De dubbele moraal bij de bestrijding van kindermishandeling

Een zestigjarige man uit Vosselaar in België werd na 30 jaar veroordeeld voor seksueel misbruik van zijn dochter en krijgt 4 jaar cel. Zijn veroordeling is uitsluitend gebaseerd op de verklaring van de dochter.

Wie de afgelopen jaren of gewoon vorige maand op een andere wijze dan door seksueel misbruik zijn/ haar kind mishandelde heeft grote kans gewoon vrijuit te gaan. Nooit voor een rechter te hoeven verschijnen. Terwijl we weten, dat naast seksueel misbruik ook alle andere vormen van kindermishandeling een net zo grote impact hebben op het leven van kinderen.

Waarom onderzoeken we de ene vorm van kindermishandeling diepgaand en zelfs van 30 jaar of langer geleden, en doen we dat met alle andere vormen van kindermishandeling niet? Is het dan niet allemaal goed geregeld? Nee, met een groot deel van de kindermishandeling die plaatsvindt gebeurt gewoon helemaal niets.

Minst frequent, meeste aandacht

Het is op zijn minst opvallend dat, hoewel seksueel misbruik volgens cijfers (1) heel veel minder voorkomt dan fysieke en psychische kindermishandeling, het wel de meeste aandacht krijgt.

Die aandacht voor seksueel misbruik en kindermishandeling is op zichzelf natuurlijk bemoedigend. Lange tijd werd alles zomaar in de doofpot gestopt, konden daders ongestraft hun gang gaan.  En seksueel misbruik komt nogal eens voor naast allerlei andere vormen van kindermishandeling. Het betekent tenminste, dat er überhaupt aandacht bestaat voor ernstige vormen van kindermishandeling. Iets dat voor de jaren ’80 nog nauwelijks het geval was.

De aanpak van seksueel misbruik is opportuun. Op vele terreinen wordt eraan gewerkt. Preventief, door een actief opsporingsbeleid, daders worden vervolgd en gestraft. In de media lezen we er bijna dagelijks over.

Frequentie in de media

Wie via Google Nieuws meldingen instelt over seksueel misbruik, krijgt vaak twee tot wel zes meldingen per dag. Een aantal gaat over seksueel misbruik van kinderen.  Over aangiftes, over daders die terecht staan. Over veroordelingen. Een melding over een nieuwe preventieve campagne. Opiniestukken. Symposia. Over gevangenisstraf, TBS. Verontwaardiging.

Wie via dezelfde meldingendienst van Google Nieuws de termen ‘fysieke kindermishandeling’ en ‘psychische kindermishandeling’ instelt kreeg in het afgelopen half jaar slechts zeven relevante meldingen.

Minstens twee meldingen per dag over seksueel misbruik tegenover zeven meldingen per half jaar over andere vormen van kindermishandeling. Hoe kan dat?  De aandacht voor seksueel misbruik is een feit. Voor andere vormen van kindermishandeling kunnen we gerust opmerken dat er veel minder aandacht voor is.

Niemand beseft ondertussen, dat al die aandacht voor seksueel misbruik ten koste gaat van aandacht en hulp aan slachtoffers van al die andere vormen van kindermishandeling. Zij krijgen niet alleen nauwelijks aandacht. Er wordt voor hen vaak ook geen enkel recht gedaan.

Daders, dat zijn mensen die kinderen misbruiken, verder niet

Hebben we voor plegers van seksueel misbruik diverse termen (misbruiker, misbruikpleger, zedendelinquent, kinderlokker, pedo, pedoseksueel, pedofiel, kinderverkrachter) voor mensen die kinderen fysiek en psychisch mishandelen en verwaarlozen hebben we nauwelijks een term. Kindermishandelaar? Verwaarlozer? Heeft u daar ooit van gehoord?

Als u al eens het woord verwaarlozer tegenkomt in de media dan gaat het om verwaarlozing van dieren. Het woord kindermishandelaar komt op het internet nauwelijks voor.

En dader? Wie gebruikt dat woord in relatie tot fysiek en psychisch geweld tegen kinderen? Zijn mensen die kinderen psychisch mishandelen wel echte daders? Noemen we mensen die kinderen volledig aan hun lot over laten daders? Ze deden toch niks? Misschien noemen we ze minkukels, lafbekken, pedagogisch onverantwoord. Slechte ouders.  Maar daders? Waar nooit over daders wordt gesproken, zijn ook geen slachtoffers.

We spreken eigenlijk alleen over daders van kindermishandeling als het gaat om seksueel misbruik. Misschien is kinderen fysiek en psychisch mishandelen en emotioneel verwaarlozen te gewoon en veel voorkomend om voor plegers ervan een apart woord te hebben. En dat klopt dan ook als we naar de cijfers kijken.

Cijfers

De cijfers liegen niet. Volgens cijfers van het NJI over door professionals gerapporteerde vormen van kindermishandeling vormt seksueel misbruik 4 procent van alle kindermishandeling (1). Er staat letterlijk: seksueel misbruik wordt het minst gemeld. Wat overigens niet wil zeggen dat ook werkelijk het minst voorkomt. Maar uitgaande van de cijfers krijgt het wel de meeste en vaak enige echte aandacht.

Waarom horen we over die 96 procent zo weinig in de media? En waarom zien we van die 96 procent daders vrijwel nooit iemand voor de rechter? Om het plat te zeggen: iemand die eenmalig een seksueel misdrijf pleegt staat vrijwel zeker voor de rechter. Iemand die jarenlang een kind systematisch verwaarloost of mishandelt niet. Waarom vinden we dat in geval van seksueel misbruik de dader wel verantwoording moet afleggen voor kind en samenleving en gestraft moet worden en in al die gevallen van andere vormen van kindermishandeling niet?

Onderzoek

Vormen van kindermishandeling worden gemonitord door de Nationale Prevalentiestudie Mishandeling. Brede onderzoeken naar kindermishandeling kennen we, toegesneden op de katholieke kerk en jeugdzorg. Onderzoek naar seksueel misbruik in de katholieke kerk (Deetman) en in de jeugdzorg (Samson) vonden eerst plaats. Die volgorde om eerst seksueel misbruik te willen onderzoeken was niet toevallig.

Nog ten tijde van het onderzoek van de Commissie Samson was er sprake van dat al het fysiek en psychisch geweld tegen kinderen in de jeugdzorg niet eens onderzocht zou gaan worden. Uiteindelijk kwam de Commissie De Winter die geweld in de jeugdzorg onderzocht.

Die commissie kwam er alleen maar onder druk van slachtoffers van seksueel misbruik. Slachtoffers van seksueel misbruik kregen wel gehoor toen zij aangaven vaak nog meer te hebben geleden onder de vernederingen en het fysiek geweld dat in jeugdzorg plaatsvond.

De vragen van   al die slachtoffers van fysiek geweld in de jeugdzorg, die aangaven langdurig fysiek mishandeld te zijn werden steeds genegeerd.

Ik ervoer het ook. Nog in 2013 werd mijn vraag om erkenning van fysiek en psychisch geweld in de jeugdzorg door het Schadefonds afgedaan als onzin.

Verschil in benadering in de eindrapporten

We kunnen het verschil in benadering van de respectievelijke vormen van kindermishandeling al terugzien in de woordkeuze in de respectievelijke eindrapporten van de commissies. Woorden, die verband houden met strafbaarheid, vervolging, dader/ slachtoffer en het gebruik van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). We zien dan direct de totaal andere benadering van seksueel misbruik ten opzichte van fysiek en psychisch geweld. Daarbij is opvallend dat mensen die kinderen fysiek en psychisch mishandelen nooit daders worden genoemd.

In het eindrapport van de onderzoekscommissie Geweld in de Jeugdzorg uit 2019 spreekt men nooit van daders, behalve in context van seksueel misbruik, dan lezen we het 4 maal. Als er al over strafbare feiten wordt gesproken is het slechts eenmaal verband met de jeugdige die dat deed (3.4, pagina 45 eindrapport). Het woord ‘vervolging’ komt helemaal niet voor. Over een VOG (Verklaring omtrent Gedrag) wordt eenmaal de suggestie gedaan dat dit helpend kan zijn als onderdeel van een spoedprocedure (dus niet zorgvuldig, maar zo snel mogelijk af te geven).

Ter vergelijking: in het rapport van de commissie Samson komt het woord ‘dader’ maar liefst 77 keer voor, strafbaar 4 keer, vervolging komt 5 maal voor. De VOG wordt 7 maal genoemd en juist in de context dat dit nooit voldoende kan zijn.

Vanwaar deze korte analyse: het toont hoe anders we kennelijk tegen plegers van geweld, bedreiging, vernedering, marteling en verwaarlozing van kinderen aankijken.

Kinderen en geweld

Lange tijd werd geweld tegen kinderen gewoon gevonden. “Wie niet horen wil, moet voelen.” De hoeveelheid geweld speelde geen rol. Een dagelijkse portie meppen of wekelijks kinderen bont en blauw slaan kon gewoon. Zonder dat iemand ervan opkeek. In reformatorische kringen was het zelfs normaal. “Wie zijn kind liefheeft spaart de roede niet.” Zwaar gelovigen beroepen zich op de Bijbel.

We hebben zelfs de discussie gehad of fysiek geweld – light wel of niet mocht. De zogenaamde ‘pedagogische tik’. Bestond er dan ook ‘pedagogisch misbruik’? In Zuid – Afrika zien we ook een discussie over pedagogische tik en kindermishandeling. (2) Wat een vreemde discussie.

Want een pedagogische tik, hoe hard mocht dat dat dan.  Keihard? Wie controleert dat? En wat is incidenteel? Elke dag? Om het uur? Eens per twee dagen? En dan nog: op welke lichaamsdelen mag men slaan? Mag je op alle lichaamsdelen van een kind slaan als het maar ‘pedagogisch ‘is?

De pedagogische tik is sinds 2007 dan wel officieel verboden, maar is nog altijd veel in gebruik.  Soms zie je het gewoon op straat dat een kind flink geslagen wordt.  Mensen lopen door alsof er niets aan de hand is. Het kind zal wel lastig zijn, daar leggen we de verantwoording, niet bij degene die het kind mishandelt. Geweld vinden we gewoon.

Fysieke mishandeling: onmacht?

Bij fysieke mishandeling denken we meest gewoon aan slaan. Met de hand. Of met harde voorwerpen zoals riemen, schoenen, paraplu’s, stokken, stenen, meubels, boeken of messen.  Maar ook een kind over de grond sleuren, aan de haren trekken, gedwongen hete specerijen laten eten, in rug of buik schoppen, van de trap gooien of tegen de grond smijten en met het hoofd tegen de muur slaan is fysieke mishandeling. Fysieke kindermishandeling kan systematisch worden en heel langdurig voorkomen, soms gedurende de hele jeugd van het kind. De vraag is, of we dit gewoon ‘onmacht’ mogen noemen.

Een kind moet in ons land wel heel langdurig en zwaar fysiek mishandeld worden en aantoonbaar, zichtbaar letsel hebben wil men überhaupt overgaan tot vervolging.  We zien het terug in het uiterst geringe aantal gevallen waarbij aangiftes worden gedaan en waarbij iemand zich voor de rechter moet verantwoorden.

Vaak wordt het afgedaan als “het gebeurde uit onmacht”. Maar uit onmacht mogen we ook geen andere strafbare feiten plegen. Die andere feiten bestraffen en vervolgen we wel.  Wie uit onmacht zijn/ haar huis opblaast, anderen op straat schopt, de premier aanvalt, de politie of politici bedreigd en slaat, uit onmacht met de situatie iemand gewoon in elkaar ramt, wordt wel vervolgd.

En het duiden van onmacht van ouders/ verzorgers/ vreemden legt al iets van de verantwoording bij het kind. Tja, het kind was zo lastig. Het lag aan het gedrag, de ouders waren daardoor, door het gedrag van het kind onmachtig. Onmacht klinkt als een verkapte rechtvaardiging, als een gedeelde schuld met het kind samen. Dan kan het toch zomaar gebeuren, niet?

Onmacht bij seksueel misbruik bestaat niet

Wie seksuele driften tegen kinderen niet onder controle heeft wordt terecht niet als onmachtig gezien. Die moet zijn driften en gevoel maar op een andere wijze zien op te lossen. Maar nooit op een kind. Ook niet een klein beetje of af en toe. Een webcamseks -gebeurtenis zien we niet als een “klein beetje seksueel misbruik”.  Excuses als ‘maar het kind lokte het uit ‘of ‘maar ik voelde onmacht, kon niets weerstaan’ en ‘ik voelde me onmachtig mijn seksuele driften te beheersen’, pikken we terecht nooit. Het kind dient beschermd te worden.

Wie gewelddadige en sadistische driften tegen kinderen niet onder controle heeft komt makkelijk weg met de zienswijze ‘onmacht’. De reden waarom therapeuten nogal eens fysiek en psychisch geweld tegen kinderen zien als iets waaraan het kind zelf schuldig is.  Zo kreeg ik een nieuw soort trauma toen een therapeut vond dat zelfs martelingen die ik als kind moest ondergaan volgens haar gewoon helemaal mijn eigen schuld waren.

“Wat deed jij dan, dat ze het deden?” Ze zag het fysiek geweld als gevolg van onmacht en niet als een systematisch patroon van gewelddadige sadistische karakters die zich uitleefden op een kind. Vond het geen daders. De schuld en verantwoording voor het gebeuren van fysiek en psychisch geweld wordt vaak automatisch bij het kind gelegd. Of de ouders/ verzorgers zijn zielig en hebben een probleem. Het kind zou die onmacht door die problemen bij anderen oproepen. We zoeken een oorzaak om het geweld te rechtvaardigen. Het kind zou door de omstandigheden Zou sadistische en gewelddadige driften oproepen die dan ontladen mogen worden. Nou ja het mag niet, maar ach, volgende keer beter.  Degene die dat doet bedoelde het toch niet zo? Wilde het niet met opzet, toch? Kan er immers niets aan doen, door de omstandigheden?

Scheve machtsverhouding

Pure onzin. Want als de grens helder is, dat we kinderen nooit mogen mishandelen – op geen enkele wijze -, dan reageert iemand maar op een andere wijze.  Los dat gewelddadige gevoel net als in het geval van daders van seksueel misbruik maar op een andere wijze op. Maar met het kind ga je hoe dan ook altijd op een respectvolle wijze om.  Er is geen enkele rechtvaardiging voor geweld tegen kinderen, ook onmacht niet.   Waarom gaan we in het ene geval uit van de kwetsbaarheid van het kind en de scheve machtsverhouding tussen volwassene en kind en in het andere geval niet?

Bij fysiek en psychisch geweld tegen kinderen is namelijk sprake van dezelfde scheve machtsverhouding als bij seksueel misbruik. Het kind kan zich net zomin verweren en is net zo afhankelijk van de volwassene als in geval van seksueel misbruik. De vernedering en fysiek beleefde pijn van het geslagen worden, de totale machteloosheid is vaak net zo groot als de vernedering van het misbruik. De band, het vertrouwen tussen mensen wordt diep beschadigd. Net als bij seksueel misbruik wordt over fysiek en psychisch geweld vaak gezwegen, uit schaamte, loyaliteit of omdat de schuld door daders zo makkelijk bij het kind wordt gelegd. Wat kinderen dan geloven.

Psychisch geweld niet strafbaar

Ik sprak niet zo lang geleden met haar, lotgenote van systematische psychische kindermishandeling.  Over haar gevoel, hoe zij een zware posttraumatische stress stoornis had, maar vaak geen enkel begrip kreeg voor wat zij meemaakte als kind. Als kind bedreigden ze haar voortdurend met geweld.  Continu die dreiging. “En kreeg je ook vaak slaag?” vroeg men dan.  Nee, dat niet, ze kreeg het wel eens, maar ze leed intens onder de permanente dreiging dat het geweld elk moment kon losbarsten en haar zou treffen. De meeste mensen reageren dan lachend. Nou zeg, er gebeurde toch niks? Er was toch niks? En als niks gebeurde is toch niet strafbaar? Wat stel je je aan.

Bedreigingen die, als we dat tegen politici of ambtsdragers zouden doen direct met het strafrecht werden beantwoord en breed in de media verschijnen, mogen gewoon tegen kinderen. Dagelijkse afwijzingen, bedreigen met de dood, met verminking, met ernstig fysiek geweld, met uithuisplaatsen naar een verschrikkelijke plek, bedreigen met vernielen van speelgoed, met het kind kapotslaan, met het doden van een huisdier, enzovoort…

De meeste mensen weten niet, dat zulke bedreiging tot levenslange schade kunnen leiden. Het is onbegrijpelijk dat dit gewoon mag en niet eens apart strafbaar is.

Er is nog wel gevraagd om strafbaarstelling, maar de overheid vond alle wetten al genoeg – wetten die dus niets uithalen (3)

Pesten

We zien de desastreuze effecten van psychische mishandeling terug in de gebeurtenissen rond pesten, ook een vorm van ernstig psychisch geweld. Wat dan regelmatig nog wel in de media verschijnt. Meestal alleen, als het kind het niet meer kon dragen en op tragische wijze zelfmoord pleegde. Dan is er ineens even een beetje aandacht.

Maar strafbaar? Is pesten strafbaar? Nee, zelfs niet als het de dood tot gevolg heeft. Er is geen actief beleid om het te voorkomen. Daders hiervan zien we nauwelijks voor een rechter om zich te verantwoorden. En dus komen er nooit rechtszaken, en dus lezen we er nooit over in de media.

Voor emotionele/ psychische mishandeling bestaat inmiddels op kleine schaal aandacht (4).  Het is jammer dat de overheid hierin weer de grote afwezige is.

Bewijs

Het is in een aantal gevallen niet makkelijk om kindermishandeling te bewijzen. En waar in het geval van seksueel misbruik sprake kan zijn van kinderporno als bewijs, is dat er bij fysiek en psychisch geweld niet. Dag en nacht speuren bijzondere eenheden naar kinderporno als bewijs voor seksueel misbruik. Daarbij komen mensen die kinderporno bezitten ook voor de rechter, waardoor het aantal aan seksueel misbruik gelieerde daders automatisch groter wordt. En meer aandacht krijgt.

In het geval van fysiek en psychische kindermishandeling zien we geen foto’s van bijvoorbeeld systematische afranselingen of martelingen. Of van woede-uitbarstingen van ouders tegen kinderen. Getuigen ontbreken vaak. Eén ouder kan ook alleen zijn met het kind waardoor niemand getuige kan zijn. Zodat elke vorm van bewijs ontbreekt.

En waar kinderen worden afgeranseld, gebeurt dat vaak op plaatsen op het lichaam die niet direct zichtbaar zijn voor anderen en zo komt het niet snel aan het licht. Bovendien is er dan nog de twijfel. Blauwe plekken, gekneusde ribben, bulten of striemen kunnen meerdere oorzaken hebben. Fysieke pijn kan binnenin het lichaam ervaren worden en blijft onzichtbaar. Hoe bewijs je het als buitenstaander?  Alleen als het bewijs dubbeldik aanwezig is, wordt er (mogelijk) actie ondernomen. En zelfs dan is het de vraag of daders wel vervolgd worden.

Bewijs van psychische mishandeling is nog moeilijker te leveren. Ook emotionele verwaarlozing bewijzen is lastig. Maar vreemd genoeg is in zoveel andere gevallen van criminaliteit bewijs ook vaak erg moeilijk te leveren. Bij witwassen bijvoorbeeld, of na een moord. In al die andere gevallen, waarbij getuigen ontbreken, of er weinig sporen zijn. Maar het wordt wel onderzocht.  Waarom is er geen opsporing en vervolging van die vormen van kindermishandeling die evenals in het geval van seksueel misbruik kunnen leiden tot levenslange schade?

Woorden doen wel pijn, en heel veel ook

Psychische mishandeling is misschien het meest moeilijk te bewijzen. Bedreigingen, haatopmerkingen, vernederende uitspraken vervliegen in de lucht, maar treffen het kind diep in de ziel, waar ze soms levenslang blijven liggen. En hun verwoestend werk doen.

Een politieagent heeft waarschijnlijk nog nooit van de meest voorkomende vormen van kindermishandeling gehoord.  Psychische kindermishandeling, emotionele verwaarlozing. Alleen al omdat het niet in het wetboek van strafrecht staat. Ook het herkennen van emotionele verwaarlozing, de vorm van kindermishandeling die het meest voorkomt en zeer grote gevolgen heeft in het latere leven van de slachtoffers, is lastig. Niemand ligt er wakker van. Het behoort niet tot de opsporingstaken.

Sociale isolatie van kinderen wordt vaak niet gezien als echt probleem. Maar het kan later leiden tot gedragsproblemen, diverse seksuele stoornissen en antisociaal of gewelddadig gedrag. Toch zijn er geen campagnes ter voorkoming van emotionele verwaarlozing of sociale isolatie van kinderen.  De meeste mensen weten niet eens waar ze op moeten letten. Het lijkt ons allemaal niets te interesseren.

Slachtofferhulp Nederland

De dubbele moraal in de bestrijding en kennis over kindermishandeling werd zichtbaar in de het beleid van Slachtofferhulp Nederland.  Slachtoffers van de Commissie Geweld in de Jeugdzorg konden officieel vanaf 2017 daar terecht. In de praktijk werden zij vaak geweigerd.

Het eerste jaar kon er weliswaar een formeel gesprek plaatsvinden als melding. Het ging echter niet om erkenning van slachtoffers en doorverwijzen naar hulpverlening was onmogelijk, zij kregen die taak niet. .

Omdat de overheid in 2017 officieel nog geen geweld in de jeugdzorg erkende, erkenden zij het ook niet. Dat gebeurde pas na 2019. Waarom was Slachtofferhulp afhankelijk van of de overheid een slachtoffer van kindermishandeling wel of niet erkende?

De verwevenheid van Slachtofferhulp met de kinderbescherming en justitie, waar zij normaal mee om de tafel zitten als partners, stond erkenning in de weg. Hun partners bleken uiteindelijk zware wetsovertreders.

Slachtoffers van fysieke en psychische kindermishandeling krijgen vaak geen enkel justitieel recht, waardoor zij nog meer het gevoel hebben niet volwaardig te tellen. Als daders opzettelijk vrijuit gaan vanwege een niet – vervolgingsbeleid van justitie zoals in het geval van fysiek en psychisch geweld, roept dit woede, wantrouwen en frustratie op.

Hokjes denken in kindermishandeling

Het duiden van kindermishandeling heeft op zich goede kanten. Het verheldert wat een kind is overkomen, en hoe en waarmee het geholpen moet worden. Overigens overlappen vele soorten kindermishandeling elkaar hierin, want veel gevolgen van bijvoorbeeld seksueel misbruik en fysieke kindermishandeling zijn exact hetzelfde voor een kind en ook in het latere leven.

Wie naar afbeeldingen kijkt bij artikelen over preventie van kindermishandeling, ziet dat het vaak sturend is.  Ook daar zien we het hokjes denken: vrijwel altijd zien we een man afgebeeld als dader. Stereotype. Een behaarde arm op de voorgrond, om geen misverstand te laten bestaan over het geslacht. Een persoon die een kind vastpakt op de achtergrond heeft een baardje. Onbewuste beïnvloeding, waardoor kinderen die slachtoffer zijn van vrouwelijke daders nog minder geloofd worden of ergens terecht kunnen.

En dat, terwijl vrouwen even vaak dader van kindermishandeling als mannen (5). Wie evenwel aangeeft door een vrouw mishandeld of misbruikt te zijn, krijgt vaak geen gehoor bij hulpverlenende instanties. Soms wordt aangegeven dat vrouwen het vast niet zo bedoelen.

Gelijkwaardige bestrijding van kindermishandeling helpt kinderen

We zouden alle kinderen pas echt helpen, als we alle vormen van kindermishandeling even serieus nemen. Waarom? Misbruikte kinderen kunnen in hun latere leven opnieuw seksuele delicten plegen, dat is genoeg bekend. Maar dat kan evengoed gebeuren door ernstig verwaarloosde kinderen, fysiek en psychisch mishandelde kinderen. Ook zij hebben blootgestaan aan vaak langdurige traumatiserende ervaringen die diep in het leven van een kind ingrijpen en gevoelens en beleving ingrijpend en blijvend kunnen veranderen.

Er bestaat namelijk geen “schaal van ergheid” als het aankomt op kindermishandeling. Een veel gehoorde opmerking is dat seksueel misbruik zoveel erger zou zijn dan alle andere vormen van kindermishandeling. Maar het ene kind reageert anders op de mishandelingen dan anderen. Het hangt af van de sociale context, of de omgeving het kind steunt, of een kind een leven ervaart waarin het buiten de mishandelingen en misbruik kan bestaan en ergens veiligheid kan ervaren.  Het is ook bekend dat emotionele mishandeling minstens zo indringend wordt ervaren als seksueel misbruik ( 6).

Ondergeschoven kindje

Misschien kunnen we van de wijze waarop we nu 4 procent van de kindermishandeling proberen te voorkomen, bestrijden en vervolgen leren.  En dit ook gaan toepassen op al die andere vormen van kindermishandeling.

Er bestaat geen Taskforce om emotioneel en psychisch geweld te voorkomen tegen kinderen. Er is geen Meldpunt Emotionele Verwaarlozing of centrum voor psychische kindermishandeling. Buiten seksueel misbruik wordt alle kindermishandeling ondergebracht in de meer algemene term “huiselijk geweld”.

We zien geen grootschalige campagnes waarin wordt aangegeven hoe vreselijk emotionele verwaarlozing is en op welke signalen van het kind omstanders kunnen letten.  Niemand let op volledig sociaal uitgesloten kinderen, zij vallen juist niet op. Maar de problemen die zij daarmee in hun latere leven gaan krijgen zijn vaak heel groot en nadelig voor de samenleving. Fysiek en psychisch geweld en emotionele verwaarlozing zijn letterlijk de ondergeschoven kindjes van kindermishandeling.

“Spiraal-breed” aanpakken

De spiraal van kindermishandeling doorbreek je niet met het aanpakken van 4 procent. Een deel van de daders van onder andere seksueel misbruik in de toekomst wordt gevormd door de slachtoffers van al die vormen van kindermishandeling die we nu niet echt serieus nemen. Voor wie nu geen recht geschiedt. Die niet als slachtoffer worden erkend omdat we de vorm van kindermishandeling die hen nu overkomt niet zien als werkelijk erg.

De waarde van erkenning

Initiatieven en methodes die nu bestaan in bestrijding van seksueel misbruik, het strafrecht en preventie kunnen net zo goed ook in geval van fysiek en psychisch geweld tegen kinderen gelden.

De kinderen die slachtoffer zijn van verwaarlozing, fysiek en psychisch geweld moeten ook op onze onvoorwaardelijke steun kunnen rekenen en als slachtoffer erkend worden.

Ik mag niet mopperen. Na 40 jaar kwam er toch nog een erkenning voor alle geweld dat ik meemaakte in mijn jeugd.  Maar dan vroeg ik het me af. Want wat is erkenning voor een slachtoffer waard, als op dit moment met kinderen hetzelfde gebeurt, waar niemand zich werkelijk druk om maakt?

Referenties

(1) NJI cijfers 2017 meldingen van professionals, volgens Nationale prevalentiestudie mishandeling. De cijfers schommelen over de jaren rond het aangegeven percentage.

Soorten gemelde kindermishandeling:

Emotionele verwaarlozing 36 %

Fysieke verwaarlozing 24 %

Fysieke mishandeling 18%

Emotionele/ psychische mishandeling 11%

Seksueel misbruik 4%

Overige 7%

(2) De in Zuid- Afrika ingeburgerde corrigerende tik draagt bij aan een land vol geweld reportage Trouw 19 november 2020

(3) Trouw, 06-03-2020 Maak psychische mishandeling daadwerkelijk strafbaar

(4) Verdwenenzelf.org

(5) Sociale vraagstukken.nl Vrouwen plegen even vaak huiselijk geweld als mannen

(6) Movisie sites 2018 / Pauline de Vries en Sophie van Houwelingen – Universiteit van Leiden De emotionele  mishandeling en verwaarlozing van kinderen: de late gevolgen en behandeling   

Mijn gekozen waardering € -

Ik ben auteur van "Gepleegd", een uitgave van Tobi Vroegh te Amsterdam uit 2020, een jeugdervaringsverhaal waarin ik het systematisch geweld in de jeugdzorg beschreef dat ik meemaakte. Daarnaast schreef ik het boek "Hoe word ik Tim?" uitgave Pumbo, 2021, over de gevolgen van opgroeien in jeugdzorg.  Email: heijtingjasp@gmail.com