De lyrische natuurbeleving van schilder Eugène Brands (1913-2002)

Meestal zien we in het Noord-Veluws Museum figuratieve schilders die een band hebben of hadden met de vroegere kunstenaarskolonie in Nunspeet. Maar Onder de Bos is een hommage aan de lyrische abstractie van Eugène Brands (1913-2002).

Sinds 2014 prijkt er een strofe van Lucebert op de gevel van het Noord-Veluws Museum:

‘hij verliet de doodzieke stad
het rottende vervettende net
en omarmde de moeder van het ademhalen
die nog armen voedt met zingende stilte
in schuimende bomen de aubadekraan
der vogels en beneden de tumultueuze
rust van vrucht en graan’

De titel van het lange gedicht luidt: Eugène Brands de schilder. Het is integraal opgenomen in de brochure van de huidige tentoonstelling Onder de Bos. Want negen jaar later exposeert deze schilder in hetzelfde dorp waar hij een kwarteeuw woonde, en waar hij zijn eerbied voor de natuur in hartstochtelijke penseelstreken beleed.

Kunstenaarskolonie

‘Begin ’74 ruilden wij ons huis aan een gracht in A. om voor een huis aan het bos te in N. Ik noem geen plaats. Het is er paradijselijk rustig en wij houden dat graag zo,’ blikte Eugène Brands terug in 1997. Hij was zeker niet de eerste gerenommeerde schilder die in het Noord-Veluwse dorp neerstreek. Tussen 1885 en 1914 was hier al een kunstenaarskolonie; menige schilder ontvluchtte de drukte van de stad om hier en plein air te werken, doorgaans in de stijl van de late Haagse School.
Ook Brands verdiepte zich een kleine eeuw later in het landschap, al kreeg het bij hem een lyrisch-abstracte vorm. Hij was kort verbonden aan de naoorlogse Cobragroep, die zich van 1948-1951 krachtig en flamboyant afzette tegen de academische traditie.

Maar in 1949 al brak Brands met Cobra, hoewel hij wel on-academisch bleef experimenteren. Zo liet hij zich inspireren door zijn dochtertje Eugénie, van wie nu zelfs een paar originele kindertekeningen op zaal hangen. Ook zijn interesse in pre-koloniale culturen is uitgebreid terug te zien in een reeks gouaches met quasi-etnische motieven. Verder toont Onder de Bos voornamelijk werken uit Brands’ Nunspeetse periode.

Spiritualiteit

‘De bos’ is Veluws voor ‘het bos’ en ‘onder de bos’ betekent feitelijk ‘aan de bosrand’. Conservator Margot Jongedijk: ‘Dat vond Brands heel mooi, want hij was echt een man van woorden. Hij had ook altijd Engelse en Franse woordenboeken bij de hand. Als hij een titel in het Nederlands niet mooi vond klinken, ging hij het vertalen.’
Brands liet op het adres Onder de Bos 76 een ruim atelier bouwen en een grote bostuin aanleggen. In deze tijd schilderde hij zijn reusachtige doek ‘Wide Country’ (1976), de imposante blikvanger van deze tentoonstelling. Op ‘Misty Morning’ (1974) is de verwijzing naar zwart-witte koeienlijven in de appelgroene weide onontkoombaar.

In 1991 zegt hij over de koeienvlekken in zijn werk: ‘Welbeschouwd zie ik een in het weiland liggende groep koeien als een zwart-wit compositie die is ontsproten aan de geest van “M”, het Mysterie, dat de basis is van het heelal.’
Hier blijkt de spiritualiteit in Brands’ natuurbeleving. ‘M’, het Mysterie, mogen we zien als zijn naam voor een geabstraheerd godsbeeld. Hij wijdde meerdere werken aan ‘M’− nu eens omgeven door een donkere hemel, met lichtpuntjes die sterren suggereren (‘Mystery, Base of Universe’; olieverf op hout, 1971), dan weer met een rode vlek als een zon boven de zwarte horizon (‘M Mystery, centre of univers’, gouache uit 1973).

Eugène Brands in zijn schilderskimono in zijn bostuin te Nunspeet. Foto Nico Koster / st. Eugène Brands

Verwondering

‘Als kind hoorde hij op school dat de aarde rond was. En dat vond hij zo bijzonder, dat is hem altijd bijgebleven,’ weet Margot Jongedijk. ‘Hij is naar buiten gegaan om zich dat voor te stellen en werd helemaal gegrepen door het idee van dat heelal. Die verwondering heeft hij levenslang gehouden. Het was totaal geen wetenschappelijke interesse, maar een kinderlijke verwondering over de kosmos met al die sterren en planeten, en over het mysterie van het leven.’

In de stilte rond zijn atelier aan de Veluwse bosrand ervaart Brands dit mysterie intenser dan ooit. De woorden van de Griekse filosoof Heraclitus, ‘Panta Rhei’ (Alles stroomt) worden zijn credo. ‘Alles stroomt, vloeit, verandert, is in beweging, onderweg…’ schrijft hij. ‘De bostuin levert mij hiervan dagelijks het onomstotelijk bewijs.’ Een lyrische ode aan die eeuwige beweging in de natuur zien we in ‘Glorious Dawn at Venice’ (1983) dat in weerwil van de titel ontstond in Nunspeet.

Atomen

Ook de levenloze natuur had zijn interesse, vertelt Jongedijk: ‘Als hij naar een tafel keek, dacht hij: maar dat zijn natuurlijk óók allemaal bewegende atomen!’
Vandaar werken als ‘La Table Panta Rei’ (olieverf, 1990) en ‘Cosmic Still Life’ (gouaches, 1997). Op het omslag van de catalogus prijkt ‘Painting My Pleasure’ (1983), een even dromerige als vurige uitbarsting van vreugde.
‘Daar werd ik zó blij van, dat ik dacht: die kies ik als beelddrager van de tentoonstelling,’ zegt Margot Jongedijk lachend. ‘Want we kunnen wel wat positiviteit gebruiken, zeker in deze tijd.’

Onder de Bos, te zien t/m 3 december 2023
www.noord-veluwsmuseum.nl

Mijn gekozen waardering € -

Van Friese afkomst, maar geboren en getogen op de Veluwe. Na het gymnasium deed ik één semester Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarna belandde ik op het conservatorium in Zwolle (nu ArtEZ) en begon als muziekstudent met het recenseren van concerten en cd's. Na mijn eindexamen verbreedde dit schrijfwerk zich naar meerdere genres en opdrachtgevers.
Van 1991-1998 studeerde ik daarnaast psychologie in deeltijd aan de Universiteit Utrecht.
Journalistieke aandachtsgebieden: human interest, cultuur, zingeving.