Zoektocht: Curaçaose Feyenoorders
De afgelopen weken kreeg ik van goede bekenden op Curaçao de vraag of ik hen kon helpen.
De afgelopen weken kreeg ik van goede bekenden op Curaçao de vraag of ik hen kon helpen.
Ik weet het nog goed. Voordat we in oktober 2011 van Nederland naar Curaçao verhuisden, waren we al negen maanden bezig om een school voor onze zoon te vinden.
Ene Oscar Semenel hoopt dat de komende verkiezingen – aanstaande vrijdag – de laatste zijn van Curaçao als deel van het Koninkrijk der Nederlanden. Op zich is dat een nobele gedachte. Edoch, op dit moment leidt die gedachte enorm af van waar het nú om gaat. De droom van onafhankelijkheid kan namelijk pas gestalte kan krijgen als Curaçao daadwerkelijk op eigen benen kan staan.
Vorige week was het weer zover. Kreeg ik op mijn donder. Van wie? Van mijn vrouw natuurlijk! Ik mail haar altijd mijn column, zodat ze weet wat ik nú weer heb geschreven. Ik mail hem pas nadat ik hem heb doorgestuurd naar de redactie, dat dan weer wel, haha. Briesend kwam ze naar beneden: “Hou op met over politiek schrijven! Jij altijd met je ruzie zoeken, met je ‘op het randje leven’. Waarom toch? Waarom moet je altijd de problemen opzoeken? We moeten nog wel terug hè! En iedereen weet waar we wonen!”
Johan Cruijff zei het al eens (en hij had geen patent op de uitspraak): als het aan de top onrustig is, dan stormt het in de onderste geledingen van een organisatie. En zo is het. Ik zeg vaak tegen mijn vrouw: als jij rustig bent, is je kind ook rustig. Of de hond.
Er wordt dezer dagen in Nederland veel gesproken over een dramatische gebeurtenis die zondag plaats vond in Arnhem. Een echtpaar bood een horloge van het merk Rolex te koop aan op Marktplaats voor het bedrag van 30.000 euro.