Pedofilie: geaardheid of ziekte?

Vijf mannen met pedofiele gevoelens vertellen openhartig hoe zij dit ervaren. Wat doen ze wel, wat doen ze niet? Waar ligt voor hen de grens?

Ad van den Berg (1944, gepensioneerd verpleegkundige) is voorzitter van vereniging Martijn, die zich inzet voor acceptatie van pedofilie. In 1987 werd hij veroordeeld wegens omgang met een minderjarige jongen. Opgelegde straf was duizend gulden en een maand voorwaardelijk.

Ad: “Ik val op jongens tussen de twaalf en vijftien jaar. Ontluikende seksualiteit. Ik heb tientallen vriendjes gehad. De jongste was elf. Hij kwam twee jaar lang elke dag bij mij. Hij voelde zich prettig bij mij maar zijn ouders keurden het af. De seks met jongens gaat niet verder dan voelen en strelen. Ik bij hen, zij niet bij mij. Natuurlijk geen penetratie, dan rennen ze schreeuwend en blèrend naar hun moeder. Ik bevredig mezelf ook nooit bij een kind. Toen ik jong was heb ik sommige jongen naakt gestreeld, waarvan een enkeling ook klaar kwam. Nu weet ik goed waar mijn grenzen liggen.

Ik heb altijd van jongens gehouden. Op mijn achtste was ik al seksueel actief. Ik ben katholiek opgevoed, en wist dat het niet mocht. Dat maakte het extra spannend. Toen ik veertien was, probeerde een broeder op de mulo aan mij te zitten. Ik moest er niets van hebben. Later trok ook de homoscene me niet echt. Ik had niets met die harige lijven. Rond mijn dertigste ging ik als medisch verzorger bij een voetbalvereniging werken. Ik deed massages en wondbehandelingen bij jonge jongens. Toen viel er niets meer te ontkennen.

Op het moment heb ik een vriendje van negentien. Het is meer liefde, dan seks. Lichamelijk ben ik niet meer zo in hem geïnteresseerd. Ik houd niet van oude mensen, al heb ik zelf geen moeite met ouder worden. Kinderen zijn niet kritisch naar andermans lichaam. Een kind wil zich veilig voelen, dan is het goed. Helaas is seks met jongens onder de zestien strafbaar. In de jaren ’90 was er een gedoogbeleid. Het mocht, als de jongen het zelf goed vond. Kinderen voelden zich toen niet misbruikt. Dat wordt aangepraat door de ouders en de media. Ik pleit voor soepeler regels. Wat de omgeving daarvan vindt, interesseert me niet. Kinderen komen vanzelf naar me toe. Ze hebben er een zesde zintuig voor.”

Marthijn Uittenbogaard (1972, werkloos) was voorzitter van de voormalige PNVD, beter bekend als de pedo-partij.

Marthijn: “Ik houd niet van hokjes, maar word zo vaak pedo genoemd dat ik het zelf ook maar gebruik. Mijn seksualiteit is heel breed. Ik val op boven en onder de zestien, vaker op jongens dan op meisjes. Seks heb ik alleen gehad met jongens van zestien jaar en ouder. Ik val vaker op twaalfjarigen, maar kan jongens van twintig ook mooi vinden. Binnenkort ga ik samenwonen met mijn vriend. Hij is 23.

Ik ben laat begonnen met seks. Op mijn 17e. Ik masturbeerde wel al vanaf een jaar of acht, elke avond. Meestal fantaseerde ik dan over jongens van mijn eigen leeftijd. Ik weet nog dat ik op mijn twaalfde over een jongen dacht: als ik dertig ben, vind ik jou nog steeds mooi! En zo was het ook. Ik werd ouder en viel op oudere jongens, maar bleef ook op jonge jongens vallen. Ik ervaar dat niet als iets negatief. Sinds de hetze van Dutroux in 1996 wordt alles op één hoop gegooid. Alsof alle pedofielen verkrachters zijn. De gemiddelde pedofiel heeft net zo min met Dutroux te maken, als de gemiddelde hetero met Jack de Ripper.

Ik strijd voor een humane wetgeving. Waarom een leeftijdsgrens aan seks? De grens zou moeten liggen bij wel of geen dwang. Kinderen zijn te manipuleren, dat klopt. Ik ben sowieso tegen dwang. Maar wat je fijn vindt, vind je fijn. Zo simpel is het. Kinderen kunnen dat ook aangeven. Het is de maatschappij en de media die er een oordeel aan hangen. Zij maken seks negatief. Taboe. Pure onderdrukking. Eigenlijk denk ik dat ieder mens pedoseksuele gevoelens heeft. De een wat meer dan de ander, en het kan verschuiven in de loop der tijd. Hoe heftiger mensen reageren ten opzichte van pedofilie, hoe groter hun ontkenning. In de Middeleeuwen was het heel normaal dat ouders bij kinderen over de genitaliën wreven om ze rustig te krijgen. Dat was net zoiets als knuffelen. Het valt eigenlijk niet te begrijpen dat we daar nu zo moeilijk over doen.”

Frank Vrijman (1940), gepensioneerd promovendus sociale wetenschappen) is verbonden aan zelfhulpgroep JON, voor mensen met pedoseksuele gevoelens. Hij is vader, pleegvader en grootvader.

Frank: “Ik val op kinderen. Prepubertijd. Ik houd van hun schoonheid, het pure. Tijdens mijn huwelijk was het minder aanwezig, maar na de scheiding was het er weer. Het is een aparte seksuele voorkeur. Waar het precies vandaan komt weet niemand. Een combinatie van factoren: aangeboren door ontwikkeld. Bij mij begon het met een grote liefde voor een jonger pleegbroertje. Hij woonde tijdelijk bij ons en we trokken dag en nacht met elkaar op. Ook op de middelbare school merkte ik dat ik jongere jongens interessanter vond dan mijn leeftijdsgenoten. Dat is zo gebleven.

Er is een cruciaal verschil tussen pedofilie en pedoseksualiteit. Pedofilie gaat over gevoelens; pedoseksualiteit verwijst naar de daad. In een grijs verleden ben ik wel eens over de streep gegaan. Hoe precies doet er niet toe. Belangrijker is dat ik door die fouten geleerd heb hoe om te gaan met mijn pedofiele gevoelens. Via JON help ik ook anderen daarmee. Helaas lukt dat niet altijd. Ik heb mannen zien weggaan van de groep, die ik later in de krant terug zag. In gesprek blijven is van groot belang. Net als normaal omgaan met kinderen. In een stabiele zorgrelatie verdwijnen de seksuele gevoelens. Exclusief contact, stiekem en zonder anderen erbij, voedt de obsessie. Net als scheve machtsituaties.

Ik heb mezelf geaccepteerd zoals ik ben. Mijn omgeving in grote lijn ook. Familie, buurtbewoners, kerkgenootschap… Ik heb afspraken gemaakt met de ouders en daar houd ik mij aan. Ik houd een zeker mate van afstand en vermijd bepaalde situaties. Gezellig kletsen en wandelen met de hond is prima. Maar ik haal geen kinderen in huis zonder de ouders erbij. Zelfs mijn eigen kleinzoon doe ik niet alleen in bed. Ik doe dat vooral voor de ouders, maar uiteindelijk ook voor mezelf. Ik ken mijn grenzen, maar ik blijf een mens.”

Meer info over Jon op www.jorisoost.nl

Bern de Jonge (1990, student journalistiek) ontdekte drie jaar geleden dat hij pedoseksuele gevoelens had.

David: “Ik zat te surfen op google en tikte onbewust de zoekterm ‘young child’ in. Ik werd op slag verliefd op de foto van een blond jongetje dat eruit kwam rollen. De foto hoorde bij een artikel over pedofilie. Herkenning! Een klap in mijn gezicht. Het laatste wat ik wilde was een pedofiel zijn! Ik zocht contact met de auteur en legde al mijn onzekerheden bij hem neer. Zijn feedback was een enorme opluchting. Ondertussen heb ik geaccepteerd dat ik van kinderen houd. Ik noem mezelf een ‘childlover’. Het gaat vooral over liefde, dus het houden van. Seksualiteit speelt amper mee. Ik val op de onschuld, de speelsheid en de onbezonnenheid van kinderen. Dat vind ik zo mooi! Meisjes en jongens van tussen acht en dertien jaar. Ik ervaar het als vadergevoelens voor kinderen die niet van mij zijn. Het lastigste van mijn gevoelens is dat ik er niet over kan praten. Ook niet met vrienden of familie. Mijn moeder heeft een keer gezegd dat ze hoopt dat ik geen aparte seksuele voorkeur heb. Waarschijnlijk vermoedt ze iets, maar dat weet ik niet zeker. Vooral het taboe valt me zwaar.

Ik merk dat mijn gevoelens minder worden, als ze er mogen zijn. Daarom praat ik erover met gelijkgezinden op een speciaal forum. Dat geeft steun. Ik zoek alleen contact met jongens die er net zo in staan als ik. Laatst vroeg iemand om kinderporno, die heb ik meteen geblokt. Kinderporno is ten strengste verboden op het forum. Ik ben er ook op tegen, net als tegen seks met kinderen. Ik heb ooit een keer uit nieuwsgierigheid gezocht op Internet, maar ‘gelukkig’ niets gevonden. Zolang ik over mijn gevoelens kan praten, ben ik niet bang om de fout in te gaan. Ik heb ook drie stevige barrières: de wet, mijn religie en mijn geweten. Waar mijn gevoelens voor kinderen vandaan komen, weet ik niet. Ik ben beschermd opgevoed. Seks is iets voor het huwelijk. Misschien heeft dat ermee te maken? Ik val trouwens ook op volwassen vrouwen. Waarschijnlijk raken de gevoelens voor kinderen op de achtergrond, als ik een vriendin krijg.”

De zaak van Robert M.

Op 7 december 2010 werd in het televisieprogramma Opsporing Verzocht een foto getoond van een jongetje van rond de twee jaar met een Nijntje-knuffel. Deze foto was tijdens een onderzoek in de Verenigde Staten aangetroffen bij een onderzoek naar kinderporno. Tijdens de uitzending werd het jongetje herkend en zijn identiteit vastgesteld. Nog diezelfde avond werd de 27-jarige Roberts Miķelsons uit Letland aangehouden als verdachte.

Een week later op 12 december 2010 werd door de toenmalige burgemeester van Amsterdam Eberhard van der Laan* bekend gemaakt dat op kinderdagverblijven Het Hofnarretje en Jenno’s Knuffelparadijs vermoedelijk 30 tot 50 kinderen het slachtoffer waren geworden van seksueel misbruik. De hoofdverdachte Roberts Miķelsons was werkzaam op beide kinderdagverblijven.

Op 26 april 2013 is Roberts Miķelsons in hoger beroep veroordeeld tot 19 jaar gevangenisstraf en TBS met dwangverpleging.

* Burgemeester van der Laan overleed vorig jaar aan de gevolgen van ziekte.

Ad over Robert M:

“Voor De vereniging Martijn zijn alleen wederzijds gewilde contacten tussen volwassenen en minderjarigen bespreekbaar. Duidelijk is dat de kinderen die door Robert M werden benaderd, op een leeftijd waren dat zij niet vrij konden beslissen over seksuele contacten. Daarom keuren wij dit soort kontakten af. Wij vinden dat er in deze gevallen respectloos met kinderen is omgegaan en dat het vertrouwen van de ouders is beschaamd en beschadigd. Dit heeft ons inziens niets met pedofilie te maken omdat respect voor het kind in dit soort relaties voorop dient te staan en seksuele lust daar ondergeschikt aan dient te zijn.”

Marthijn over Robert M:

“Ik keur zijn daden af. Wel ben ik een humanist en hoop ik dat hij een menselijke behandeling zal krijgen.”

Frank over Robert M:

“We weten (nu, januari 2011) nog vrijwel niets, laat staan bewezen feiten. Zolang niet duidelijk is wat er precies gebeurd is, kun je daar niets over zeggen, ook niet over de mogelijke schadelijkheid daarvan. Wel weten we de jonge leeftijd van de kinderen en het mogelijke aantal. Op die jonge leeftijd kunnen zij niet instemmen of beseffen waar zij eventueel mee instemmen. Expliciet seksuele handelingen zijn dan ook ethisch onjuist en wettelijk terecht verboden. Het aantal doet een obsessie vermoeden. Dat de media dit melden is logisch: het is hun taak. Om echter een nepfoto te publiceren met “Pedopaleis” boven een kinderdagverblijf, dit gaat te ver. Dit schaadt de medewerkers en de kinderen daar, terwijl het geen enkel informatief doel dient.”

Bern over Robert M:

“Ik vind het verschrikkelijk wat hij heeft gedaan! Het heeft niets te maken met liefde voor kinderen. Zó iemand vind ik inderdaad een gevaar. Ik vergelijk mezelf niet met hem. Hij is niet wie of wat ik ben of voel. Ik vind het wel jammer dat mensen zoals hij de beeldvorming over pedofielen bepalen. Ik vind het echter ook beschamend dat de media er zo bovenop is gesprongen. Dit getuigt niet van respect jegens de kinderen en hun ouders.”

Mijn gekozen waardering € -

De artikelen van Anne verschenen eerder in tijdschriften en kranten waaronder Fabulous Mama, Viva, Margriet, Linda en NRC Next. Anne is cultureel antropoloog en eigenaar van Uitgeverij 11