Kort van Stof: Vreemdenliefde, deel 3 – ‘Hvalprut’

In de serie Kort van Stof publiceren toonaangevende schrijvers een nieuw, ongepubliceerd kort verhaal. In een speciaal feuilleton publiceert schrijver Richard de Nooy verkorte versies van hoofdstukken uit 'Vreemdenliefde', zijn nieuwe roman in wording, die van Noorwegen tot aan Israël voert. Vandaag deel 3 in Denemarken: Hvalprut.

Na zijn roman Zes beetwonden en een tetanusprik (2008), bekroond met de University of Johannesburg Prize for Best First Book, publiceerde Richard de Nooy bij Nijgh & Van Ditmar de romans Zacht als Staal (2010) en Zendingsdrang (2013). Zijn nieuwe roman Vreemdenliefde zal verschijnen in 2015.
Naast schrijver is Richard de Nooy ook zanger/performer in de band Brandjes.

_____

Hvalprut

Richard de Nooy

 

Ik vertel alleen wat ik zelf weet.
Niet wat ik van horen-zeggen heb.

En zeg maar “ho” als ik te lang doorklets.
Dat doet mijn dochter ook.
“Ho,” zegt ze dan. “Niet zo doorbazelen, vader.”

Waar zal ik beginnen?

Bij mijn oude vriend Erling?
Bij die wijven?
Of toch bij de Hvalprut?

Ze waren in het voorjaar met opknappen begonnen. Kort nadat Erling zo ziek is geworden. De Hvalprut had toen al een jaar of acht, negen aan de kade gehangen. Erling wou nog één keer naar de Faeröer. Met die wijven van hem – Hedvig en Josefine. Dat had hij beloofd. Onderweg is het allemaal gebeurd natuurlijk. Godsamme wat een verhaal. Maar dat krijg je met twee wijven. Dat klinkt leuk, maar het zorgt voor allemaal onrust, snap je? Kijk, het was natuurlijk een knappe vent, Erling, en hij kon een goede grap vertellen, maar het ligt allemaal veel simpeler. Vrouwen leven gewoon langer. Dus er blijven meer over. Die willen allemaal wel nog een keertje aan de man. Maar die zijn er niet meer. Erling was eigenlijk de enige weduwnaar van onze generatie, geloof ik. Nou, dan heb je de vrouwtjes voor het uitkiezen. Hij hoefde niet eens te kiezen. Ze boden zichzelf gewoon aan. Althans, zo vertelde Erling het.

Even terug?

Erling heeft het langst doorgevist. Van onze generatie bedoel ik dan. Ulf, Karsten, Morten en ik hadden onze boten al overgedragen aan zoons en neven, of verkocht. Op een gegeven moment is de koek op. Dan kan je het leven op zee niet meer aan. De lange uren. Het zware werk. Je hebt dan allang jonge vissers aan boord natuurlijk. Maar je bent toch dagenlang op zee. En het zuipen helpt ook al niet. Erling had alleen zijn dochter Sigrid. En zij woonde in Odense. Zijn vrouw was al tien jaar dood. Maar hij had wel die wijven, snap je?  

Nadat Erling was opgegeven kwam Sigrid dus ieder weekend met haar man naar Nyborg om aan de boot te werken. Hoe heet die jongen ook alweer? Die rekenmeester van haar? Peter, ja. Die had echt geen benul. Sigrid ook niet, dus toen ben ik ze maar gaan helpen. Erling was toen al te ziek. Hij wist dat het niet lang meer zou duren. Dat lijkt me eerlijk gezegd wel wat. Dat je weet waar de eindstreep ligt. Je krijgt nog zes maanden. Of een jaar. Een datum zou nog mooier zijn: “28 maart is het zover, Meneer Knudsen. Dan gaat u sterven. Lijkt u dat wat?” En dat je dan met je familie afspreekt om te kijken of het een geschikte datum is.

Ho?

Erling en ik hadden de Hvalprut toen allang naar een stille hoek van Vesterhavnen gebracht. Waar Meester Seistrup zich er niet aan kon ergeren. Dat is een enorme eikel kan ik je vertellen, zoals de meeste mensen die te lang bij de overheid werken, maar hij had dit keer wel gelijk. Dat ding lag maar te schrapen en roesten, vol in het zicht aan de havenpromenade. Erling had een vergunning daarvoor omdat hij nog een tijdje rondvaarten organiseerde in de zomer. Dan nam hij zo’n groep mee het Kattegat op. Gingen ze picknicken op Samsø. Met champagne en zo. Daar heeft hij Hedvig toen ontmoet. Maar die was toen nog met haar man, heb ik begrepen. Josefine heeft nog bij ons op school gezeten. Zij is de weduwe van Bjarne Justesen. Ken je die nog?

Sigrid en Peter kwamen dus ieder weekend aan de boot werken – schuren, schilderen, poetsen, invetten, vervangen. Ik had nog mijn vaste adresjes waar ik voor een schappelijke prijs spulletjes kon halen. Dus dan wees ik ze de weg in de auto. Onderweg probeerde ik dan alle trucjes en foefjes aan ze uit te leggen. Maar dat is moeilijk als mensen de taal van de zee niet spreken. Probeer maar eens aan iemand uit te leggen hoe je schubben moet krabben als ze niet eens weten wat een vis is.

Het is uiteindelijk allemaal goed gekomen. Maar het heeft maanden geduurd voordat de Hvalprut zeewaardig was. Ik heb nog een goede mecanicien voor ze geregeld, die jongen van Baundsgaard, om de motor helemaal te reviseren. Dat moest want ze zouden drie of vier dagen op volle zee zitten. En je wil echt niet als een dode zeehond in de vaargeul dobberen midden in de nacht.

Ho?

Maar waarom vraagt u dat niet meteen?
Nee, ik denk niet dat Sigrid wist wat Erling van plan was. Wie had zoiets nou kunnen vermoeden?

_____

www.richardenooy.com

Mijn gekozen waardering € -