Interview met Rosemary Sullivan. De canard van ‘Het verraad van Anne Frank’. De Tweede Wereldoorlog als industrie (3-III)

De handel in Tweede Wereldoorlogmateriaal en -informatie is een booming business. Naast de handel in goederen bestaat deze ook uit de handel in sensatieverhalen, een industrie waarin jaarlijks ook honderden miljoenen worden omgezet.

Rosemary Sullivan, de Canadese auteur van Het verraad van Anne Frank hield zich tot eind februari onbereikbaar voor de pers. Ook op haar site staat, ruim anderhalf maand na verschijning van het Anne Frankboek, niets over dat omstreden werk. Best wel vreemd, aangezien het boek een wereldwijde bestseller is, die nog vorige week in meerdere top-15’s van best verkochte non-fictie boeken in de Verenigde Staten en Canada stond. Het enige dat ze aanvankelijk over het boek en het “onderzoek” erachter naar buiten bracht, was een korte verklaring d.d. 7 februari op de site van het “coldcaseteam Anne Frank” (geciteerd in deel 2 van deze serie).

Op 23 februari 2022 volgde een uur durend Zoom-interview, als onderdeel van het Eden Mills Writer’s Festival (Ontario, Canada). Het interview, waarin de meeste vragen vooral door Rosemary Sullivan aan zichzelf werden gesteld, en waarin ze hoog opgaf over haar eigen kwaliteiten: “Ik ben de stem, ik ben de schrijver die de ervaringen van uiterst kundige onderzoekers verzameld heeft”, “ik was een zeer belangrijk persoon”, “ik ben een zeer ervaren schrijver”, et cetera.

Via de eigenlijke interviewster, literatuurjournalist Deborah Dundas, kon het publiek vragen voorleggen aan Sullivan. Van de vele vragen van Reporters Online werd één, in afgezwakte vorm, gesteld. Dat leidde tot dit:

Deborah Dundas: “De Nederlandse uitgeverij Ambo Anthos drukt geen boeken meer bij, heeft gezegd dat ze nader onderzoek wil en heeft vraagtekens gezet bij de research. Wat is uw reactie daarop?”

Rosemary Sullivan: “De Nederlandse uitgevers… in de laatste stadia, toen het boek werd ingediend, waren ze verrukt over het boek. Ze vonden het prachtig, zeiden dat ook. Mijn Nederlandse agent, Marianne [Schönbach], die ook de agent was voor Proditione, het bedrijf dat het project heeft georganiseerd, was verrukt en toen begonnen plotseling de zogenaamde geleerden het boek in twijfel te trekken.

Ik zal volstrekt eerlijk zijn: een van de eerste personen die het boek in twijfel trokken was een vrouw die verwachtte de auteur van het boek te worden en werd afgewezen. Dus er was een zekere mate van gif in die eerste recensie.”

De logische vervolgvragen van Reporters Online wie die vrouw dan wel was en om welke recensie het ging werden door Dundas niet aan Sullivan voorgelegd. Terug naar Sullivan:

“Daarnaast bestond er, zoals een vriend van me het benoemde, een zekere mate van territorialisme van de deskundigen. Een andere vriend – we hebben veel ondersteunende reacties gekregen – kwalificeerde de kritiek als “het acuut geschonden territoriumsyndroom”, hahaha. Wel, van sommige kritiekpunten weet ik dat ze de plank misslaan. Het lijkt er bijvoorbeeld op het Anne Frank Fonds in Basel heeft gezegd dat het boek vol onjuistheden staat. Welnu, het Anne Frank Fonds in Basel vertelde ons dat we “Anne Frank” niet in de titel mochten opnemen, omdat zij het auteursrecht op die naam hadden. Dat Fonds klaagde ook de Anne Frank Stichting in Nederland aan en wonnen, qua zeggenschap over het volledige auteursrecht. Dus we hebben het hier over territorium, we hebben het over de bezitskwestie [ze kijkt smalend].

Een van de critici, een zeer gewaardeerde… eh… geleerde, zei dat, weet je, we de Joodse Raad verkeerd begrepen hebben. Nou, in feite is hij een boek aan het schrijven over de Joodse Raad. Een ander zei dat wij op een gegeven moment hadden gezegd dat het anonieme briefje…, hij beweerde dat het anonieme briefje in 1957 bij Otto Frank was afgeleverd – dat is niet waar. In het rapport van Van Helden, dat in 1963 is gemaakt, schrijft hij dat Otto Frank hem een kopie van dit anonieme briefje heeft gegeven dat hij kort na zijn terugkeer uit Auschwitz, in 1945, had gekregen.”

Met “eh… geleerde” is Bart van der Boom, docent aan de Universiteit van Leiden, bedoeld. Die ander was uw verslaggever, in deel één van deze serie. Het verhaal dat Otto Frank dit briefje in 1945 ontvangen heeft is een compleet verzinsel – waarover in komend deel 4 van deze serie meer. Het rapport van Van Helden stamt overigens uit 1964, niet 1963.

Sullivan: “Dus hun bewering dat wij fouten maakten klopt niet. Wat me tegelijkertijd stoort, is dat de uitgever blijkbaar de boeken van een inlegvel heeft voorzien, waarop hij zich verontschuldigt voor iedereen die door dit boek beledigd is. Nou ja, – de fascisten zouden beledigd zijn door dit boek. Iemand beledigd door dit boek? Ik bedoel, dit is zo onzorgvuldig!

Ben ik boos? Ja, ik ben er boos over, want we hebben met het coldcaseteam niet simpelweg naar iemand gewezen, in deze de Joodse notaris Arnold van den Bergh. We kijken ook naar de andere kant van het verhaal: waarom heeft, volgens Miep Gies, Otto Frank aan de met haar bevriende pater, de katholieke priester pater John Neiman, verteld dat hij wist wie de verrader was en dat de verrader al overleden was? We kijken ook naar de andere kant van het verhaal, dat bevestigt dat misschien, weet je, de meest waarschijnlijke kandidaat Arnold van den Bergh is.

Uiteindelijk heb ik niets dan medelijden met Arnold van den Bergh. Als iemand hem wil bekritiseren moet hij tegen zichzelf zeggen: wat zou ik doen als ik wist dat mijn kinderen, mijn vrouw, ikzelf, op een goederentrein gezet zou worden naar een concentratiekamp waar men zou worden vermoord? Dit was bekend in 1944. In 1944 was er zoveel corruptie dat het kopen van een lijst met namen, sorry, een lijst met adressen zonder namen, ik weet niet of veel mensen die verleiding konden weerstaan.”

Na deze wonderlijke uitbarsting leidt Deborah Dundas het gesprek in een andere richting. Ze legt de Canadese auteur nog enkel vragen en complimenten voor van verstokte fans.

Het gesprek kabbelt door tot Rosemary Sullivan opeens dit uitroept:

“Dat is wat hier zo verontrustend aan is. In plaats van een discussie met “de geleerden” over wat werkt en wat niet werkt in het boek, kwam dit met de botte bijl gehak. [ze maakt hakkende gebaren]. Een van de fascinerende dingen die ik tijdens het schrijven een document uit 1943 van het US Office of Strategic Services [OSS] ontdekte, dat de modus operandi van Hitler analyseerde. Daarin staat dat het typisch des Hitlers was om “nooit een fout toe te geven, nooit de schuld te accepteren, je concentreren op één vijand, hem de schuld geven van alles, samenzwering, overdrijving, smaad, liegen, laster zijn gemeengoed”; doet dat niet een belletje rinkelen?”


Dat OSS-document is in feite een bij WO2-kenners heel bekend boek, de in 1972 verschenen bestseller The Mind of Adolf Hitler van Walter C. Langer, die een van psychiaters was die dat OSS-rapport in 1943 opstelden. Dat rapport laat vooral zien hoe de Amerikanen destijds tegen Hitler aankeken en is daarom uit historisch oogpunt gezien interessant. Maar een heel betrouwbaar beeld van de psyche van Hitler geeft het niet, omdat men bij het samenstellen ervan afhankelijk was van nogal onbetrouwbare bronnen en de “patiënt” zelf de Amerikaanse psychiaters natuurlijk niet te woord stond. Maar dit terzijde. 

Want belangrijker dan deze zogenaamd opzienbarende vondst (in feite een bestseller uit 1972!) is dat Sullivan zich met haar opmerkingen én in de slachtofferrol plaatst én insinueert dat de critici van Het verraad van Anne Frank Hitlermethoden zouden gebruiken. Én, wat misschien het meest bizar is, kennelijk niet in de gaten heeft dat waar zij de critici van beticht, precies het gedrag is dat zij en het coldcaseteam vertonen.

In het volgende deel in de serie ‘De canard van “Het verraad van Anne Frank”’: Het onderzoek en de datering van het anonieme briefje.

De originele Engelstalige transcriptie van het interview is hier (pdf) te lezen. Met dank aan Willem M. Groenewegen, voor het ontcijferen en vertalen van enkele passages.

Eerder verschenen op Reporters Online:
Deel I: De canard van ‘Het verraad van Anne Frank’.
Deel II: De canard van ‘Het verraad van Anne Frank’: the show must go on.

Vervolgartikelen:
Deel IV: De datering van het anonieme briefje.
Deel V: Gerommel in Duitsland en mysterieus gedoe in Nederland.
Deel VI: Ondanks vernietigend rapport blijft HarperCollins het boek wereldwijd verkopen.
Deel VII: Razend knappe tv-documentaire.
Deel VIII: Raad voor Journalistiek: NRC onzorgvuldig in berichtgeving Het Verraad van Anne Frank.
Deel IX: Amsterdam doet heronderzoek terugvordering subsidie.

Deze artikelen zijn ook in het Engels verschenen, zie “The Betrayal of Anne Frank. A 21st century canard“.

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten.
De Canard-serie is onderdeel van een reeks artikelen over De Tweede Wereldoorlog als industrie.
1: 75 Jaar Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn.
2: Ciney 2021.
Achtergrond: Tweede Wereldoorlog herinneringscentra, oorlogsbegraafplaatsen en – musea in Nederland, 2021 / bezoekersaantallen 2019.

Mijn gekozen waardering € -

Onderzoeksjournalist, dichter en samensteller van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie.
Werkt aan een boek over het Hitler-de-kunstenaar en het nazivervalsingencircuit.