Tota Frisia? Slag bij Warns? Nee – slag bij Stavoren! Deel 1

Benieuwd naar het ware verhaal achter de zogenaamde "Slag bij Warns" (1345) en hoopvol over meer nieuws over de dood van zelfmoordterrorist Bonifatius en zijn moordzuchtige handlangers in 754 nabij Dokkum, toog ik naar Leeuwarden, Warns en Stavoren, dat ook wel Staveren en Starum wordt genoemd. Deel 1 van een driedelige serie.

De met veel bombarie in de pers gepresenteerde tentoonstelling “Vrijheid, vetes, vagevuur” in het Fries Museum viel me bitter tegen. Het was in ieder geval niet “Tota Frisia tijdens de volle en late middeleeuwen”, maar eerder een oppervlakkige tentoonstelling, waar met veel te weinig voorwerpen in veel te grote tentoonstellingsruimtes een nogal incompleet beeld werd gegeven van wat er zich allemaal in zo’n achthonderd jaar tijd in “Tota Frisia” heeft afgespeeld.

Meer verwacht dan aangetroffen

Zo had ik inzake de twee zeer bepalende jaren en personen uit de Nederlands-Friese geschiedenis – 754, Bonifatius, Dokkum enerzijds en 1345, “Slag bij Warns”, (lees: Stavoren) anderzijds, inzake 754 beslist enige informatie en wat betreft 1345 veel meer verwacht dan één lullige vitrine, met een oppervlakkig tekstje en een schilderij uit circa 1380, dat telkenmale bij artikelen over de slag bij Warns getoond wordt, maar dat verder niets toevoegt aan de kennis erover.

Sterker nog, dat ene schilderij is eerder misleidend dan informatief te noemen. Het toont namelijk een aantal in de slag omgekomen adellijke broers in gevechtsuitrusting, veertig jaar na dato. De portretten zijn waarschijnlijk fantasie, en de wapenrusting die ze dragen is die zoals rond 1380 in zwang was – en dus anders dan die van 1345. Het schilderij, een van de oudst bewaard gebleven uit de Nederlandse geschiedenis, is dus als illustratie bij de slag nogal misleidend.

Mondriaan

Gelukkig was het bezoek niet één en al tranendal, want in het museum is sinds kort ook een vroege Mondriaan te zien – een portret van een Fries echtpaar uit 1901 – en dat alleszins de moeite van het afreizen naar Leeuwarden waard is. Hier wel uitgebreide informatie – des te vreemder dat dit bij “Vrijheid, vetes, vagevuur” ontbrak – tenzij je naast het entreeticket van €15,- ook nog eens €30,- minus een stuiver neertelde voor een boekske van 160 pagina’s met vooral veel foto’s. Het lijken verdorie wel Hollanders, die Friezen!

Siegheilende halve zool

Hoe het ook zij, bij het verlaten van het Fries Museum passeerde ik een siegheilende halve zool die een hoodie droeg met het opschrift “Frysk Heidens Front” en die me “Leaver dea as slaef” toeriep. Nu heb ik veel respect voor Friese heidenen uit de middeleeuwen – immers, in 754 sloegen ze de roomse zelfmoordterrorist Bonifatius dood, maar zodra ze gaan siegheilen en een leuze uitkramen die uit het Deens/Duitse Noord-Friesland van de 19de eeuw stamt, heb ik zo mijn bedenkingen. Maar dit terzijde, want eerst voert de reis naar Warns en het bij Warns gelegen Rode Klif

Waarom derwaarts? Omdat de historicus dr. S.A. Waller Zeper in 1914 die locaties had aangewezen als de plaats waar in 1345 een veldslag tussen troepen van graaf Willem IV van Holland en Jan van Henegouwen, heer van Beaumont enerzijds en Friese strijders anderzijds had plaats gevonden. Vandaar, “Slag bij Warns”.

Oorsprong foutieve benaming van de slag

Alleen: Waller Zeper, die overigens een zeer interessant en nog steeds zeer leesbaar proefschrift heeft geschreven over Jan van Henegouwen, de oom van Willem IV, had het mis. Er is in 1345 een grote veldslag, of beter gezegd er is een grote slachting geweest in Zuidwest Friesland, een gebeuren dat in de middeleeuwen “Slag bij Stavoren” werd genoemd – omdat het krijgsgeweld westelijk van het huidige Stavoren plaats vond, op een gebied rond het Sint Odufklooster, dat later door de Zuiderzee verzwolgen is. Iets wat in 1978 werd herontdekt door de Leeuwarder auteur Goasse Rinse Groustra, die daarover berichtte in het boek De slach by Starum 1345.

De slag

De slag bij Warns, 26 september 1345, die dus eigenlijk de Slag bij Stavoren was, vond plaats omdat de oorlogszuchtige graaf Willem IV van Holland zijn macht over Friesland – dat formeel al aan hem en de bisschop van Utrecht onderworpen was, wilde vergroten. De Friezen (dat heet: de Friese adel, vrije boeren, rijke kooplieden en invloedrijke geestelijken) waren tot verregaande concessies bereid – maar Graaf Willem koos voor de gewelddadige aanpak. Bijna een jaar besteedde hij aan de voorbereidingen voor zijn Friese veldtocht, een veldtocht die vertraagd werd omdat de graaf eerst nog bij wijze van wintersport op heidenen ging jagen in Litouwen en het daarna noodzakelijk vond om met een grote legermacht de stad Utrecht te belegeren. Die belegering liep met een sisser af, waarna de graaf opnieuw troepen, bouwlieden en een vloot verzamelde (uit Holland, Utrecht, Zeeland en Henegouwen), teneinde af te varen naar Stavoren – toen de enige Friese stad die pro-Hollands was.

Het was een feodale legermacht: Willems leger (ergens tussen de tien- en vijftienduizend man) bestond uit edelen en hun gevolg, ridders, poorters en boeren die verplicht waren herendienst te doen. De vloot bestond uit honderden scheepjes, waarvan de grootsten hooguit vijftig man konden vervoeren.

Dwangburcht bij Stavoren

Graaf Willem wilde als eerste stap in de onderwerping van Friesland het vervallen klooster bij Stavoren tot dwangburcht ombouwen. Daartoe had hij bouwmateriaal en bouwlieden meegenomen. Paarden ontbraken in zijn legermacht – wat erop zou kunnen wijzen dat hij de Friezen in één allesbepalende veldslag wilde verslaan, waarna “Friesland” zich wel aan hem zou onderwerpen.

Dat Friesland was overigens niet het mythische “Tota Frisia”, zoals het Fries Museum ons onnozelaars wil doen geloven, want dat was het mythische Groot-Friesland, het gebied tussen het Zwin en de rivier de Weser, maar min of meer het gebied dat de tegenwoordige provincie Friesland vormt.

1345

Terug naar 1345, de slag. De Friese strijdmacht was vermoedelijk kleiner dan Willems leger – maar niet heel veel kleiner. Door de lange voorbereiding en Willems gedraal van vlak voor de afvaart hadden de Friezen ruim de tijd een legermacht te mobiliseren, die bestond uit edelen en hun gevolg (inclusief horigen), vrije boeren en stedelingen.

Qua bewapening zal het “Hollandse” (wat dus eigenlijk Hollands/Zeeuws/Utrechts en Henegouws van aard was) iets beter uitgerust zijn dan het Friese, maar in aan beide zijden waren maliënkolders, leren en gewatteerde wapenrustingen, helmen, zwaarden, schilden en speren in ruime mate voorhanden. Dat bij de “Hollanders” zwaar geharnaste ridders vochten, zoals de Friese historicus Hans Mol beweert, is waarschijnlijk larie: ridders anno 1345 droegen maliënkolders, die op sommige punten met metaalplaten versterkt waren (zoals op dit youtube-filmpje van een eigentijds re-enactor te zien is).

De beste studie over (onder meer) de Slag bij Stavoren 

De historicus Ronald de Graaf heeft in zijn dissertatie Oorlog om Holland 1000-1375 (1996) uitgebreid de gebeurtenis rond de slag bij Stavoren (dus niet: Warns!) gereconstrueerd. Het gaat te ver om hier diens uitgebreide verslag te herhalen – daarvoor leze men De Graafs boek, dat tweedehands makkelijk verkrijgbaar is

Kort door de bocht komt het erop neer dat de Graaf Willem en zijn oom Jan van Beaumont hun vloot twee delen splitsten, die ongecoördineerd de grondtroepen op twee verschillende plaatsen en tijdstippen aan land zetten. Daardoor hadden de Friezen de kans eerst het ene deel van het “Hollandse” leger te verslaan, en vervolgens het andere deel. Hoeveel doden er aan Friese kant vielen is onbekend. Het aantal aan “Hollandse” zijde bedroeg vele honderden. Onder hen tientallen edelen en ridders, graaf Willem IV incluis.

Was Friesland hiermee echt vrij? Ja en nee – Friesland was voor ongeveer 150 jaar vrij van de graven van Holland. Maar het was voor én na de slag bij Stavoren ondergeschikt aan de keizers van Heilige Roomse Rijk. En, niet te vergeten, aan de paus en diens baas, ene god.

Eerste herdenkingen

De overwinning op graaf Willem IV werd na de slag jaarlijks herdacht met een bedevaartstocht, tot deze in de 16de eeuw verboden werd. In de eeuwen daarna raakte de slag langzamerhand in de vergetelheid, totdat in de 19de eeuw het nationalisme opkwam, en de slag bij Stavoren gezien werd als symbool van de Nederlandse (jawel) strijd tegen buitenlandse mogendheden.

A propos

Er zijn overigens wel degelijk Slagen bij Warns geweest, twee zelfs. Op 15 september 1494 wordt bij Warns een bloedige vete uitgevochten tussen de families Galama en Harinxma. Vier jaar later, op 10 juni 1498 volgte een tweede slag. Deze is, om verwarring met het gevecht uit 1494 en de ten onrechte naar Warns vernoemde bataille uit 1345 te voorkomen, door de Friese historicus Hans Mol tot de “Slag bij Laaxum” gedoopt. Bij deze laatste clash verslaat een bescheiden legermacht van hertog Albrecht van Saksen een veel groter leger van Friese Vetkopers (dit in het kader van de Schieringer en Vetkoper twisten), waardoor hertog Albert erin slaagt Friesland te overmeesteren – wat een einde betekent van de zogenaamde Friese vrijheid. En dat herdenkt men begrijpelijkerwijze niet.

Dit is deel 1 van een drieluik over de Slag bij Stavoren die onterecht wordt aangeduid als de Slag bij Warns, de herdenkingen bij het Rode Klif en de tekst “Leaver dea as slaef”.

Deel 2: De geschiedenis van de herdenkingen van de slag bij Stavoren.
Deel 3: De geschiedenis van het “leaver dea as slaef”.

Met dank aan Arno Bakker en Menno Brouwers.

Fotocollage: Bart FM Droog, 2023

Bronnen bij dit deel

Tentoonstelling Vrijheid, vetes, vagevuur. De Middeleeuwen in het Noorden. Fries Museum, Leeuwarden. 10 september 2022 t/m 7 mei 2023.

Dr. S.A. Waller Zeper. Commies aan het Rijksarchief in Friesland. Jan van Henegouwen. Heer van Beaumont. Bijdrage tot de geschiedenis der Nederlanden in de eerste helft der veertiende eeuw. Martinus Nijhoff, ‘s-Gravenhage, 1914. Tevens proefschrift Rijksuniversiteit Leiden.
Grsatis downloadbaar op: pdf: https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB24:063662000:pdf
Over de slag:  Die Reyse up die Vriesen. Blz 260-269 in boek, blz 292-301 in pdf.

P. Terpstra. Slag om Friese vrijheid eigenlijk bij Staveren. Nieuwsblad van het Noorden, Groningen, 25-09-1978, p. 3. https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011018275:mpeg21:a0049

Dr. G.R. Zondergeld. De Friese Beweging in het tijdvak der beide wereldoorlogen. De Tille, Leeuwarden, 1978. Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen.

Ronald P. de Graaf. Oorlog om Holland 1000-1375. Verloren, Hilversum, 1996 (tweede druk 2004). Tevens proefschrift Rijksuniversiteit Groningen.

J.A. Mol. Graaff Willem IV, de Hollands-Friese oorlog van 1344/1345 en de Friese kloosters. In: Negen eeuwen Friesland-Holland. Geschiedenis van een haat-liefdeverhouding. Onder redactie van Ph. H. Breuker en A. Janse. Fryske Akademy. Walburg Pers, Zutphen, 1997.

J.A. Mol. Het militaire einde van de Friese vrijheid: de slag bij Laaxum, 10 juni 1498. Millennium, tijdschrift voort middeleeuwse studies. Jaargang 13 (1999), nummer1, blz. 3 t/m 20.

Hans Mol. De slag bij Staveren in 1345; Oebele de Vries. De Friese vrijheid. In: De Friezen en hun geschiedenis in vijftig verhalen. Redactie Douwe Kooistra, Eric Betten en Pieter Anko de Vries. Friesch Dagblad / Fryske Akademy. Bornmeer, [s.l.], 2012 (tweede druk).

De zelfmoordterrorist Bonifatius: blz. 8-10 in het gratis e-boek Moordballaden. Nederlandse Poëzie Encyclopedie, Eenrum, 2017.  

Klik hier voor donaties aan Bart FM Droog (direct, via Paypal).

Mijn gekozen waardering € -

Onderzoeksjournalist, dichter en samensteller van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie.
Werkt aan een boek over het Hitler-de-kunstenaar en het nazivervalsingencircuit.