Schilder Cornelius Völker brengt een ode aan het alledaagse

Gebruikte tampons, afgevallen bloemblaadjes, een stapel oude dossiermappen. De Duitse kunstenaar Cornelius Völker verheft het schijnbaar onooglijke tot onderwerp van zijn olieverfschilderijen. Museum MORE toont een overzicht van zijn oeuvre.

“Ben ik nou gek of is die ene onderarm langer dan de andere?” peinst de jonge vrouw naast mij hardop. We staan voor een schilderij met het hoofdloze bovenlichaam van een man die strak in een zwart pak zit, de armen over elkaar geslagen onder een gele stropdas. Verderop turen twee bezoekers naar een soort dubbelportret dat alleen twee halzen en kinnen toont. Ook zij mompelen: “Hmmm, dat klopt niet … Nee, het klopt niet helemaal.”
Hoe moeten we deze minieme deformaties duiden? Slordigheid kunnen we uitsluiten; daarvoor blijkt uit het werk van Cornelius Völker (Kronach, 1965) te veel perfectionisme en virtuositeit. Wat de bedoeling dan wel is − je komt er niet achter. Maar Völker studeerde in 1995 af aan de prestigieuze Kunstakademie Düsseldorf en is sinds 2005 zelf professor aan de Kunstakademie Münster, dus hij zal ongetwijfeld weten wat hij doet.

Primeur

Museum MORE grossiert overigens in primeurs: met Things You Should Not Paint presenteren ze weer eens een allereerste museale overzichtstentoonstelling in Nederland, van een gerenommeerde grootheid. Things You Should Not Paint kwam tot stand in samenwerking met het Kunstpalast in Düsseldorf, de stad waar Völker al dertig jaar woont en werkt. De titel verwijst naar de onderwerpkeuze: Völker pleegt namelijk vluchtige momenten en banale voorwerpen te ontdoen van hun context, om ze vervolgens te ‘portretteren’ zoals je het wel mag noemen.
Zo is de beelddrager van de expositie, ‘Masker’, het portret van een vrouw die net een kleimaskertje op haar gezicht heeft gesmeerd. Verderop zien we een drieluik waarop een shabby en vermoeid ogende man zich aan het omkleden is. En dan zijn er nog de leeggedronken koffiekopjes, kringen achterlatend op het tafelblad. Völker legt graag momenten vast die eigenlijk niet bedoeld waren om zo pontificaal over het voetlicht te worden gebracht.

Tampons

Of de titel daarmee de lading dekt? In elk geval niet in de zin dat dit vernieuwend is. Echt schokkend is het evenmin, al ontlokt het ‘Plasje’ aan enkele toeschouwers wel een spontane kreet: “Getsie…!” Tegelijk laat de verf in het ongewisse wat we hier nou eigenlijk zien. Is het een kwakje kersenvlaaivulling met veel gelei? Of toch bloed met klodders plasma? Evenzo wekt de afgerukte, met bloed en pus bevlekte ‘Pleister’ (2013) een stevige afkeer door een pijnlijke natuurgetrouwheid. Zelfs de geplette ‘Framboos’ doet opeens denken aan een vleeswond.
Merkwaardig genoeg heeft de serie van vier bloederige tampons (2004) weer een ietwat poëtisch effect, mede door de lieflijke rozerode tinten op een fondantroze wand. Dat laatste is weer een fraaie vondst van de makers die deze tentoonstelling schitterend hebben ingericht, met her en der pastelkleurige ruimtes die weer uitgekiende doorkijkjes opleveren. Het is dit lila − of misschien mag het paars heten − dat je aandacht vestigt op de lentegroene knopjes aan een bloeiende tak; een vriendelijk stilleventje dat op zichzelf verrassend braaf aandoet.

Cavia’s

Dus nee, het zijn niet alleen maar glanzende glazen potten met ingemaakte groenten, koel geregistreerde pistolen of reusachtige vrouwenlippen die glimmen van de overdadig aangebrachte gloss. We zien ook een lieflijk, bijna sprookjesachtig tweeluik van warm getinte bloembladeren op een donker glanzend oppervlak, met wonderlijke weerspiegelingen. Horizontale, vederlichte kwaststreken sorteren een vervagend, ‘verwaterend’ effect.
Die techniek past Völker vaker toe. Soms geraffineerd, wanneer hij bijvoorbeeld de sneden van een stapel boeken schildert. Soms heel stevig, zoals voor de kleurrijk gestreepte rok op ‘Handen’ (2003). Met ogenschijnlijk een paar streken brengt hij ook langharige hondjes en cavia’s tot leven. Veelal gebruikt hij verschillende technieken op één doek, waarbij opvalt hoe intens hij licht en donker, en zelfs hitte kan suggereren: je voelt de vlam van gigantische Zippo-aansteker en van de half opgebrande kaars.

Wolk

En toch. Als ik een favoriet van deze tentoonstelling mag noemen, in de burgerlijke betekenis van: een schilderij dat ik zelf wel in de kamer zou willen hebben, dan ga ik voor een ‘Wolk’. Eigenlijk zie ik niet eens letterlijke wolken, althans niet als meteorologisch verschijnsel, noch als opwaaiend stof. Ik zie gewoon prachtige abstracte schilderijen − ditmaal niet in de pasteuze, royaal aangebrachte olieverf die je bij veel andere doeken ziet, maar opgebouwd uit subtiele, half-transparante, bijna etherische kleurlagen. Ik wil wel zo’n wolk van zachte kleurschakeringen in olijfgroen, licht violet en abrikoos; fijnzinnig, mysterieus en toch troostend. Een wolk om in te verdwijnen.

Te zien t/m 23 juni in Museum MORE, Gorssel. www.museumMORE.nl

Mijn gekozen waardering € -

Van Friese afkomst, maar geboren en getogen op de Veluwe. Na het gymnasium deed ik één semester Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarna belandde ik op het conservatorium in Zwolle (nu ArtEZ) en begon als muziekstudent met het recenseren van concerten en cd's. Na mijn eindexamen verbreedde dit schrijfwerk zich naar meerdere genres en opdrachtgevers.
Van 1991-1998 studeerde ik daarnaast psychologie in deeltijd aan de Universiteit Utrecht.
Journalistieke aandachtsgebieden: human interest, cultuur, zingeving.