Wikileaks licht tip van de Saoedische sluier

Terwijl op Riyadh’s “Chop Chop Square” de 100e onthoofding van het jaar plaats vond, begon Wikileaks in juni met het publiceren van duizenden ontvreemde documenten uit het Saoedische Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Saoedie Arabië is en blijft een raar land. Enerzijds promoot het wereldwijd een Islam die zo snel mogelijk terug wil naar de 7e eeuw en kapt het land nog altijd naar hartelust handen en hoofden af. Vandaar dat Riyadh’s Deera Plein in de volksmond beter bekend staat als “Chop Chop Square.” Verder mogen Saoedische burgers nog steeds niet stemmen en mogen Saoedische vrouwen zelfs geen auto rijden.

Anderzijds, jetsetten de duizenden prinsen en prinsessen van de familie Saoed in weelde de wereld rond en is het land, na Israël, de belangrijkste westerse bondgenoot in het Midden Oosten. Dat bleek nog maar eens na de dood van Koning Abdullah in januari 2015. Iedereen die zich iemand achtte in de westerse politiek haastte zich naar Riyadh om handjes te schudden. Ook onze Koning Willem deed dat.

De media bestempelden Koning Abdullah prompt tot een “gematigd heerser” en “hervormer." Over het algemeen, echter, horen we eigenlijk maar verdomd weinig over dat rare, maar o zo belangrijke land in het Midden Oosten. Binnen Saoedi Arabië heerst natuurlijk een strenge censuur en als buitenlands journalist kom je er niet zo maar binnen, maar toch, je zou wat vaker een verontwaardigd politicus of kritsiche noot in de krant verwachten.

Maar meestal blijft het vooral heel stil. De eerste door Wikileaks gepubliceerde documenten brachten daar nauwelijks verandering in. Politici en media, ook in Nederland, blonken vooral uit in stilzwijgen. Nu moet gezegd dat het tot nu toe gepubliceerde materiaal niet hèèl explosief is. Hoewel …

$1 miljoen limousine

De claim dat de Golf staten bereid waren $10 miljard neer te tellen voor de vrijlating van voormalig Egyptisch dictator Hosni Mubarak mag op zijn minst opzienbarend genoemd worden. Hetzelfde geldt voor het feit dat de Saoedische ambassade in Pakistan contact had met het Haqqani netwerk dat in Afganistan al jaren tegen de Amerikanen vecht en door de internationale gemeenschap als terroristische organisatie wordt beschouwd. Nasiruddin Haqqani vroeg de Saoedische ambassadeur om medische hulp voor zijn vader Jalaluddin.

Grappiger is het volgende voorval: de Saoedische ambassade in Geneve draaide in 2009 op voor de limousine rekening van prinses Maha Al Ibrahim die Zwitserland zonder te betalen had verlaten. De rekening bedroeg bijna $1 miljoen! Het autoverhuurbedrijf keek er nauwelijks van op. Het kwam regelmatig voor dat Saoedische prinsen en prinsessen de rekening niet betaalden om daar de ambassade voor op te laten draaien.

Libanon

Een groot aantal van de tot nu toe gepubliceerde documenten hebben betrekking op mijn geadopteerde thuisland Libanon. De informatie is wellicht wat te specifiek naar de smaak van de internationale media, maar toont hoe de Saoedi’s opereren in de regionale arena – met name hoe ze er voor zorgen dat het vooral muisstil blijft.

Zo maakte Riyadh in termijnen $2 miljoen over aan Libanons christelijke TV-zender MTV op voorwaarde dat Saoedie Arabië positief voor de dag komt. Het is niet altijd een financiele injectie die helpt de media te kneden. De Saoedische ambassadeur in Libanon waarschuwde de Libanese TV-zender LBC in 2012 dat haar advertentiegelden in het geding konden komen indien het haar toon niet matigde.

De Saoedi’s waren woedend dat LBC had durven rapporeren dat Libanon’s toenmalig president Michel Sleiman Riyadh had verzocht om te bemiddelen in een grensconflict tussen Libanon en Israël. Officieel hebben de Saoedi’s namelijk geen diplomatiek contact met Tel Aviv. Officieus is dat, zeker de laatste jaren, een heel ander verhaal.

In de hele regio worden media “gematigd” door het kopen van aandelen, advertenties en zelfs abonnementen. Verder controleren de Saoedi’s de boodschap natuurlijk direct middels hun TV-zender Al Arabia en de in London gevestigde pan-Arabische kranten Al Hayat en Sharq al Awsat. Alle drie eten uit koninklijke hand.

Ook Libanons politici reizen regelmatig af naar Riyadh om fondsen te werven. Samir Geagea, een voormalige christelijk militeleider en presidentieel ‘wannabe,’ beklaagde zich bij de Saoedische koning. Hij was zò arm was dat hij zelfs zijn lijfwachten niet meer kon betalen. In ruil voor een bijdrage, zei hij “bereid te zijn alles te doen wat Saoedi Arabië van hem vroeg.”

Amin Gemayel en Saad Hariri staan al langer op de “loonlijst.” De christelijke Gemayel is voormalig president van Libanon. Saad is de zoon van Libanons in 2005 vermoorde ex-premier Rafic Hariri – de zoon van een sinaasappelboer die zich in Saoedi Arabië op werkte tot multimiljardair. Diens Mustaqbal media emperium keert zich nooit en te nimmer tegen de Saoedi’s.

Reuters in Dubai

Vraag is: zou Riyadh een soortgelijke strategie in het westen kunnen hanteren? Aandelen in de New York Times? Advertenties in Le Figaro? Ik durf het niet te zeggen en Wikileaks zwijgt erover. Wat ik wèl weet is dat de Saoedi’s van Reuters in elk geval niets hebben te vrezen. Reuters voorziet zo’n beetje elke krant ter wereld van nieuws. Het claimt “objectief” te zijn, maar heeft haar regionaal hoofdkantoor in Dubai, hetgeen een trouwe Saoedische bondgenoot is met een even zo strikte censuur.

De reden waarom westerse politici niet over Saoedische wantoestanden horen ligt voor de hand. In 2010, tekende Riyadh een contract om voor $60 miljard aan Amerikaanse wapens te kopen – een wereldrecord. In de jaren ’80 en ’90 kocht Riyadh voor $40 miljard aan Britse wapens – toen een wereldrecord. Geen wonder dat Koning Abdullah na zijn overlijden plots een gematigd man en politiek hervormer werd.

Ondertussen wordt er nog altijd niet gestemd in het woestijnrijk, rijden vrouwen er nog altijd geen auto en slaat de beul op “Chop Chop Square” nog geregeld handen en hoofden af. Ik vermoed dat, met of zonder Wikileaks, Saoedi Arabië nog wel even onder de sluier der stilte verborgen zal blijven.

Mijn gekozen waardering € -

Peter Speetjens (1967) woont sinds 1996 in Beiroet. Hij was correspondent voor Trouw en De Standaard, en publiceerde verhalen in onder andere De Groene Amsterdammer, NRC en Vrij Nederland. In 2004Πco-regiseerde hij de film 2000 Terrorists. Peter schrijft vooral over Libanon, de regio en de manier waarop zij gestalte krijgt in de media.