort voertuigen, is het mijn bijna 75-jarige vriend Kuuk Griep (in de verte familie van me), geboren twee dagen na het begin van de oorlog in Nederland.
Keep Them Rolling
Op het dorpsplein in Barneveld arriveren tientallen piekfijn onderhouden legervoertuigen van onze bevrijders. Welkom in de wereld van Keep Them Rolling. De vereniging van mensen met een stevige hobby. Zelf heb ik, voor zover ik weet, geen hobby’s en daar doe ik weleens lacherig over: ‘Een hobby? Hoezo? Druk, druk, druk, waar zou ik de tijd vandaan moeten halen?’ Toch geloof ik dat ik diep in mijn hart best jaloers ben op degenen die wel zo’n passie hebben. Maar dit terzijde. De reden van mijn deelname aan deze tocht is, behalve nieuwsgierigheid, ook sentimenteel. Mijn vorig jaar overleden vader, die nu ook 75 geweest zou zijn, zou dit prachtig gevonden hebben. Het stond zeker op zijn bucket list. Hij zit vandaag op mijn schouder.
Allervreemdste eend
Tientallen Jeeps, Dodges, Chevrolets en Ford-trucks komen het plein op rijden. Bemand door mannen, vrouwen en kinderen van nul tot boven de tachtig, gekleed in allerhande militaire outfits. Opgewekte begroetingen, handen worden geschud, voertuigen bewonderd, ze hebben er zin in. Alles is strak geregisseerd, de sfeer ontspannen. Doedelzakspelers in kilts blazen zich warm, zij gaan straks voor de troepen uit. Ik voel me de allervreemdste eend. Gelukkig kom ik bij de wc hartelijke dames op leeftijd tegen, verkleed als militairen uit WOII, die gewoon tegen me praten alsof ik erbij hoor. Dat valt alvast mee.
De dorpsstraat staat vol mensen, die zwaaien als we voorbijrijden. Toch zeker niet naar mij?
Op het bordes van het gemeentehuis geeft de burgemeester het startsein, maar niet nadat hij de aanwezige veteranen, van in de negentig, jonger kunnen ze nauwelijks nog zijn, warm welkom heeft geheten. We gaan op pad. De dorpsstraat staat vol mensen, die zwaaien als we voorbijrijden. Toch zeker niet naar mij? Jawel. En het is ook de bedoeling dat ik terugzwaai, hoor ik van Kuuk. Even voel ik licht ongemak. Poppenkast, schiet door me heen. Maar zo voelt het toch niet.
In Achterveld stoppen we op de oprijlaan voor het bejaardentehuis. Voor het eerst zie ik de omvang van ‘onze’ colonne goed, het dorp vult snel zich met bevrijders. Aan het einde van de Hongerwinter vonden hier onderhandelingen plaats tussen hooggeplaatste geallieerde generaals en de hoogste Duitse functionaris over de Duitse capitulatie en geallieerde voedseldroppings in hongerend West-Nederland. Dat resulteerde in het zogenaamde Akkoord van Achterveld van 30 april 1945 tussen de Duitse bezetters en de geallieerde legerleiding.
Hoezo malle pietjes?
En dan dringt het ineens écht tot me door. Mijn sluimerende vooroordelen, die ik nooit eerder aan nadere introspectie onderworpen heb, trekken zich beschaamd terug. Heb ik serieus ooit één seconde ‘malle pietjes in een legerpakje’ gedacht over deze mensen met een hobby, die vol toewijding in hun vrije tijd (en van hun eigen geld) belangrijk cultureel erfgoed in stand houden? Ik mag het niet hopen. ‘Let us never forget’ staat op een van de jeeps. En zo is het, stadse juf die in de fast lane denkt te moeten leven! Ik geef me over…
Boven onze colonne vliegt een B-25 Mitchell, een Amerikaanse bommenwerper
Tussen Terschuur en Zwartebroek staan we stil, een lange weg gevuld met voertuigen. Boven ons hoofd vliegt een B-25 Mitchell, een Amerikaanse bommenwerper. Er loopt een rilling over mijn rug, ik voel de tranen in mijn ogen. Dichter bij het gevoel van zeventig jaar geleden kun je niet komen, bedenk ik.
Thank you very much
Heel Zwartebroek is uitgelopen om ons te begroeten. Het dorp is tot in de puntjes versierd. Een schoolmeisje langs de weg geeft me een kaart, waarop ze geschreven heeft: ‘Thank you very much for helping to liberate the Netherlands. Now we live in a free country and there is no war. Because you have liberated Netherlands I give you this card. Greetings, Ariska’. Honderd meter verder krijg ik een witte roos, die ik, ontroerd, op de voorruit bevestig. Nederlandse soldaten staan langs de kant van de weg voor ons in de houding. Ik zwaai, ik lach, ik geniet. En hoewel ik nog steeds moet wennen aan de gedachte dat ik vandaag de rol van ‘bevrijder’ heb, is mijn ongemak nergens meer te bekennen.
Tijdens de feestelijke lunch met muziek in het dorpshuis hoor ik mooie, inmiddels vind ik het zelfs jaloersmakende, verhalen over Keep Them Rolling-avonturen in binnen- en buitenland. Onderdelen van de voertuigen worden liefdevol besproken. De rest van de middag voert ons over zonovergoten paden en lanen, over onverharde wegen door de weilanden, waar het gras groener is dan ik ooit gezien heb. We doen Putten aan, het dorp van de tragische razzia op 1 oktober 1944, waarna zeker 550 mensen omkwamen en ruim honderd huizen in brand gestoken werden door Nederlandse en Duitse SS’ers. Bij boerderij de Veldhoef, dat een grote rol speelde in het verzet, hoor ik over de droppings die er plaatsvonden. Het is een geschiedenisles in de praktijk, deze hele dag, die ook voor mij, als 50-jarige, helemaal geen kwaad kan. Ik hoor mijn vader tevreden grinniken, die stond altijd versteld van mijn gebrek aan historische feitenkennis.
Jongetjes van tien
In Voorthuizen nemen we langs de weg drie jongetjes van een jaar of tien mee, die achterin zitten te glunderen, zo stoer zijn ze nog nooit geweest. Hier eindigt de rit, op het Oranje-terrein, dat drie dagen in het teken van de bevrijding staat. Helaas hebben wij geen tijd meer voor de feestelijkheden, we willen voor het donker terug zijn in Amsterdam.
En dan staan Kuuk en ik plotseling weer gewoon te tanken bij een benzinepomp, in 2015. Op de A1 steekt nog één passerende vrouw vrolijk haar duim op. Als we, ik inmiddels licht bevroren, maar in de jeep zittend alsof ik nooit anders gedaan heb, de stad binnenrijden kijkt geen mens nog op of om. Bij een glas in het café praten we na. Ik probeer woorden te vinden voor wat ik ervaren heb. Onderweg ‘met de Canadezen ’ veranderde ik van blasé stadse juf in een ontroerde bevrijder. Op dit moment voel ik me echter net zo’n blij ei als de meeliftende jongetjes, zwaar onder de indruk… Keep Them Rolling!
Op Bevrijdingsdag rijdt Keep Them Rolling, onder leiding van Kuuk Griep, met zo’n veertig voertuigen van Aalsmeer (10.00 uur voor het Oude Raadhuis) naar de Dam in Amsterdam (aankomst 16.30 uur). Iedereen die gekleed is in jaren-veertig-stijl mag vanaf de Spaklerweg meerijden. Instappen vanaf 14.45 uur. Zelf rijd ik niet mee, ik zal ergens langs de kant, letterlijk en figuurlijk bevrijd, staan te zwaaien.