Debuutalbum ‘een’ van Sterre Konijn is een compositie op zichzelf

De sobere titel een staat enerzijds voor eenzaamheid  anderzijds voor verbondenheid. Het fijnzinnige debuutalbum van musicienne en componiste Sterre Konijn (1987) is een versmelting van emotie, beheersing en esthetiek.

Er zijn momenten waarop je als recensent wordt verondersteld vooral analytisch te luisteren, maar tegelijk je tranen niet kunt bedwingen. Mij overkwam het bij ‘L’Amor che Move’, het monumentale middelpunt van dit album.

De tekst is een fragment uit La Divina Commedia van Dante Alighieri, na ruim zeven eeuwen getoonzet en gezongen door Sterre Konijn. Het geprevelde parlando, bijna fluisterend in ademloze verwondering. De gestage en statige wentelgang van de hemellichamen rondom de zon. De ontzagwekkend aanzwellende orgeltonen zodra de dichter tot de diepe inzicht komt: uiteindelijk is het de Liefde ‘die ook de zon beweegt en de andere sterren’. Liefde die de kosmos gaande houdt en veranderingen in de ziel teweegbrengt.

Wat deze sacrale atmosfeer nog versterkt, is de akoestiek van de Schiedamse Westvestkerk. Het is een favoriete opnamelocatie van Frerik de Jong, geluidstechnicus en brein achter het label 7 Mountain Records.
‘Een heel mooie, inspirerende ruimte’, bevestigt Sterre. ‘Frerik zei meteen: “Dit moeten we niet in de studio opnemen, want hierbij is de sfeer zó belangrijk.” Je merkt dat daar tekst en muziek ook dieper binnenin je resoneren. Ik denk dat je daardoor ook een sterkere verbinding legt met de luisteraar.’

Kopenhagen

De contouren voor een ontstonden in de lockdown. ‘Toen dacht ik: nou, er is wel heel veel mooie muziek geschreven over het thema eenzaamheid …! Later kwam het thema verbinding erbij, want het een kan eigenlijk niet bestaan zonder het ander.’

Twee aspecten kenmerken een: de ongelofelijke vocale beheersing en de rijkdom van het programma. Als vocaliste lijkt Sterre Konijn echt alles te kunnen. Begonnen met een klassieke conservatoriumstudie in Amsterdam switchte ze naar het Complete Vocal Institute (CVI) in Kopenhagen, waar ze alle uithoeken van haar stem verkende.

Sterre: ‘Een heel technische opleiding, waar ze veel onderzoek doen naar wat er nu precies gebeurt bij de stembanden wanneer je geluid maakt. Cathrine Sadolin, de oprichter, begon haar observatie bij baby’s en vroeg zich af: “Hoe kunnen baby’s de hele dag schreeuwen zonder schor te worden? Als wij volwassenen schor worden, doen we blijkbaar iets verkeerd.” Het CVI benadert de stem als een instrument. Dus niet met de vraag: met welk geluid ben je geboren, maar: wat kun je er allemaal mee doen?’

Die instrumentale benadering herken je in ‘To That Wich Is Endless’ van Kate Moore, met tekst uit The Open Road van Walt Whitman. Hierin zingt Konijn zuiver unisono met de eenstemmige pianopartij, in grote heen-en-weer-intervalsprongen zoals je die regelmatig bij Bach tegenkomt. Het effect, in deze akoestiek, is bijna duizelingwekkend van ruimtelijkheid.

Waar de stem soms dus instrumentaal wordt benaderd, krijgen instrumenten een soort zangpartij. Voorbeeld is het bijna zinsbegoochelende duet met de theremin in ‘Musa’, een door Konijn zelf getoonzet gedicht van Anna Akhmatova.

Woestijn

Al zijn er ook rauwe momenten. Zoals ‘Y Después’ van de op 1 juli overleden meester Louis Andriessen: boven de hoekige pianopartij schreeuwt de vocaliste haar vertwijfeling uit in de verlatenheid van een metaforische woestijn.

Sterre Konijn: ‘Tja, het is niet zo dat ik nu zal gaan grunten of zo. Maar ik heb wel in Denemarken geleerd om op een veilige manier die borststem zo te gebruiken.’

Qua programma schroomde ze niet om muziekstukken te isoleren van de cyclus waarin ze thuishoren. Zo word je verrast door de ijle vioolflageoletten in ‘Pe Loc’ uit de Roemeense Volksdansen van Bartók of ‘Nana’ (wiegelied) uit de Siete canciones populares españolas van De Falla.
Toch krijgt de cd hierdoor geen verbrokkeld karakter, integendeel. Daarvoor zijn de elementen inhoudelijk en stilistisch te intelligent gecombineerd. En zo vormt een eigenlijk weer een compositie op zichzelf.

een
Sterre Konijn (stem, theremin & contrabas)
M.m.v. Christiaan Verbeek, Daniël Kool, Geneviève Verhage, Merel Vercammen,
Raphaela Danksagmüller, Sanne van der Horst en Tobias Bijboer
7 Mountain Records

Mijn gekozen waardering € -

Van Friese afkomst, maar geboren en getogen op de Veluwe. Na het gymnasium deed ik één semester Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarna belandde ik op het conservatorium in Zwolle (nu ArtEZ) en begon als muziekstudent met het recenseren van concerten en cd's. Na mijn eindexamen verbreedde dit schrijfwerk zich naar meerdere genres en opdrachtgevers.
Van 1991-1998 studeerde ik daarnaast psychologie in deeltijd aan de Universiteit Utrecht.
Journalistieke aandachtsgebieden: human interest, cultuur, zingeving.