Wat is er mis met pesticiden?

Onder druk van demonstrerende boeren trok de Europese Commissie onlangs een voorstel in om het gebruik van pesticiden te halveren. Wat zegt dit over de boeren en wat betekent dit voor onze toekomst?

Je zou denken: pesticiden zorgen ervoor dat gewassen beter en sneller groeien en dat betekent meer opbrengst van het land. Boer blij, consument blij. Maar zo eenvoudig is het niet. Het gebruik van pesticiden is namelijk van grote invloed op de kwaliteit van natuurgebieden, water en bodem. En daar ligt precies de basis van onze (toekomstige) voedselproductie.

De Europese Commissie wilde het gebruik van pesticiden per 2030 halveren. Maar onder luid protest van boeren, die in heel Europa demonstreren, wegen versperren en zelfs brand stichten, is besloten het voorstel van tafel te halen. Volgens voorzitter Ursula von der Leyen is het plan “een symbool geworden van polarisatie” en “is meer dialoog en een andere aanpak nodig om door te gaan” (bron: NOS).

Het gebeurt niet vaak dat de Europese Commissie een wetsvoorstel helemaal intrekt. Maar de boerenprotesten maken indruk. Eerder werden ook andere maatregelen om de landbouw te verduurzamen opgeschort. De boeren hebben het gevoel dat er over hun hoofden heen wordt beslist, dat ze ineens allerlei regels en restricties krijgen opgelegd en dat ze hierbij te weinig worden gesteund door de overheid. Tegelijkertijd benadrukken wetenschappers en natuurorganisaties dat de manier waarop de landbouw nu georganiseerd is, niet valt te combineren met het halen van de klimaatdoelstellingen.

Dat het anders moet, zien de boeren ook. Maar Europa wil te snel. De boeren moeten eerst letterlijk van gedachten veranderen en dat kost tijd en educatie. Als je op school leert dat pesticiden goed, nuttig en essentieel zijn voor je bedrijf, dan voelt het alsof je bestolen wordt als je ineens nog maar de helft ervan mag gebruiken. Als er daarnaast ook nog een enorme lobby vanuit de industrie is die graag pesticiden wil blijven verkopen, maakt dat het veranderingsproces extra lastig.

Wat zijn pesticiden eigenlijk en hoe werken ze?

Pesticiden zijn stoffen die gebruikt worden gewassen te beschermen tegen plagen, ziekten en onkruid. In Nederland worden pesticiden ‘gewasbeschermingsmiddelen’ genoemd. Er zijn middelen op basis van chemisch werkzame stoffen en middelen op basis van microbiologisch werkzame stoffen (virussen, bacteriën). Het grootste deel (35 procent) van de gewasbeschermingsmiddelen wordt ingezet bij de bestrijding van schimmels en bacteriën.

Het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw is niet nieuw. Al duizenden jaren geleden gebruikten de Chinezen zwavel en de Romeinen olijfolie om insecten en schimmelvorming tegen te gaan. Toen in de zeventiende eeuw door de uitvinding van de microscoop bacterien werden ontdekt, werd het gebruik van pesticiden door het betere begrip van de biologie nog bewuster en effectiever ingezet.

Pesticiden tijdperk

De grote omslag van het gebruik van natuurlijke materialen en methoden naar het gebruik van chemische en synthetische middelen kwam in de negentiende- en twintigste eeuw. Onder invloed van de industriële revolutie werden grotere, elektrische landbouwwerktuigen ontwikkeld en in combinatie met het gebruik van pesticiden groeide de oogsten wereldwijd exponentieel.

Maar de groei in oogst heeft een keerzijde. Want het gebruik van pesticiden en grote machines zorgt niet alleen voor grotere oogsten, het zorgt er ook voor dat de wereldwijde water- en bodemkwaliteit steeds verder achteruit gaat.  Onderzoek van het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden laat zien dat in Nederland het merendeel van de wateren vervuild is met landbouwgif. En uit het rapport van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur blijkt dat de Nederlandse bodem last heeft van verzuring, vermesting, verdroging, verdichting en een verhoogde kwetsbaarheid…

De invloed van pesticiden op de kwaliteit van water en bodem is veelzijdig. Een groot probleem is dat ze niet alleen werken op het land van de boer, maar ook de lucht vervuilen, doorsijpelen naar omliggende natuurgebieden en terechtkomen in het grondwater. Onbedoeld schaden ze ook planten en dieren die belangrijk zijn voor de natuur. Insecten zoals wilde bijen, hommels, vlinders en zweefvliegen lijden onder het gebruik van de chemische bestrijdingsmiddelen. Deze bestuivers zijn voor de landbouw, want zonder bestuivers geen nieuwe vruchten en groenten.

Pesticiden zijn ook direct gevaarlijk voor de gezondheid van de mens. Een veel gebruikt en besproken middel is bijvoorbeeld glyfosaat. Hoewel het voor particulieren verboden is, wordt het in de landbouw nog volop gebruikt terwijl meerdere studies aantonen dat het middel giftig is en wordt het gelinkt aan ernstige ziektes. Zo is het algemeen bekend dat boeren, tuinders en mensen die in de buurt wonen van (reguliere) landbouwpercelen een sterk verhoogd risico hebben op parkinson.

Bodemverdichting

Een bijverschijnsel van pesticiden waar veel mensen zich niet bewust van zijn, is bodemverdichting. Bodemverdichting ontstaat als de bodem teveel in elkaar gedrukt wordt door zware machines die op het land gebruikt worden om pesticiden op de gewassen te spuiten. Onder het gewicht van grote tractoren wordt de bodem zo dicht en compact dat de waterhuishouding verstoord raakt en er geen wormen en andere bodeminsecten kunnen leven. De bodem gaat als het ware dood en dit heeft directe gevolgen voor de groei en opbrengst van gewassen.

Tot slot lijden landbouwgronden steeds meer onder bodemerosie: het wegwaaien of spoelen van de bovenste vruchtbare bodemlaag door wind en (regen)water. In een natuurlijk ecosysteem houden wortels van bomen en struiken de grond vast. Maar op moderne akkers staan geen bomen en struiken, waardoor landbouwgronden steeds gevoeliger worden voor erosie. Door klimaatverandering neemt het aantal stormen en zware regenbuien toe, waardoor de gevolgen van bodemerosie alleen maar groter worden.

Al met al is het dus duidelijk dat het pesticidegebruik naar beneden moet. De Europese Commissie wil dat niet voor niets. Maar hoe krijg je de boeren mee? Daar gaat het om. Want de boer zegt: ‘Zonder de boer geen voer’, maar eigenlijk is het: ‘Zonder natuur geen voer’. Het boerenbedrijf lijkt vergeten te zijn dat het de natuur is die ons voedt, we leven op aarde bij de gratie van de natuur.  Door alle chemische middelen en grote machines is de boer verwijderd van dit uitgangspunt. En daar ligt de grote uitdaging voor de toekomst: hoe brengen we de boer weer dichter bij de natuur?

Foto van Chris Ensminger via Unsplash

Mijn gekozen waardering € -

De artikelen van Anne verschenen eerder in tijdschriften en kranten waaronder Fabulous Mama, Viva, Margriet, Linda en NRC Next. Anne is cultureel antropoloog en eigenaar van Uitgeverij 11