Plastic in uw biefstuk en melk – veevoer mogelijk bron

Resten uit de voedingsmiddelenindustrie, zoals overgebleven brood, snoep en chocoladerepen, worden voor een deel in veevoer verwerkt. Dat hierbij ook resten van de verpakkingen — papier, karton, aluminiumfolie en plastics — in het voer terechtkomen, geeft te denken. Vooral nu onderzoekers van de VU Amsterdam veel microplastics in vlees en zuivelproducten aantreffen. Maria Westerbos, directeur van de Plastic Soup Foundation die het onderzoek initieerde, legt uit wat er aan de hand is.

Het bericht begin juli viel wat weg tussen boerenblokkades en hitteplannen, maar was niettemin alarmerend: circa 75 procent van zuivel en vlees dat we consumeren bevat microplastics. De Plastic Soup Foundation wijst veevoer aan als belangrijkste bron. Daarin wordt namelijk ook plastic verwerkt.

Hoe kwamen jullie op het idee dit onderzoek uit te voeren?
Maria Westerbos, directeur Plastic Soup Foundation: ‘We overleggen veel met wetenschappers over onderzoeksmogelijkheden, omdat zij daar vaak beter van op de hoogte zijn dan wij. Onderzoekster Heather Lesley (toentertijd nog werkzaam bij de VU – red.) kaartte het onderwerp aan. Ze was gealarmeerd door een Amerikaanse klokkenluider die in een filmpje op TikTok (https://www.youtube.com/watch?v=aPbF45-ZB5M&feature=youtu.be) laat zien hoe plastic verpakkingen in varkensvoer terechtkomen. Daarin is duidelijk zichtbaar dat die samen met de levensmiddelen de molen ingaan. Wij wilden weten in hoeverre het voer dat boerderijdieren in Nederland krijgen met plastic vervuild is. Daarbij wilden we uiteraard ook weten of dat consequenties heeft voor ons voedsel, met andere woorden of er microplastics zitten in vlees- en zuivelproducten van Nederlandse bodem. We hebben de koppen bij elkaar gestoken om dit uit te zoeken.’

Wat is er onderzocht?
‘Onderzoekster Lesley had inmiddels enkele bezorgde boeren gesproken, omdat hun dieren vaker last hadden van ontstekingen en minder goed tierden. Ze wilden weten waardoor dat kwam. Een aantal van hen heeft toen aan ons onderzoek meegedaan. Anoniem, omdat boeren tegenwoordig al genoeg onder druk staan. Op twee biologische en vier niet-biologische boerderijen zijn toen bloedmonsters genomen van koeien en varkens. Ook zijn daar monsters genomen van voederbrokken én van vers voer. Van de zuivel zijn handgemolken melk, tankmelk, en melk uit een pak onderzocht. De vleesmonsters komen van vlees dat de boeren zelf op hun boerderij verkopen en uit verpakt supermarktvlees. Al met al een steekproef die hout snijdt.’

En de conclusies?
‘De bloedmonsters van de levende dieren van zowel de reguliere als de biologische boerderijen bevatten allemaal plastics. Ook in álle monsters van krachtvoer die op de deelnemende boerderijen zijn genomen zaten vergelijkbare soorten en concentraties plastic. Terwijl er geen plastics zaten in het verse voer dat ze gebruikten: gras, kuilgras en hooi. Dit is al een belangrijke aanwijzing.
Driekwart van de vleesmonsters bevatte detecteerbare hoeveelheden van tenminste één soort plastic. Verder was 72 procent van alle melk met microplastics vervuild. Dus van de melkmachine, uit het pak, en ook de handgemolken melk vers van de koe.’

Waren er verschillen tussen merken veevoer?
‘Voor deze steekproef hebben we geen soorten of fabrikanten onderscheiden. Op de betreffende boerderijen namen we een bakje voer uit de container.
Wetenschappelijk kan de conclusie nog niet hard worden getrokken, maar als directeur van de Plastic Soup Foundation stel ik dat veevoer een directe bron is van de microplastics in onze voedselketen, en daar maak ik me grote zorgen over.’

Waarom zijn de wetenschappelijke conclusies voorzichtig?
‘Dit is indicatief onderzoek. Er moet altijd veel bewijs geleverd worden voordat de wetenschap harde uitspraken kan doen. Omdat het gevonden plastic deels overeenkomt met onder andere dat van broodzakken, stellen de onderzoekers dat het erop lijkt dat het plastic in zuivel en vlees van verpakkingen afkomt. Dat moet nu verder onderzocht worden, maar de verdenking is groot. We moeten nu doorpakken met aanvullend onderzoek, en daar is veel geld voor nodig.’

Uit het onderzoek komen dus grofweg twee bevindingen. Er zitten microplastics in vlees- en zuivelproducten én er is plastic in veevoer aangetroffen. Waarom stelt u dat die oorzakelijk met elkaar te maken hebben?
‘In principe kan vee op allerlei manieren plastic binnenkrijgen, ook via oppervlaktewater en de lucht, maar in deze steekproef zijn die routes minder waarschijnlijk, omdat de dieren op stal stonden. Bovendien is er géén plastic in het verse voer aangetroffen.
Plastic in de lucht, de lucht die we ademen, komt vooral van autobanden en kleding. Als de microplastics van de boerderij zelf afkomstig zouden zijn, zouden ze ook in het verse voer moeten zitten. Dat was niet het geval, terwijl we wel veel plastic aantroffen in het veevoer uit de fabrieken.
Het was echt veel. We hebben het doorgerekend. Een slachtrijp varken van 100 kilo zou met dit voer 1,5 gram plastic per dag binnenkrijgen. Dat is een serieuze plastic zak in een week.’

‘En waren trouwens al eerder aanwijzingen. In 2018 zag een boer in Lincolnshire (Engeland) blauwe snippers plastic in veevoer. Toen hij dat verder uitzocht, vertelden de leveranciers hem dat het legaal was dat restanten levensmiddelen met verpakking en al worden omgezet in diervoeder. Dagblad The Guardian heeft destijds nog aandacht aan zijn verhaal besteed.’

‘Nadat we begin juli met onze bevindingen naar buiten kwamen, kregen we van verschillende kanten berichten van mensen die ons verhaal beamen, omdat ze in de branche hebben gewerkt, of nog werken. Zo vertelde iemand – laat ik hem Freek noemen – dat hij in een bakkerij werkte waar dagelijks tienduizenden broden voor een grote supermarktketen worden gebakken, in allerlei formaten en samenstellingen. In dat proces raken broden beschadigd, of vallen van de lopende band. En er wordt veel te veel geproduceerd. De continue productie stopt niet bij de bereikte ordergrootte. De overschotten, beschadigde en gevallen broden, zowel kaal als verpakt, gaan in een bak waar ze met een grote spindel naar een container getransporteerd worden. Daar hield voor hem het zicht op de broden op. De containers worden opgehaald door een vaste afnemer, een veevoerproducent.’

‘Toen Freek er pas werkte, vroeg hij of het brood niet eerst uit het plastic gehaald moest worden. Het antwoord was: ‘Dat doen ze wel in de veevoerfabriek’. Hij merkte dat vragen over plastic niet op prijs werden gesteld. Bij de productie van kerst- en paasstollen, wordt volgens hem tot eenderde van de weggegooide broden met plastic en al verwerkt. De kleverige stollen blijven aan het plastic plakken. Freek stelde dat hij zich niet kon voorstellen dat iemand in de voederfabriek die zakken met een schaartje openknipt. Ook al die vierkante plastic clips om de zakken te sluiten, verdwijnen zo in de voerbrokken. De bakkerijmedewerkers zijn gehouden aan geheimhouding. Toen hij er eens een foto wilde maken, werd hij van alle kanten gewaarschuwd. Er staat een flinke boete op het lekken van informatie. Dit voorbeeld betreft bakkerijoverschotten. Net zo goed gaan er zakjes van Haribo-snoep en Mars-wikkels mee de molen in.’

In uw persbericht verwijst u naar regelgeving. Hoe is die?
‘De industrie verwijst naar beleid waarbij een klein percentage verpakkingsmateriaal in het voer gedoogd wordt. De Nederlandse voedsel- en warenautoriteit (NVWA) hanteert namelijk een Reference Point of Action tot een vervuiling van 0,15 procent van het gewicht van het diervoeder. Bijzonder is echter dat de EU (Europese verordening voor diervoeder 767/209 — red.) de toevoeging van verpakkingsresten van de voedingsmiddelenindustrie in veevoer verbiedt.
Bedrijven hebben installaties om verpakkingsresten uit de restproducten te halen, zoals magneten en windmachines, maar er blijft natuurlijk altijd wat achter. Wij roepen op met alle inzet te streven naar nul procent.’

Waarom wordt 0,15 procent wel gedoogd?
‘Dat weten we niet. Daar zijn nu ook Kamervragen over gesteld. Op papier klopt het allemaal, maar wij denken dat er niet goed gehandhaafd wordt. Opmerkelijk vind ik, is dat er geen enkele reactie of weerstand is gekomen vanuit de veevoerindustrie dat het niet zou kloppen wat we hebben aangetroffen. Ook niet van Nevedi, de vereniging voor de diervoederindustrie met ruim negentig leden, waarvan de fabrieken van De Heus, ForFarmers en AgriFirm de grootste zijn. Ze houden zich allemaal gedeisd. Wel berichtte stichting SecureFeed — met deelnemers die voedingsmiddelen rechtstreeks aan veehouders leveren — meer over het onderzoek te willen weten.’

‘Plastic is een veel groter probleem dan velen denken. Pas nog las ik een Italiaans onderzoek naar plastics in moedermelk. In 26 van de 34 samples moedermelk zijn maar liefst dertien verschillende soorten plastic aangetroffen. In totaal 58 stukjes.’

Welk percentage tolereren andere landen?
‘In verschillende landen om ons heen is het ook 0,15 procent. Bedenk wel dat Nederland het belangrijkste vleesland is in deze regio en dat we grote veevoerbedrijven hebben. Nederland voert vlees en zuivel uit, zelfs naar China. Moet je nagaan: we importeren veel plastic uit China en exporteren het vervolgens, “verpakt” in vlees en zuivel, ook aan China .’

WUR-research controleert diervoeders in opdracht van de NVWA. Volgens een medewerker treffen ze in bakkerijproducten voor veevoer niet meer dan 0,08 procent. In het diervoeder is het percentage nog lager, omdat het verder ‘verdund’ is. Hoe kan het dat jullie veel hogere percentages aantreffen?
‘Omdat er in dit onderzoek op een andere manier gedetecteerd is, namelijk via chemische analyse. Er is niet op het oog gezocht naar plastics, zoals de WUR doet. Een chemische analyse is de enige manier om ook de onzichtbare microplastics te detecteren en te kwantificeren, en het is de enige manier om microplastics in bloed en melk te vinden. Wanneer resultaten van verschillende soorten monsters met elkaar worden vergeleken, moeten ze allemaal wel volgens dezelfde methodologie geanalyseerd worden.
In onze studie zijn elf krachtvoermonsters onderzocht. In tien daarvan zat meer dan 0,08 procent van het gewicht aan microplastics. Zeven van de elf kwamen zelfs uit boven de 0,15 procent-grens van de NVWA.’

Hoeveel vee is er in Nederland?
‘Er zijn 3,7 miljoen koeien, 11,5 miljoen varkens, 1 miljoen schapen en 0,33 miljoen geiten. Dan heb ik het nog niet over pluimvee — vrijwel zeker zitten er ook microplastics in eieren. Dit kleine land is de grootste vleesexporteur van Europa en nummer twee van de wereld.’

‘Van oudsher voeren we voedselresten aan dieren. Mensen hadden zelf varkens en kippen, of brachten resten naar de buren of de kinderboerderij. Vaak was er een schillenboer die groente- en fruitafval ophaalde voor het paard. Wat er nu gebeurt is de keerzijde van de circulaire economie. Er zijn veel omgekeerde patronen, alleen om van afval af te komen. Zoals bouwafval op bospaden, bloemperken waar betonijzer uitsteekt, en vervuilde bagger die in voormalige zandwinputten gestort wordt. Bedrijven kloppen zich onterecht op de borst goed bezig te zijn. Van plastic komen we nooit meer af, het is te veel.’

‘Inclusief synthetische garens voor kleding produceren we jaarlijks meer dan 450 miljoen ton plastic. Daarvan is 40 procent verpakking — en die gooien we binnen 20 minuten weg. Het is heel goedkoop en als het gebruikt is, is het waardeloos. Bedenk wat dit betekent voor de wereld. Het wordt illegaal verbrand of verscheept naar landen als Polen of Indonesië, waar het wordt verstookt, met alle gevolgen van dien.’

‘Als we plastic in dierproeven vinden, vinden we het ook in mensen. Het zit in hersenen, baarmoeders en foetussen van bijvoorbeeld muizen. Deze diertjes zijn zwakker, hebben last van ontstekingen, zijn minder vruchtbaar, of heel agressief. Bij mensen werkt het net zo. Er wordt al voorspeld dat mannen zich in het jaar 2040 niet meer kunnen voortplanten. En we doen allemaal onze ogen dicht. Wat denk je dat het in je hersenen doet? Plastic bestaat voor 99 procent uit olie en daar zijn 1000-den soorten chemische additieven aan toegevoegd. Hoeveel kunnen we aan?’

Plastic verpakkingen zouden nodig zijn, voor houdbaarheid bijvoorbeeld.
‘Het mantra van de plastic-fabrikanten is dat levensmiddelen langer vers en houdbaar blijven en dat plastic hygiënisch is. Inmiddels weten we dat er heel veel additieven in de verpakkingen zitten die op het voedsel lekken. Dus hoezo ‘hygiënisch’?
In de jaren 70 was er al onrust over aangespoeld plastic op stranden. We werden zoet gehouden met het idee dat we alles zouden ‘recyclen’, terwijl er 150.000 patenten op plastic zijn met allemaal hun eigen chemische cocktail. Die kunnen helemaal niet met elkaar gerecycled worden.
De covidpandemie was een mooie aanleiding om plastic opnieuw te promoten als hygiënisch, en dat het voedsel langer goed blijft. Echter, er wordt zand in onze ogen gestrooid. De handel legt ingepakte komkommers een poos apart en verkoopt ze zodra de prijzen stijgen. ‘Langer houdbaar’ is dus vooral bedoeld om eraan te verdienen. Consumenten kunnen de houdbaarheid van producten best managen door normaal in te kopen en een koelkast te gebruiken. En waar plastic verpakkingen de houdbaarheid van voedsel dat van ver komt moeten bevorderen, kunnen we ons beter afvragen of we wel het hele jaar door verse ananas moeten eten.’

Plastic wordt de consument ook opgedrongen, zoals doppen op zuivel- en sapverpakkingen. Terwijl AH de plastic zakjes voor zelfbediening in de ban doet, verpakt het concern steeds meer groenten en fruit in afgewogen hoeveelheden.
‘De slager verpakte vlees in vetvrij papier, nu in plastic, vaak met aparte velletjes tussen elk plakje. Ik zou niet weten waarom. Vroeger konden mensen blind een goudreinet van een cox appel onderscheiden, daar waren geen geplastificeerde stickertjes voor nodig. Supermarkten willen niet dat we zelf de aardappelen in een papieren zak doen, omdat we dan in de bakken graaien, en dat ze die apart moeten wegen.’

Kunnen bedrijven ervoor zorgen dat er minder plastic in veevoer terechtkomt?
‘Er moet veel meer controle zijn — op het zicht en met de hand — voordat producten verwerkt worden. Het bezwaar van fabrikanten zal zijn dat dat economisch niet rendabel is. Maar waar gaat het om? Gaat geld boven onze gezondheid? Ik schat dat we binnen twee jaar kunnen bewijzen dat we ziek worden van plastics in ons eten en de lucht. De planeet kan het niet meer aan. Het zit in grondwater, op de Noordpool, in sla, en dus ook in je kwark. Roepen we over een paar jaar dat we het niet wisten?
Overigens, ook in de openbare ruimte van stad en land wordt zwerfplastic vermalen. Dit gebeurt als Rijkswaterstaat en gemeenten het gras maaien. De ambtenaar zit op de machine om te maaien, hij is er niet om op te ruimen. Dat is niet zijn taak. De overheid beschouwt dat vermaalde plastic zelfs officieel als organisch afval.’

Onderschrift: De werkelijke naam van Freek is bij de redactie bekend en zijn verhaal is geverifieerd.

—–

Enkele reacties en overige informatie:
WUR research: ‘Vooral bakkerijproducten worden in diervoeder verwerkt. Restanten aardappelen, groenten en fruit worden vooral gefermenteerd. Het tussenproduct wordt gebruikt door mengvoederbedrijven.
Wij vinden doorgaans in onze controles niet meer dan 0,08 procent plastics in pure partijen bakkerijproducten. Na verwerking in diervoeder is dat nog veel minder, want dan is het “verdund”.’

WUR schriftelijke bronnen:
Sinds de gekkekoeienziekte in de jaren 90 is het verwerken van vlees in veevoer verboden.
Afhankelijk van de grootte en vorm van het plastic, worden de risico’s in veevoeder laag geschat: 0,1 procent microplastics zijn geen probleem; 0,1 procent vervuiling in de vorm van een plastic zak is wel een probleem.
Er worden ook lage concentraties metaalverontreiniging in veevoer aangetroffen. Net als papier en karton, maar die zijn goed oplosbaar in het maagdarmkanaal. Gebruikte kleurstoffen (drukinkt) kunnen toxische effecten geven.
WUR beveelt aan het verbod op het gebruik van verpakkingsmateriaal te handhaven om bewuste toevoeging ervan (misbruik) tegen te gaan.

Ministerie LNV:
Verwijst voor vragen naar de NVWA die toeziet op de uitvoering van de Europese verordening.

NVWA:
Als bij controle blijkt dat er plastic in het diervoeder zit, informeert de NVWA het bedrijf hierover. Het moet dan zelf maatregelen nemen. De NVWA ziet erop toe of het bedrijf die neemt en uitvoert.
De NVWA bepaalt niet de norm van 0,15 procent, maar ziet toe op basis van Europese wet- en regelgeving. In deze lage concentratie (0,15 procent) worden er geen directe volksgezondheidsrisco’s verwacht.
De NVWA gebruikt een gevalideerde methode voor het analyseren van het gehalte verpakkingsmateriaal in diervoeders. Als het gehalte aan verpakkingsmaterialen hoger is dan 0,15 procent, of als er zichtbare verpakkingsresten aanwezig zijn, zal de NVWA handhaven: een schriftelijke waarschuwing bij 0,15 tot 0,3 procent overschrijding; een geldboete van 2500 euro bij meer dan 0,3 procent.
De resultaten van controles in 2019 zijn: 46 monsters; alle negatief; in 2020: 40 monsters, alle negatief; in 2021: 43 monsters; 1 positief, 1 x boete.’

SKAL, toezichthouder op de biologische keten:
Er mogen geen restpartijen van voedsel – ook niet van biologisch voedsel – in veevoer verwerkt worden.

Vomar supermarkten:
Reageert per mail, nadat bij herhaling is gevraagd waar onverkochte producten naartoe gaan, dat de ‘persverantwoordelijke hier niet inhoudelijk op in wil gaan’.

Jumbo supermarkten:
Verwijst naar de website: Jumbo wil derving van voedsel minimaliseren door minder royaal in te kopen en efficiënt te vervoeren. Onder meer gaat het meer bevroren brood verkopen.

De Plastic Soup Foundation is in 2011 opgericht door Maria Westerbos. De stichting krijgt geld van vermogensfondsen, bedrijven die plastic uitbannen en donaties van particulieren. Ook de onderzoeken die de PSF uitzet, worden hiervan betaald. De app Beat the microbead van de PSF wordt al overal ter wereld door mensen gebruikt om te controleren of er microplastics in producten als shampoo of tandpasta verwerkt zitten.

Dit artikel werd ook gepubliceerd in HP/De Tijd 2022-09

Mijn gekozen waardering € -