Limitarisme – Ingrid Robeyns’ pleidooi tegen extreme rijkdom

Afgelopen jaar kreeg Nederland er vier miljardairs bij: 51 landgenoten bezitten nu meer dan duizend miljoen euro, waaronder Luxaflex-oprichter Ralph Sonnenberg (6,2 miljard), mediatycoon John de Mol (2 miljard), en natuurlijk ook de familie Oranje-Nassau (1,3 miljard). Maken we de groep iets groter, dan bezitten superrijke Nederlanders gemiddeld ongeveer 482 miljoen euro (bron tijdschrift Quote).

Dat extreme rijkdom toeneemt is geen natuurverschijnsel, maar het rechtstreekse gevolg van politieke keuzes en wetgeving. Preciezer nog, het is onlosmakelijk verbonden met het neoliberalisme dat de wereld al vijf decennia regeert, aldus politiek-filosoof Ingrid Robeyns. Neoliberalisme maakt de rijken steeds rijker, maar ook de armen armer.

Blijven we vol bewondering tegen extreemrijken opkijken, of stellen we een grens? Wel als het aan Robeyns ligt. Om meerdere redenen moeten we serieus nadenken of er een limiet moet komen aan extreme rijkdom, vindt ze. Ze introduceerde de term ‘limitarisme’. Recent verscheen haar boek ‘Limitarisme, pleidooi tegen extreme rijkdom’.

Waarom gaat het nooit over de bovenkant van de verdeling?

Volgens de Griekse filosoof Plato (427 v.Chr. –347 v.Chr.) mogen rijke mensen niet méér bezitten dan drie, vier keer zoveel als de armste burgers. Zo wordt voorkomen dat de ongelijkheid in de samenleving te groot wordt. Of zijn pleidooi veel navolging kreeg, vermeldt de geschiedenis niet. Duidelijk is dat Plato in onze 21ste eeuw geen influencer is.

Directeuren van Nederlandse handelsbedrijven verdienen gemiddeld ruim elf keer meer dan hun gewone werknemers (2021, bron CBS). De Franse voetballer Kylian Mbappé, kreeg vorig jaar anderhalf miljoen euro – let wel, per wéék. Het vermogen van autocoureur Max Verstappen (26) wordt geschat op ruim 150 miljoen euro.

Hoe rechtvaardig zijn dergelijke grote vermogens? Is extreme rijkdom nog te verdedigen als daardoor de machtsverhoudingen in de wereld scheeftrekken en de democratie makkelijk wordt ondermijnd? Lachen we nog om Gordon Gekko, die in de film Wall Street (1987) ‘Greed is good’ roept, nu blijkt dat grote wereldproblemen — zoals milieuvervuiling en klimaatverandering, kinderarbeid, uitbuiting, slavernij en meer — rechtstreeks het gevolg zijn van het streven naar oneindig veel geld?

Ingrid Robeyns buigt zich als wetenschapper al ruim tien jaar over dit soort vraagstukken. Ze gebruikt onderzoekdata van verschillende academische disciplines en interviewde wereldwijd meerdere vermogende personen. Robeyns’ hypothese is dat onze samenleving een stuk rechtvaardiger zal zijn wanneer niemand extreem rijk is.

Waardoor bent u zo met dit onderwerp begaan geraakt?

“Al mijn hele wetenschappelijke carrière onderzoek ik ongelijkheid. Eerst vanuit de economie, later ook vanuit de filosofie. Ongelijkheid gaat over hoe relevante zaken in ons leven verdeeld zijn – zowel tussen landen als tussen mensen.

Wetenschappers die zich met ongelijkheid bezighouden, focussen meestal op de armoede, op de onderkant van die verdeling. Op een dag dacht ik: ongelijkheid ontstaat ook door wat er aan de bovenkant van de verdeling gebeurt. Waarom gaat het daar nooit over? Niet lang daarna bracht Thomas Piketty ‘Kapitaal in de 21e eeuw’ uit. Ik was euforisch toen ik zijn boek las. Hij benadert de economische ongelijkheid vanuit statistische data en empirische studies, terwijl economen normaliter met theoretische aannames werken.

Een bekende economische theorie is dat ongelijkheid afneemt naarmate een land beter ontwikkeld is. Economen gingen er dan ook steeds vanuit dat de ongelijkheid in westerse landen allang was opgelost. Piketty liet zien dat dit een grote misvatting was.

Weliswaar werd onze samenleving in de wederopbouwjaren na de Tweede Wereldoorlog steeds egalitairder, maar medio jaren 70 kwam er een grote omslag. Het neoliberalisme werd ingevoerd en marktwerking werd de mantra. De overheid stootte haar eigen ‘rijkdommen’ af en gaf ze in handen van private partijen. Denk hierbij aan de opgebouwde voorzieningen in onze samenleving zoals openbaar vervoer, gezondheidszorg, energievoorziening, posterijen, en zo meer. De publieke rijkdom kalfde dus af en privaat vermogen nam in een snel tempo toe. Zie daar een belangrijke bron van de toenemende ongelijkheid.

Ik onderzoek de gevolgen van het neoliberalisme en ook of er een weg terug is. Ik put daarvoor uit tal van onderzoeken en heb er inmiddels ook een aantal vermogende mensen over gesproken.”

In uw boek bent u opvallend kritisch over de gevolgen van het neoliberalisme.

“Lange tijd vermeed ik de term neoliberalisme, omdat ik merkte dat die irritatie opriep. Veel bestuurders stelden zelfs dat die polariseert. Maar toen ik me meer in het onderwerp verdiepte, kon ik het begrip neoliberalisme niet langer vermijden, omdat ongelijkheid in de wereld álles van doen heeft met die dominante, sociaaleconomische ideologie van eind twintigste, begin eenentwintigste eeuw.

Neoliberalisme zorgt ervoor dat mensen aan de onderkant van de samenleving de grip over hun leven kwijtraken, terwijl mensen aan de bovenkant van de samenleving door het overheidsbeleid steeds meer worden bevoordeeld. Dát leidt tot polarisatie.

Ongelijkheid in de wereld heeft álles van doen met neoliberalisme

Afgelopen oktober nog, kwam er een rapport uit van EU Tax Observatory met de beschamende conclusie dat de belastingdruk voor de allerrijksten in Nederland gemiddeld nog lager is dan die in Amerika en Frankrijk. Nóg lager. Niet iets om trots op te zijn, als je het mij vraagt. (Global Tax Evasion Report 2024, figuur 4, pag. 12, https://www.taxobservatory.eu/publication/global-tax-evasion-report-2024/) – red.)

Hoe meer je hier verdient, hoe minder je procentueel bijdraagt. Sowieso betalen de rijkste Nederlanders minder belasting dan anderen, omdat ze allerlei strategieën hebben, zoals belastingontduiking en -ontwijking. Daarom is de discussie over de belastingparadijzen zo belangrijk.

Waarom vinden we dat inkomen uit vermogen lager belast mag zijn dan inkomen uit arbeid? Waarom is het hoogste IB-tarief 49,5 procent, terwijl dat ooit meer dan 70 procent was? Dit soort vragen over de moraliteit van belastingen moeten we met elkaar bespreken, omdat ze de structuur van onze samenleving bepalen.

Zo was een vorig kabinet-Rutte ineens voor het afschaffen van de dividendbelasting voor bedrijven. ING heeft zijn winst in het derde kwartaal van 2023 verdubbeld, door spaarders structureel te weinig rente te betalen. De aandeelhouders van deze bank kunnen nu tweeënhalf miljard euro verdelen. Hun belangen worden bovenaan gezet, terwijl de economie ons allemaal raakt. Dat kunnen we niet lang meer volhouden. Dat debat moet nu echt worden gevoerd.”

Speelt dit ook bij het gemak waarmee sommige bedrijven failliet gaan? In één keer van alle schulden af zijn, werknemers en klanten hebben het nakijken.

“Dat heb ik niet onderzocht. In het algemeen moeten bedrijven de belangen van werknemers en afnemers altijd meenemen, net als de belangen van volgende generaties en van mensen elders op de wereld.

Het neoliberalisme verzwakt de positie van mensen die hun eigen arbeid inzetten om in hun levensonderhoud te voorzien, tegenover mensen die hun inkomen verwerven uit bedrijven of investeringen. Voor de laatsten geldt dat hun geld moet ‘werken’.

Ik sprak uitgebreid met de Duits-Oostenrijkse Marlene Engelhorn, die tientallen miljoenen erfde van haar grootmoeder. Zij vindt dat een absurde gedachte. Ze zei dat geld helemaal niet ‘werkt’, maar dat het door het simpelweg ergens te deponeren meer oplevert, dan wanneer ze gewoon arbeid zou verrichten.”

U pleit voor een rijkdomsmaximum. Iedereen wil dan natuurlijk weten aan welk bedrag u denkt.

“Ik denk aan twee maxima. De eerste is een officiële grens die via officiële regelgeving bereikt kan worden, zoals loonafspraken en fiscale regelgeving, dus ook de erfbelasting. In Nederland zouden we ernaar moeten streven dat niemand meer bezit dan tien miljoen euro. Er zouden gewoonweg geen deca-miljonairs mogen zijn, laat staan miljardairs.

Meer geld voegt op een gegeven moment niets meer toe aan de kwaliteit van ons leven. Dus kunnen we ook in de spiegel kijken en onszelf de ethische vraag stellen welke grens acceptabel is. Die vrijwillige grens schat ik op één miljoen euro per persoon. Persoonlijk vind ik dat bedrag nog erg hoog. Ik heb het niet en heb toch niets te klagen. Hoe kan iemand volhouden dat hij meer moet verdienen dan bijvoorbeeld 250.000 euro per jaar, terwijl een ander met twee banen nauwelijks rondkomt?

Momenteel zijn er al huizen die een miljoen euro of meer aantikken. Wie zijn woning ooit voor bijvoorbeeld vijf ton kocht, zit dan al snel aan zijn taks.

De meeste mensen wonen samen, soms ook met kinderen in een huis. Twee volwassenen die samenwonen kunnen dus een huis bezitten dat twee miljoen waard is, voordat ze de ethische rijkdomsgrens bereiken. Als er nog een hypotheek op het pand rust, trek je die ervan af. Nogmaals om in welvaart te leven heb je echt niet meer nodig.

Er zouden geen deca-miljonairs mogen zijn, laat staan miljardairs

Geld en macht zijn twee kanten van dezelfde medaille. ‘Money rules the world’, wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Via lobbypraktijken en donaties hebben rijken invloed op overheidsbeleid; wie minder te besteden heeft, zal die kans nooit krijgen. In Amerika spreken politicologen al van een oligarchie of plutocratie (bestuursvorm waarin de rijksten aan de macht zijn en de wetgeving voor grote groepen binnen een samenleving kunnen bepalen – red.).

Ook internationaal gebeurt er het nodige. In hoeverre geldstromen van autocraten terechtkomen in de westerse wereld, is onbekend, maar het is geen geheim dat superrijken een paspoort krijgen wanneer ze investeren in Malta of Cyprus. Met dit staatsburgerschap kunnen vermogende Russen, Arabieren en Chinezen in de hele Europese Unie terecht.

De macht van extreem vermogen werkt ook bijvoorbeeld door in onroerend goed, in de kunst- en sportwereld. Belangrijke kunstwerken verdwijnen in privécollecties, chique woonwijken in steden als Londen zijn in handen van Russen en Arabieren. Dat de internationale voetbalorganisatie Fifa door en door corrupt is, weet iedereen na de toekenning van de Wereldkampioenschappen voetbal in 2022 in Qatar. Stemmen zijn bij de Fifa nog steeds te koop: de enige kandidaat voor het houden van de wereldkampioenschappen van 2034 is Saoedi-Arabië.

Eindeloos geld laten vermeerderen staat effectief tegengaan van klimaatverandering danig in de weg

Ingrid Robeyns: “Miljonairs willen graag hun voordelige positie behouden. Ondernemers van naam hebben zich nu verenigd in een stichting om met elkaar de partijkas van de VVD te spekken. De teller stond begin november al op ruim anderhalf miljoen euro. Het mes snijdt aan twee kanten. De VVD kan er tv-spotjes en andere campagnestrategieën mee financieren; de ondernemers krijgen makkelijker toegang tot bewindspersonen, ook al ontkennen ze zelf dat ze invloed kopen. Hoe naïef kun je zijn?”

Elke politieke partij krijgt donaties.

“Doorgaans zijn dat kleinere bedragen en niemand van die donateurs koopt er macht mee. Dat is niet het enige. Ook ongunstig voor de democratie is dat superrijken onafhankelijke media opkopen, zoals Murdoch in de VS. Die constructie schendt de democratie. Voor Nederland heb ik de mediaconcentratie niet bestudeerd. Wel zijn hier inmiddels al veel minder titels dan voorheen en we weten niet in hoeverre er sprake is van zelfcensuur.”

Iets anders. In uw boek komt het World Economic Forum er niet positief van af. De rijkdom van die ‘Davos’-mannen zou systematisch de publieke opinie en overheidsbeleid beïnvloeden. Ze vormden het Franse pensioenstelsel, steunden Trump financieel en hielpen de conservatieven in Groot-Brittannië aan de macht, schrijft u. Is dit geen glad ijs, aangezien steeds meer mensen het WEF wantrouwen?

“Ik heb sterk getwijfeld het WEF te noemen, want ik wil absoluut niet complottheorieën ondersteunen of in het leven roepen. Toch moeten we ruimte claimen om kritiek te kunnen geven op mensen die in de geest van het neoliberalisme werken. Tegelijkertijd moeten we fascistische tendensen geen voeding geven. Ik sta voor echte liberale democratie: het respecteren van rechten van mensen, ook als iets de meerderheid niet aanstaat, en voor het beschermen van instituties die we nodig hebben om de liberale democratie te beschermen, waaronder onafhankelijke universiteiten, onafhankelijke media, vakbonden, enzovoort.”

Wat is het verband tussen grote wereldproblemen, zoals de klimaatcrisis en superrijkdom?

“Er is een ingewikkeld, maar wel degelijk bestaand verband. De drang om eindeloos geld te laten vermeerderen staat het effectief tegengaan van klimaatverandering danig in de weg. Klimaatoplossingen brengen gewoon niet genoeg op voor de fossiele ondernemingen.”

In november liet UNEP, de milieuorganisatie van de Verenigde Naties weten dat er wereldwijd honderden miljarden te weinig worden uitgetrokken om klimaatverandering tegen te gaan. In 2021 werd er 21 miljard dollar aan besteed, dat zou minstens 215 miljard dollar moeten zijn.

“Het kortetermijnbelang om zoveel mogelijk geld te accumuleren voor aandeelhouders, is van een andere orde dan te zorgen voor een planeet waar we allemaal op een bescheiden welvarende manier kunnen blijven leven. Dat gaat over rechtvaardigheidsvragen, want wie veel vermogen heeft, heeft er geen nadelen van, zoals bewoners van ontwikkelingslanden en mensen die in de toekomst leven die nadelen wel hebben.

Doordat ze zoveel geld hebben, hoeven ze zich er niets van aan te trekken. De Duits-Amerikaanse rechtse miljardair Peter Thiel (investeerder van onder meer Facebook en medeoprichter van PayPal – red.) kocht een Nieuw-Zeelands paspoort en een ongerept stuk grond in dat land om naartoe te kunnen vluchten als het in Californië niet leefbaar meer is. Terwijl die man extreem vervuilt en middelen heeft om er iets tegen te doen, kiest hij voor ‘na mij de zondvloed’.

Ik wil nog iets belangrijks kwijt. Ik meen namelijk dat de toenemende ongelijkheid hand in hand gaat met toenemende sociale segregatie. Allerlei verbanden, zoals kerken, dorpshuizen, en ook bijvoorbeeld de militaire dienst zijn weggevallen. Die boden situaties waardoor mensen van verschillende sociaaleconomische klassen op een natuurlijke manier met elkaar in contact kwamen en van elkaars bestaan wisten. Dit gebeurt niet of nauwelijks meer.”

Wat heeft dat te maken met de toenemende ongelijkheid?

“Nederlanders in de hogere middenklasse hebben een afbetaald huis en een goed pensioen. Zij begeven zich met elkaar in dezelfde sociaaleconomische klasse. Zo ontstaat voor hen makkelijk de aanname dat hun levensstandaard normaal is. Veel mensen weten niet dat de helft van de bevolking zo goed als geen vermogen heeft. Dat anderen misschien wel een inkomen hebben, maar geen spaargeld, zodat ze geen plannen kunnen maken, en ze voortdurend stress hebben voor onverwachte tegenvallers. Sociale interactie laat ons realiseren dat samen leven ook een kwestie is van nemen én geven. Dat we allemaal moeten bijdragen en de samenleving met elkaar moeten vormgeven.”

Kan sociale interactie ook anders werken? Dat mensen nog gretiger bij de superrijken willen horen en ze, ook snel geld willen maken, hoe dan ook?

“Dat lijkt me een plausibel effect. Ik weet niet hoe groot de invloed is van influencers en sociale media. Voetballers zijn voorbeeldfiguren en die krijgen absurde bedragen. Cristiano Ronaldo tekende in Saoedi-Arabië voor 213 miljoen dollar per jaar, oftewel 407 dollar per minuut. Wie dan 2000 per maand verdient, kan zich een loser voelen. Het idee the sky is the limit is het grote probleem.”

Veel vermogenden schenken vermogen, bijvoorbeeld aan een orkest, museum, of maatschappelijke organisatie. Is dat een oplossing?

“Ik ben ambivalent over filantropie. Wanneer mensen kleine bedragen weggeven van geld dat ze door hard werken verdiend hebben, is dat lovenswaardig. Het is goed dat mensen die in een lastig parket zitten financieel geholpen worden, of dat er geld geschonken wordt om collectieve problemen te helpen oplossen. Het wordt een probleem als schenkingen gepaard gaan met macht — voor wat hoort wat — of wanneer schenkingen weer leiden tot fiscale voordelen. Ook is het niet de bedoeling dat de overheid erdoor op het tweede plan komt, of dat ze een vrijbrief krijgt om haar eigen taken te verwaarlozen.

Nog een voorbehoud is dat filantropie moreel gezien alleen mogelijk is met geld dat je terecht hebt verworven. Wie veel geld heeft door criminele activiteiten, door belastingontduiking of -vermijding, heeft vermogen dat moreel gesproken niet van hem had moeten zijn. Dat geldt ook voor erfenissen. Marlene Engelhorn, die ik eerder noemde, stelt zelfs dat ze eigenlijk niet mag beslissen over het geërfde geld dat ze weggeeft, omdat het ‘van de democratie’ is.”

Ik ben ambivalent over filantropie

Moraal is een subjectief begrip. Er zijn vast mensen die het moreel geen bezwaar vinden om — bijvoorbeeld — veel huizen te bezitten en te verhuren. Of die ongelijkheid geen probleem vinden.

“Filosofie en ethiek zijn geen natuurkunde met vaste uitkomsten. Mijn academische discipline bestaat uit het zo goed mogelijk onderbouwen van argumenten waarvan ik denk dat ze steekhoudend zijn. Ik maak ze voor een brede groep mensen toegankelijk. Verder moet het een maatschappelijk-politiek debat zijn.

Er zijn veel constructies die we breed moeten bespreken. Neem het wettelijk geoorloofd, maar toch oneigenlijke gebruik van de bedrijfsopvolgingsregeling. Wie in Nederland een bedrijf erft, heeft tot 1,2 miljoen euro volledige vrijstelling van erfbelasting. Daarboven is die 17 procent belastbaar (regelgeving 2023 – red.). Of die vrijstelling gerechtvaardigd is om het mkb te beschermen, wordt zeer betwist. Een bijkomend probleem is dat veel rijken hun vermogen in een structuur onderbrengen die er op papier uitziet als een bedrijf, maar dat in werkelijkheid niet is, zodat de erfgenamen geen of minder belasting hoeven te betalen. Dat is misbruik maken van een regel. Het is niet volgens de geest van de wet.”

Hoe gaan bedrijven met de moraalkwestie om?

“Die is ingewikkelder. Voor bedrijven zijn er echter ook morele begrenzingen: geen geld verdienen door slechte arbeidsomstandigheden, milieuvervuiling, de volksgezondheid schaden, en zo meer. Denk aan de familie Sackler in Amerika, eigenaren van het farmaceutische bedrijf dat opioïden agressief op de markt bracht en zweeg over de verslavingsrisico’s. In Nederland zullen er ook voorbeelden zijn.” (De Sacklers verdienden miljarden aan de verslavende pijnstiller OxyContin (Oxycodon). Met agressieve marketing en het bagatelliseren van gevaren, raakte het middel in de voorschrijfpen van vele (huis)artsen, met als gevolg meer dan een half miljoen doden en wereldwijd een opiatencrisis – red.)

U stelt dat het een mythe is dat we al het geld dat we legaal kunnen vergaren ook werkelijk verdienen. ‘Niemand verdient het om multimiljonair te zijn.’ Waarom zouden rijken ervan afzien? Wat levert dat hun op, behalve een religieuze aflaat?

“Ze dragen zelf verschillende argumenten aan. Dat ze bang zijn voor opstanden bijvoorbeeld, of politieke instabiliteit. Verder zijn er aanwijzingen dat superrijken losgezongen raken van de wereld. Daarom ben ik blij met het interview dat ik had met Abigail Disney, erfgename van de gelijknamige dynastie, die in grote rijkdom is opgegroeid. Zij stelt dat mensen erdoor veranderen. Ze verliezen het contact met vrienden en kunnen niemand meer vertrouwen, behalve mensen die net zo vermogend zijn. Ze leven in een bubbel.

Een ander punt is de werkelijke verslaving aan het steeds willen vermeerderen van geld. Socioloog Rachel Sherman onderzocht de levens van zeer rijke New Yorkers. Ondanks hun miljoenenbezit waren ze ervan overtuigd dat ze al hun geld moesten behouden. Als het onheil zou toeslaan, zouden ze in een armoedeval terecht kunnen komen. Het is echter beter dat we een samenleving hebben die mogelijkheden biedt om ons collectief te verzekeren tegen ziekte en werkloosheid en zorgt voor een pensioen.”

Bekend terrein, voor zelfstandig journalisten is er geen collectieve pensioenregeling, wao, of ww.

“Precies, de vraag is daarom of we nog meer moeten individualiseren, of meer collectief kunnen regelen. We zouden een betere, minder harde samenleving hebben, met minder stress voor iedereen als dit soort zaken weer publiek zijn, zoals in de tijd voordat het neoliberalisme werd ingevoerd.”

U wordt wel verweten dat u een communistisch pleidooi heeft, wat is uw reactie?

“Mensen die geen maatschappijkritiek willen en niet willen veranderen, roepen vaak gemakzuchtig ‘communisme’ en dan is het klaar. Belachelijk. Ik spreek over een liberale democratie, met vrijheid van meningsuitingen en je leven kunnen leven zoals je wilt, zolang je andermans vrijheden respecteert. Dat bestond in communistische landen niet. Ik ben als scholier op uitwisseling geweest naar Polen, toen de muur er nog stond. Ik heb in Duitsland gestudeerd, in 1990 vrijwilligerswerk gedaan in het Oost-Duitsland. Dus ik weet heel goed welke dictatuur het communisme was.”

Hoe onderscheidt uw nieuwe boek zich van eerder publicaties over limitarisme?

“Ik hoop met mijn boek duidelijk te maken dat er verdelings- en ethische aspecten zitten aan veel dingen die in onze samenleving georganiseerd zijn. Er zijn steeds meer mensen die een menselijkere economie willen. We moeten een fundamentele discussie voeren over hoe die samenleving eruit moet zien. In die samenleving moeten we aanvaarden dat er een grens is voor rijkdom. Limitarisme is geen situatie die snel bereikt zal worden, wel is het een richtsnoer dat we kunnen nastreven.”

Dit artikel verscheen ook in het winternummer 2023/2024 van HP/De Tijd

BIO

Ingrid Robeyns (Leuven – België, 1972), is professor ‘Ethiek van instituties’ aan de Universiteit Utrecht. Ze is econoom en filosoof en promoveerde aan de universiteit van Cambridge. Haar onderzoek in de afgelopen twintig jaar gaat vooral over de aanpak van het vermogen, sociale rechtvaardigheid en de gewenste institutionele verandering. Ze publiceerde enkele boeken en tal van artikelen. Regelmatig wordt Robeyns uitgenodigd voor het houden van een lezing.

BOEK

Ingrid Robeyns, Limitarisme, pleidooi tegen extreme rijkdom

De Bezige Bij – 9789403189215

€ 26,99, 336 pagina’s

Mijn gekozen waardering € -